« M * « 0 0 . « B o » « . « * -
H * - M « * * * * * , < ~ “ ¿ « 2 » d „ i« d . g«-
overhaalde om zieh met elkan er e verz° geschiedde. De Geldersche
schillen uitspraak doen, gelij W van 13 , ^ het Advokaatschap
0 „ v d « d « ,0 0 * b * » * “ " ¿ L . , d i. d « .
in Salland werd in vollen eigendom aan den Bxss P ^ hem ter
^ e n het Graafscbap van
leen gehöuden had, op den ze TWumdl van wien de Graaf
Lotharingen (waarsfchijnlijk N e t e -M anngen o ^ bteek kort daarop
ft* ift *t vervolg ter leen zoüde bezitten. ^ 4Ä
voof den Bisschop van geen genög e ang ’ . Koevorden, een’
GioningsChe entasten, fegen ^ elof öf " 1 «aar aanterding
voor dien tijd inagtigen Heer, de wapenenmoest opvatten ,
van d e n zoen, zoöwel de Grave* van Gehe en ^ ^
' v o e r s t , Buokhoret en eene menigte andere B i s s c h o p , en daardow
J « ^ t de
00k voor de Ovenjsselsehen, op « „olfs Bisschop Bernold in de elfde eeüw
Bisschoppfelijke stad Groningen { Keizerliike mitäheid bij zijn Stift
munt had' laten slaah, nadat } d elve vferdreven zijüde,
haar ändennaal belOgerde, oran, p ;R. to op eeo veot dezen zeer
^ - • - »— - ” " s‘*
nalne B&elen bet levOn verloo*. . , w 200 ährook de ten be-
Gelijk afle muntjes nit de eerste hei , ’ Mms tot het tijdvak
van Otto II , 1 2 3 3 -1 2 4 9 ? het valt ffioeijehjk met zekemeia 9
n .. 7 U| 71 in de noot. Dit landje is Staverden op
<»“ * - * " » ■ “
l§ 5 2 , bl. 37.
diens regering was zoowel rüstiger als langduriger) te Deventer geslagene munt-
jes van zeer kleine ruiddellijn en gering gewigt. Wij kennen alleen van hem
silveren penningen of deniers. Zij verschillen in Stempel van de te Utrecht vor-
vaardigde muntjes van dezen zelfden Kerkvoogd. Wij, hopen beide later in onze
Afdeeling: Munten der Bisschoppen van Utrecht, enz. mede te dOelen.
Willehrand van Oldenburg (1226— 1233) was tevens de opvolger- van Otto
en de wreker van deszelfs dood. Den krijg tegen Rudolf (of Roelof in de land-
taal) voortzettende, noodzaakte hij dezen een verdrag aan te nemen, volgens
hetwelk hij Koevorden en het Huis te Laar (thans op Hannoversch grondgebied)
aan hem moest overgeven. Het laatste deed hij siechten, maar Koevorden wist
Rudolf door list weder in zijne handen te bekamen. Znlks gaf aanleiding tot
eenen nieuwen oorlog. Om de grenzen van Overijssel te, dekken, stichtte de
Bisschop, door de hun eigen belang beseffende milddadigheid der Zwollenaars geholfen,
een nieuw kasteelaan den Hardenberg, en was reeds met de zijnen, op
de been om den vijand aan te vallen, toen e r , op Rudolfs aanzoek, een stilstand
van wapenen getroffen werd, die dezen echter het leven kostte; want, gedurende
denzelven, zieh vertrouwelijk zonder geleide bij Willehrand vervoegd hebbende,
werd hij, bij het verlaten der legerplaats, door deszelfs velk gegrepen en op eene
allerwreedaardigste wijze van het leven beroofd (1 ), Door deze schanddaad ont-
stak de krijg weder feller dan vroeger, en zij was nog niet geeindigd, toen de
Bisschop te Zwolle, dat hij kort vöör zijnen dood, ten jare 1233, om der inge-
zetenen trouw te beloonen, en voorzeker 00k niet het minst om zieh een tegen-
wjgt tegen de nog steeds lästige magt der Edelen te verschaffen, met stadsge-
regtigheid beschonken had, onder de nederlagen zijner benden overleed.
Er komen heele en halve zilveren penningen (denarii en oboli) van Willebrand
voor, te Deventer voor het Oppersticht geslagen, doch ongetwijfeld 00k in het
Nedersticht ganghaar geweest, Bij ponden Utrechtsehe penningen te rekenen
was in die dagen vrij algemeen,
Otto I I I (1233—1249) had het genoegen, dat de Drenthers, die bevreesd
waren geworden vpor het geweld den Stadingers, op het aanblazen van den
(1) Zie, onder anderen, de Tegenwoordige Staat vm Overijssel, bl. 78.