Over Twénthe rie mèn ook a c k e r s t r a tin g h ’s Alaude Staat en Geschedems
des Vaterlands, H° Deels ID Stuk, bl. 2 2 5 -3 2 9 . Met waarsckjnhjkherd
kan men, volgens v. d. b e rg h , aannemen', dat dit landsebap oudtijds ten oosten
en westen tusschen de Vechf en dd Regge: bepaald werd •
Ten westen van Twenthe lag de gouw Salon of Salland, gehjk e
teren tijd genoemd werd, welken naam soinmigen van de Saksche Franken
afleiden, dat echter, volgens- den Heer v a n den b e rg h m e tz e e r w -
schijnlijk is , want zoo ver de Geschiedenis reikt, woonden daar Saksen, maar
ge6ii6 Franken. , i • <» qi e.
Het ¿erste berigt van deze gouw ontvangt men uit eenen < ’
waar een veen in Salahom weggescbohken wordt, ter plaatse warnt de U s s J m
zee stroomt, d. i. ten zuiden van Kämpen. In 968 wordt het terntonum Urch,
t t i • ri ; o-pTilaatst f l) ; de naam d i. het eiland Urk, m pago Salo geplaatst , u Salon komt ook n,og
voor in oorkonden van 973 , 997 en 1129; volgens eenen bnef van 1040 lag
Zwol in pago Sallant, en sedert heeft het landsebap dren naam behouden, m
Over dè grenzen van dit onde Salon is lang getwist tusschen b o n d a m n
r a d e r - een gedeelte van hun beweerde berust echter, volgens v a n d e n b e r g h , .
op een dwaalbegrip omtrént den toenmaligen toestand der Zmderzee daar «q
Urk voor een doel van het vasteland aanzagen. Hij (v. d. »■) °u
viertle de Rèest voor de noordelijke grensscheiding, want Vollenhove lag m
a Ü u L gouw, en de gouwen werden gewoonlijk door wateren begrensd.
De zuidergrens' ie twijfeìachtig. R a ò e r , s t r a t in g h en v ä d e n b e r g h houdoor
Lodewijk den Vroomen in den persoon van B o n d e rn Graaf | g g ä en T eiste,
, 1 7,iV Overiisselsche Almamuk voor 1846, bl. ¿00 en voie .
^ S i O h r t zeide de Heer van den beruh, dat, voor zoo verre de oudstR beugten
ie n de eiiandett ürk en Schokland nimtner aan den OVerijeselschen wal gehecht waren
reiken, de euanaen u u c j i0„pn wnfprstand. ze te voet bereiken
S l a l m * . ' Itf dTtzelfcle Charter wordt, naar het sehijnt, het eeretvan Emmeloord, later
Schokland, gewaagd.
den daarvoor Randerzijl bij Kolmschate, niet ,ver van Deventer. De oostehjke
grens schijnt geweest .te zijn de Regge, die het van Tuvanti of . Twenthe
scheidde; de .westelijke grens werd gevormd door de Zuiderzee, ,en het eiland
Urk werd daaronder begrepen.
De Heer v a n d e n b e r g h kan met geene z e k e r h e id . de hoofdplaats dezer
gouw opgeven, en Waagt zelfs.geene gissing» // alleen //, segt h ij, i/y e e t men,
//dat in later tijd de Landsheer op den Spoelderberg bij Zwol gehuldigd werd ,
„ zonder dat evenwel de stad eenige sporen eener oude hoofdplaats vertoont.
w Zij komt het eerstsvöor in eenen brief, van 1140 als Snolle in Salland.//
Juist dit huldigen op den Spoelderberg • en het bestaan van Zwolsche nannten
uit de twaalfde of het -begin der dertiende eeuw , waarop de stad reeds
dmtas Sulems genoemd wordt, doen ons denken, dat zij reeds lang voor
1040 bestond, (toen hare kerk aan Deventer werd onderworpen) en rij de
hoofdplaats der gouw Salland was (1).
ln oude brieven komen er plaatsen.voor als, gelegen.in pagq Isloi,, die ge-
deeltehjk in • Salland, gedeeltelijk in Hamaland lagen. V a n d e n b e r g h geeft
er eenige op (2) , en na het gevoelen van b o n d a m medegedeeld te hebben,
h>j = , . , ,
// Onzes inziens heeft men hier niet anders dan eene geographische bena-
//ming: het land längs den IJssel, geen afzonderlijke gouw of. djstrikt. Men
//mag dit Isloi ook niet verwarren met het latere Graafschap Jslegouw (3). —
// Ook heeft men meer voorbeelden . van gouwen dan eens met den oorspronke-
//lijken naam, dan weder met dien der hoofdrivier aangeduid, zoo als Marsum
//of Masaland.//
'H e t Graafschap Islegouwe werd, gelijk wij vroeger - reeds zagen,, ten jare
1086 door Keizer Hendrik IV aan den vroegeren bezitter, den Graaf of Mark-
(1) Wij deulen dezi; u it Deneinarken herwaarts gezönde.ne muntteekening als eerste ondei .
onze-Zwölschc muhten mede.
(£) Men vergelijk'e hierhij de aanteekening 304 van l e d e b u r , in zijn Land und Volk
der Bructeren, pag. 78.
(3) Het gevoelen van m o l h u y s e n wordt door; dezen vooTgedragen in den Overijsselschen
Almanak voor Oudheid en Letteren, 183 8 , bl. 64.