haalde een ander slechts 29,5 w.; een ander weder slechts 28,5w.; dat van
den Heer o. k e e r (een weinig afgesleten) slechts 26,16 wigtjes.
ln <T Ongevaluweirde gauden ende zeheren munte, met hären ghewichte ende
werdde daer hij, geplaatst achter: Der Cooplieden handioucxkin, Ghend ( jo o s
l a m b r e c h t ) 1546, alsmede in den Beeldenaar van 1566, komt een exemplaar
dezer muntsoort voor met de verkorting: IMPERIALI.
M a b a i b e s c h r ijf t d e n h e e le n D a a ld e r o n d e r d e m u n t e n v a n Kämpen in z ijn
Thaler-Cabinet, Ir T h e i l , N* 2177.
N’ 17, een zeer zeldzaam stuk, dat wij nergens elders dan in de Verzameling
der Leidsche Hoogesohool aantroffen, is de halve Daalder. Het weegt slechts
12,5 w. en is afkomstig uit het Kabinet van wijlen den Heer w. c. ESDRe te
Amsterdam > zijnde in 1842 aangekocht voor slechts f 8.
N" 18 (de eerste munt op PI. V) heeffc eene geheel andere bewerking van de
type der N" 17. Het borstbeeld komt namelijk met de kroon veel hooger.
De woorden zijn:
CAROL' * ROMANO' * IMPERA.
Het omschrift in den buitenrand, zoo ook type en omschrift der keerzijde,
verschiffen niet.
Op een vel papier, ten Stadhuize van Deventer voorhanden, boven reeds
meermalen door ons vermeld , lezen wij met de hand van den Deventerschen
Secretaris n . v e r h e t d e n , uit de helft der zestiende eeuw, bij de afbeelding
van deze onze N- 18, benevens van de Lebuinus-, Nicolaus- en St. Michiels-
daalders: // Dese vier dalers, so als die hier gefigurirt staen, synnen gemuntet
«bij den diien Steden Deventer, Campen ende Zwolle, dairvan die Ordinantie
// is , dat dese penningen so guet van silver en gewichte is als coninck fferdinan-
» dus gemeynlicken, voirt koerfursten, fürsten, heren, graven ende steden de
«$ x i i . . . (?) doen slaen ende munten laeten ende der marck hier aff holt thien
« penningen ende achtien greyn fijn silvers, gaende in troissche marck negende
« halve stuck myn een engels, mit den bescheide, dat die Muntmeister mit dese
«penningen mit achtien greyn fijn siluers en mit der gewicht volstaen mach.//
Deze munt is onder anderen beschreven door m a d a i in zijn Thaler-Cabinet,
IIr Theil, S. 740, onder N’ 4804.
1 Wij tröffen N” 18 aan in de Kabinetten van Professor serrt jr e teGend, van
den Heer s t r ic k e r te ’b Gravenhage, en van den Kolonel d e r o i j e va n w i c
h e n te Nijmegen. Zij wegen 28,5 w., 28,9 w. en 28,8 w.
Men zal waarschijnlijk opgemerkt hebben, dat in de C (van CAROL) nog
eene verkeerde C gevonden wordt, eene vergissing van den stempelsmjder.
N" 19 is eene op de voorzijde in type geheel van de vorige afwijkende munt,
de Keizer is thans namelijk en profil afgebeeld, heeft den dubbelen Rijksarend
op de borst en daarover hangt de Orde van het Gulden Vlies.
Er is geene dubbele, maar slechts eene enkele rei omschrift; namelijk:
MO' NO' v TRIVM CIVITATVM IMPERIALIVM.
Aan de kz. is geen onderscheid te zien.
Kennt voor in het Kabinet der Leidsche Hoogeschool (de-N" 1276 der verkooping
van wijlen den Heer w . c. e sd r c te Amsterdam, en aldaar aangekocht
voor / 1 2 ; weegt 28,7 w.); verder bij den Heer o. k e e r te Amsterdam (weegt
28,9 w.), bij den Heer j . w . v a n d e r no o rd a a te Dordrecht (28,95 w .), en
bij den Heer j . a . s t r ic k e r te ’s Gravenhage (gewigt als voren).
Deze munt is afgebeeld op page 521 der Monmges en Argent du Cabinet de
S. M. l’Dmpereur, Vienne 1769, en beschreven bij m a d a i , Thaler-Cabinet,
onder de munten van Kämpen, in het II1 Theil, N° 4804. -
De N° 20 verschilf daarin, wat de voorzijde betreff, van de N“ 19, dat het
zwaard des Keizers veel korter is; dat de wereldbol in eene andere rigting ge-
houden wordt; dat er zich binnen den parelrand nog niet eene lijnrand of cirkel
vertoontt eihdelijk . 'dat de bloemsieraden tusschen de woorden in eene omge-
keerde rigting van die der N* 19 zijn geplaatst.
Wij vondeh deze munt, die 29,8 w. weegt, alleen in de Verzameling van
den Hoogleeraar se r r t jr e te Gend.
Van veel belang voor de Geschiedenis ■ van het Overijsselsche muntwezen is
het volgende:
In het jaar 1553 zond Keizer Karel plakaten in Overijssel, die aldaar niet
weinig opschudding in de gemoederen veroorzaakten. Bij deze werden, om
den omloop van veel Awaadgeld, d. i. geld van siecht gehalte, te beletten, alle
Daalders, die niet door den Keizer geslagen waren, verboden. Doch dewijl