S t a k e n b o r c h (H e n d r ik ) , bl. 63, 73.
Staphorst, bl. 342.
Staten in Overijssel (Opkomst der), bl. 86.
Staten van Overijssel (De), 129.
Staten *s Lands van Overijssel, bl. 240.
Stalhalder, bl. 214.
Staverden op de Vehrne, bl. 46.
Staveren (Graafschap), bl. 24; was een deel
der gouw Westracha, bl. 27.
Stavoren (De stad), bl. 20; de handelssche-
pen dezer stad door de Heeren van Kuinre
beroofd, bl. 149 noot.
Steen- o f tigcheloven \ Eerste) in Gelderland,
bl. 101 noot.
Steenwijk, Steenwijkerwold, enz. zijn de
Ommelanden van Vollenhove, bl. 27, 55,
63.
Stein (Halve botdrager van den Heer van),
bl. 176.
Steinfurt (Heer van), bl. 62, 74.
Stellingas, bl. 27.
Stellingwerf, bl. 9; was het vierde Zeeland
van Friesland, aldaar; verder bl. 27; Erie-
• sche grietenij, kan tot Saksen behoord
hebben, bl. 27, 38.
Sierfboek, bl. 187.
Sterfdag (De) eens Heiligen als zijn geboor-
tedag beschouwd, bl. 233.
Sterkte o p Urk g eb o uw d * , b l. 1 4 9 noot; d e s -
z e lf s b e s t e m m i n g , aldaar.
Sterling, bl. 156.
Sterlingsche penningen, b l . 4 2 .
Sterne, oud woord voor ster, bl. 204.
S t e v e n van Beijeren (Hertog), bl. 90.
S t e v e n van Zuilen (Botdrager van Heer),
bl. 177.
Stevere. Zie Staverden. .
Stichtsche stuivers, b l . 9 9 .
S tift van Osnabrug, bl. 17.
Stycitschen sluuer, bl. 278.
Stoel (U t r e c h t s c h e ) , b l . 2 5 .
S t o k e (M e l i s ) , b l . 4 2 .
Stoiers (Engelsche), b l . 1 8 1 .
Stoutenburg (Slot), bl. 60.
S t r a b o a a n g e h a a l d , b l . 1 , 3 5 .
S t r a m p r a id e (A r e n d v a n ) , Muntmeester te
Deventer, bl. 82.
Straten, d. i. wegen, bl. 81, 8#.
S t r a t in g h (Dr. A c k e r ) , Aloude Staat en
Geschiedenis des Vaderlands, bl. 2 , 7,
18, 27, 30, 32, 4 8 , enz.
S t r ic k e r (Verzameling van den Heer J . A.),
te *s Gravenhage, bl. 164, 165, 173., 280,
235, 239, enz.
Striga of tooverheks, bl. 15.
Stroo, oudste bedekking van huizen en ker-
ken, bl. 18.
S t r u v iu s , Corpus Historiae Germanicàe,
bl. 106 noot.
Stuivers, bl. 99.
S t ü r m e r , bl. 230.
Stuver (Dubbeldé), bl. 302, 316; eenvol-
dige — , bl. 303,.316; halve — , bl. 303,
816; oeri — , bl. 308 en 817.
SVB VH2BR2Î 2ÎL2SRVSÏÎ IBVTS-
R V ÎH , enz. Opschrift op eene munt,
g 824.
Suffragaan, bl. 91. I
S u id a s , bl. 232.
SVIilGR (GIVI002SS). Opschrift op eeHe
munt, bl. 158.
S u l l e n i civiTA-s. Opschrift op eene munt,
bl. 382.
Suolle, bl. 31, 832.
S üotjLEN , bl, 332.
Supplément des Monnoyes en Or. Zie Mon-
noyés.
Suspension in muntzaken, bl. 26Ô.
SwAEFKEN (G e RBIT) , bl. 128.
Swarte stuvers of Gronynger vliegers,' bl.
278.
SweertTcens, muntsoort, bl. 215.
SwenJcens [Zwaantjes], muntsoort, bl. 204 ;
SweenJcens, aldaar.
Swinsche crgnen, bl. 189.
T.
T a c it u s , ' Zijne Annales aangehaald, bl. 1;
— , bl. 4 , 5; — de moribus Germa/no-
rum, bl. 7, 16, 35.
Tadama (Mr. Bu W,), bl. 7, 19.
Tafel of s c h i j f bl. 95.
Tafelgoed' (Dé stad Steenwijk voor ’s Bis-
schops), bl. 5 5 .
T a n f a n a , b l . 8 . .
Taventeri, b l ; 3 2 .
Tea en- o f ruqzeqel, b l . 8 0 5 t
Telsel, bl. 8 0 . i
Teroua/me (Bisschop van), bl. 9 0 .
Territorium, bl. 3 0 ; beteekenis van dit woord,
aldaar.
Teste [In den) bemen, d. i. versmelten, b l .
8 4 5 . -
Testons of slepers, bl. 198 noot.
Tenderen (De). Hun naam wordt door g r im m .
voor van den zelfden oorsprong als die der
Bructeren gehouden, bl. 7 .
Thaler. Zie Daalder. |
T h e o d u i n , Bisschop van L u ik , bl. 2 4 .
T h e r v n d e n ( J o a c h im ) , Notaris, bl. 2 0 8 ,
8 0 3 .
Thien gosseler (JPenni/ncJe van) , b l . 2 6 4 .
T h o m a s , Muntmeester te Kampen, ten jare
1 4 8 9 , b l . 8 2 0 .
T h o m a s ,à ; K e m p i s , b l . 8 1 .
T h o m s e n (De Numismaticus), b l . 1 5 7 .
Thorn (Abdis van)., bl. 2 5 8 ; munt van Thorn,
bl. 3 9 1 .
Thresoor \H e t), naam eens Muntbeeldenaars,
bl. 2 8 8 . •
Thrianta, Gouw of Graafschap, later Drenthe,
bl. 26.
T i b e r i u s , b l . 4 .
Tiers de sol. Tor, .b l . 2 1 .
Tigchel- ‘o f steenoven (Eerste) -in Gelderland,
b l . 1 0 1 noot.
Tijdschrift voor Geschiedenis, enz. van
Utrecht, bl. 9 8 .
Tinnen en lingoten, muntterm, b l . 3 6 9 .
Titels op middeleeuwsche munten, bl. 161.
Toernschen (Coelsche), b l . 1 8 3 .
Toezigt op munten en wissel in Overijssel,
b l . 2 4 4 .
lo i op den LTssel, bl. 7 9 .
Toi-en munt, bl._ 2 9 .
Toi- en weggelden, b l . 8 4 4 .
Tolbrief van 1 8 4 7 (Beschouwing van den
Deventerschen), b l . 6 0 , 3 0 4 .
Tolhuis,.h\. 1 1 8 .
ToMrijheid, bl.: 119.
Tong (Eene) geeft de gedaante aan den Bis-
schoppelijken. mijter, bl. 268.
Toovenaar of Tooverheks (Striga), bl. 15.
Tov/rnooikleed op eenen leeuw, bl. 176; Tov/r-
nooikleedi/ng. (Paard in ), bl. 169.
Towioen (Balk gespannen met), bl. ,70.
Trente (Kerkvergadering van), bl.. 233.
Trientes soUdt, bl. 21.
Trier (Keurvorst van);, bl. 125 twee malen.
Trooisch mark, bl. 274, -278, 281, 285;
zie verder op .Troij.es.
Troijes (Overgang in Qverijssel van het Keulsehe
mark tot dat van), bl. 281.
Trutanii of Truands, bl. 87.
Tubanten,: oude bewoners van Overijssel, bl.
3 twee malen, 7 , 28.
Tuente (Pagus), bl. 29.
Tuyn (Wilhelmus-), bl. 185; Johannes — ,
aldaar; corte cruys aldaar.
Tunugitrum, Tongeren, in Wijhe (?), bl. 19.
Turfsteken (Het) in Overijssel, wanneer begonnen,
bl.. 55.
, Tuvanti, Gouw of Graafschap, later Twenthe
geheeten, bl. 26, 28; ouderdom en grenzen,
bl. 28.
Tweedendeei van eenen gülden lew , bl. 199.
Twee koppen (Arend met) op munten, bl.
166.
Twenthe, bl. 5 , 4 1 , 48.
Twickel (H e r m a n van), bl. 66.
Type der bodd/ragers, waar het eerst ont-
staan, bl. 176.
ü .
(Jb b o E m m iu s , bl. 9; Mr. J. v a n D o o r -
nI n c k ’s gevoelen over dezen Schrijver, bl.
9 ; zie verder bl. 54.
Uiteincle (De hoofdplaatsen der gouwen lagen
gewoonlijk aan dier), bi. 28.
Üitheemsche vreemdepenningen (Alle) te Kämpen
in 1525 ongangbaar, bl. 323.
Uitzetting van schattingen, bk 130.
Ulft (Heer E r n s t van), bl. 75.
Ulsen in Bentheim, vroeger onder den Bisschop
van Utrecht, bl. 15.