Graaf van Holland. Deze schrandere vrouw zette Bisschop Godebald aan om ,
in vereeniging met den Saksischen Hertog Lotharius (de zelfde, die de Stell g
wervers van den Keizer deed afvallen) en den Bisschop van ^
nen fegen den' Eijksvorst op te vatten. Dit plan werd met
spoed ten uitvoer gebragt. De beide Kerkvoogden van Utrecht en Munster
vereenigden zieh met den Hertog, en weldra stond eene voor d ie n tijd aanzien-
lijke legermagt op de oostelijke en zuidelijke grenzen van Ovenjssel Kerner
Hendrik, deze toerustingen vemomen hebbende, zakte met een groot kger den
Rijn af, en binnen weinige dagen was Overijssel het tooneel v a i .
ob log. De eerste aanval geschiedde op Deventer, dat spoedrg werd^rngeno-
men daarna drong de Keizer dieper in het land, en nam hr], met geweld
volgens sommigen, het sterke slot den Sehulenbwg, gelegen aan de Regge waar-
na zijne legerhenden zieh over een aanmerkelijk deel van Ovenjsse
A erhter zeeeen dat hij den Schulenbnrg slechts belegerde. Inmiddels
an eren Lotharius voor Deventer, hetwelk ten gevolge h ad , dat de Keizer
m m - m m a » » 1J,k » b'* oud“ - 0 p de f i a , Hertog rf en t o g . d e . Sohnlenburg n « n » " « H . J
to e t de K . i J i» bet b i t . t o D e .e .te r. ,» he. is » . . t e r f G«M»ld * .
s, ' d „ deszelfs deed, twee jtmn M n * » m ,r g e » .lt a , d to reeds m e g .
T t o “ °” m r d S Audreas , t o K n it den B im b .p p e b jta . » ¡ t o . On-
a , , * je b e s tu u r sehijnt to niet, bijsend.,. »
„ „ ijd e n s -d , .e g e » g . t o die». op.olgo H .n b e rtu .
S nrilusten met Groningen en Drenthe ten gevolge, dat Otto, Graai van
Bentheim (een Gravengeslacht, dat ook m de Geschiedene ^
, ßTi 700 ditwerf voorkomt), op den Bisschop misnoegd, in Ovenjssel viel e
« r . “ m g . .« -« » » ¡n g “ Hne° r r
Tw r Tan van Arkel, met eene bende tot hnlp des Kerkvoogds toegeschoten,
deed de magt van dezen daardoor zoozeer toenemen, dat hij den Bentheimer
(1) Ddmbab, Kerk. en. wer. Deventer, bl.. 446, aangeh. in den Tegento. S taat, bl. 68.
slag durfde leveren. Deze slag h a d , volgens sommigen (1 ), plaats bij Heemse,
volgens anderen bij Ootmarsum. De overwinning was geheel aan de zijde van
den Prelaat, die zelfs den Graaf gevangen kreeg en naar Utrecht Het vervoeren,
van waar hij niet naar Bentheim terugkeerde, yoordat de Hollandsche Graaf
Dirk V I , wiens gemalin eene zuster van Otto was, met Heribertus, dien hij
door het belegeren van Utrecht zeer in het naauw had gebragt, vrede gesloten
had en afgetrokken was. Verder wordt nog melding gemaakt van eenen oorlog
met Godfried van Braband, waarin een Heer van Voërst (in Overijssel) geene
onaanzienlijke rol heeft gespeeld.
Herbert wist Keizer Koenraad I I I over te halen, om aan de Utrechtsche
kerken het regt te schenken, om hare Bisschoppen zelve te mögen kiezen, en
deze gift werd door Paus Eugemus I I I bekrachtigd (2). Zulks was de oor-
zaak van eene menigte oneenigheden, die vervolgens bij gelegenheid der ver-
kiezingen , waarbij eigenbelang zoo dikwerf boven het welzijn der kerk op den
voorgrond stond, voorvielen (3); iets wat reeds ten jare 1150 bij Herberts
overlijden bleek (4). En deze verdeeldheden werkten niet alleen hoogst nadee-
lig op Utrecht, het Nedersticht, maar waren ook niet weinig verderfelijk voor
de rust en welvaart van Overijssel, het Oversticht.
Noch van Godebald, noch van Andreas (5 ), noch van Heribertus zijn er
muntjes gevonden, die men met eenige zekerheid aan de muntstad Deventer
kan toeschrijven; het zelfde is het geval met Herman van Hoome of Heri-
mannus, wiens bestuur van 1150— 1156 duurde (6). Zijne verkiezing werd
gerugsteund door den Graaf van Holland en andere Grooten. Daarentegen
■ ( 1 ) Tík k a , Hist. JSpisc. Trag. p . 4 9 .
( 2 ) H e d a , p . 1 6 8 .
( 3 ) Van d o o r n i n c k noemt het, zie pag. 1 3 4 , fa ta le prmilegiam.
( 4 ) V a n d o o r n in c k , p a g . 1 3 5 .
(5) Mogelijk is echter van hem eene munt, die wij in onze Afdeeling Utrecht hopenmede
te deelen. -
(6) Van dezen laatsten kan echter het muntje zijn met
DKVSKWRIK
op voor- en keerzijde, dat wij hopen mede te deelen in onze Manten der Bisschoppen, van
de Stad en den Heer van Utrecht.