Lypsche gulden, b l. 1 9 5 .
Likendeelers (Oostfriesche) h i het begin der
vijffciende eeuw, bl. 152.
Linde (R iv ie r tje d e ) , b l. 1 4 3 .
L in d e b o r n , Hist. Episc. Daventr., b l. 2 8 ,
2 9 , 1 4 1 .
Lingen, zetel van den Stadhonder van Overijssel
(P), bl. 245.
Lingoten en tinnen, mijntterm, bl. 369.
Lippe. Zie Otto.
Liten of Laten in Saksen,h\. 27.
Lithmaet van Overijssel,bL . 2 0 9 .
Lobede of Lobith (Tol geheven te), bl. 45,
46.
L odewijk van Beijeren (Schilden van Keizer),
b l. 6 1 .
L o d ew ijk van Crecy (N am a^ k sp l e ep e r m u n t
v a n ) , b l. 1 7 0 ; L o d ew ijk van Nevers ( a l s ,
v o r e n ) , b l . 1 7 1 ; L o d ew u k van Male,
b l. 1 7 5 .
L o d ew ijk de Vrome, b l . 8 0 .
Lodighen ziluer, b l. 3 4 5 .
Loo (A. v an) , bl. 851.
L oon (G. van) , Ned. Historiepenningen,
b l. 2 5 7 .
Loon (Munten van Aarnoud, Gtaaf van),
bl. 172; munt der Heeren van — ,b l.
160., : J
Lotharingen (Munten van Hertogen van),
bl. 172. ; ,i'i
L othaeius (Hertog) ruidt in Saksen de liten
of laten op, bl. 27, 38 t,wee malen.
Lubek, bl. 80.
L u d g e e , bl. 13, 14; Vita Ludgeri, bl. 12,
29, 229; L u d g e r u s , zendeling, bl. 229;
breidt het Christendom in Friesland nit,
aldaar; eerste Bisschop van Mnnster, al~
daar.
Luik (Bisschoppelijke zetel van), bl. 64;
waardiger dan de Utrechtsche, doch deze
waardiger dan de Munstersche, , aldaa/r
Bisschop van , bl. 258.
L u l o e s , Kart Overzigt, e n z . , b l . 1 0 .
L u t h e r , b l. 1 1 6 .
L u t h g a e d , b l. 1 4 6 .
I/utte ( B e ) bij Oldenzaal, b l. 7 4 .
Lycie (Myra in), bL 231.
Id.
M (De letter) van eenen zeer zonderlingen
vorm, bL 178.
Maagdetobwrg (Huizen te Deventer, geschon-
ken aan het klooster te), bl. 19.
Maantjes (Halve) op munten, bl. 168 twee
malen, 169.
M a a r t e n (Sint) , bl. 64; munten met net
beeid van —, bl. 111.
MadAi, Thalercabinet, bl. 230, 284, 235 ,
238 twee malen, 239, 251 twee malen,
255, 257, 267,268.
M a d e r , Kritische Beiträge zur Münzkunde
des Mittelalters, bl. 161.
M a g n in , de Kloosters in Drenthe, b l. 1 4 8
noot.
Mögt der Utrechtsche Bisschoppen in Overijssel
(Aard van de), bl, 36, 87.
Makhm (Kuinresche munt geyonden te),
bl, 174.
Male. Zie L odewijk van Male..
Mander bij Tubbergen, bl. 28. .
Mansfeldt (Graven en Heeren van), bl. 258.
Manuaei o f Ujste, enz. Beeldenaar van
1630, bl. 301.
M a r c e l l i n u s , E v a n g e lie p r ed ik e r in Twenthe,
b l. 1 1 ; z ijn d o o d o n b e k e n d , a ld a c v r ; h e e t te
o o k M a r c e lm u s , ,bL ,12^
Marchelmus, leerling van Willebrord ,
bl. 227.
Marchio, t i t e l op m u n t e n , bl. 161.
Margaretha, Abdis van Tkom, bl. . 258.
M a r g a r e t h a , van Konstantinopel of zwarie
M a r g r ie t (Munten van), bl. 167; — van
Avesnes, aldaar.
M a r g a r e t h a (De Landvoogdes), bl. 129.
M a r ia (Kerkje te Deventer, toegewijd aan
; de Maagd), bl. 228; was van hout en met
stroo gedekt, aldaa/r.
M a k ia (Opschrift ter e e i e T an d e M a a g d ) ,
bl. 158.
M a e ia (Koningin), Landvopgdes der Neder■
landen, bl. 208, 225.
M a e ia van Gelderimd (Botdragera van Her-
togin), bL 177,
Mariengrossen, bL 215.
Mark (Graaf van der), bl. 75.
Mark {Keuhch), bl. 274, 277; waarom in
Overijssel in gebruik, aldaa/r; Trooisòk — ,
bl. 274 i. in Overijssel minder in gebruik.
M a r k (Munt van dén Ltii'kschen BisSdhop
B e a r d I v a n d e r ) , ibL '815.
Marken, oudste zamenwoning van menschen
in Overijssel, bl. 16; waar zij uit beston-
den en waardoor ze van andere marken on-
derscheiden waren * aldaa/r; hunne grenzen
kwamen in Westphalén niet overeén. met
die van land, ambt, gerègt, kerspel of
buurschap, maar waren Hatuurlijke, bl. 17.
Marken (Het eiland) door die van Kampen
en Zwolle geplunderd, bl. 81..
Markeboek, bl. 17.
Markg&rigt of HoltspraaJo,1 bl. 17.
Marklo, waar gelegèn, bl. 13.
Markt, ingesteld in 1049 te Oldenzaal,
bl. 29; vrije jaarmarkten, bl. 270.
Marsim (De gouw),'bl. 31.
Martin us Y (Paus), bl. 83, 84.
Maéaland of Maréum. (De gouw), bl. 31.
Maè8chappij, bl. 2.20; Masschopie, bl. 222.
Mastebroeker marke, bl. 57, 74.
Matthaeus, bL 56, 96, 98, 111.
Ma t the s , Chronick von Joachims- Thai, bl.
226.
Maundrel, Iti/nerari/um, bl. 226.
M a x im il ia a n , gemaal van M a r i a ; bl. 97,
98.
Maximiliaan II (Munten geslagen onder het
oppergezag van), bl. 225.
Mechelen (Yoorregtsbrief verleend te) , bl.
334; Spaansche Eaad te —-, bl. 183.
Mechelén. Zie W il l e m .
Mechelinen (Dùbbelde), bl. 182.
M e c h t e l d (De Geldersche Hertoffin), -bl.
69.
Meente (Rade ende) van Kampen, bl. 322;
van Zhaolle, bl. 413.
Meerveld (H e r m a n van), Westfaalsch Edelman,
bl. 62.
Megen (Botdrager en * dito van Heer J an
van), bl. 176.
M e i j e r (De Heer J. E. G.), te *s Huge,
bl. 267, 269, 271, 272, 291 ,‘ 292; énz.
Me i je r (De Heer J. de), ^ Numismaticus te
Gend), bl. 166/
Mein. Tot aan deze rivier strekte zich. het
volkenyerbond der Franken uit , bl. 8.
Meissen (E g b e r t , Markgraaf van) ,' bl. 25.
Mewergaderingen, b l. 20.
Mendicanten (Munt geslageri ten behoeve der
arme), bl. 364, 865.
Mejie. land (Dat), bl. 54.
Menschenoffer, b l. 15.
Mentz (Een1 rad, wapeh der stad), bl. :184.
Mereweda (Lahdstreek), bl. 23.
Metz (Bisschop Van), bl. 118.
Meurs. Zie W a l r a v e n .
M ic h a e l (De Heilige). Zie-op Aa/ttsengel.
Middelbwrg (St. Nikolaaskerk te), bl. 234.
M i e r i s (P. v a n ) , Bisschoppelijke munten van
Utrecht, bl. 34, 35; begaat eene vergis-
sing, bl. 35; zie verder bl.’50; tipi Cha/r-
terbdek aangehaald, bl. 50.
M ie r t (De Heer v a n ) , Numismaticusy b l.
159.
Migter (Bisschoppelijke), : bl. 234.
Miles of Bidder (De titel van), bl. 146,
147, 160, 161, 162, 163, 164, 165,
166, 174.
Mimigerdesford, later Munster, bl. 14.
Misbruik in de' kerk,' bl. 116.
MisdadJigers (Yervolging van), bl. 117.
Missi dominici, bl. 21.
Miten Vlaems, bl. 315.
Moeras (Groot ontoegankelijk) bij de Eevns,
bl. 5.
Molen (Het kasteel ter), bl, 71.
M o l h u i s e n (Ds. P. G.), Aar drinks- en Ge-
schiedkvndige Predikant te Deventer, bl. 4,
6, 14, 16, 19, 27, 28, 29, 32, 53,
enz.
Mollentsche peninghe (sic), bl. 204.
Momb er, bL 91.
.Monachu8 Saxo (Ri]m^3xiy van den), bl. 14.
M o n d r a g o n (De Overste) in Overijssel, bl.
137.
Moneta (Beteekenis van het woord), bl. 24.
iROX2SH!2£ OG I2©R30. Opschriffc op
eene Kuinresche (nagemaakte) munt j bl.
165.