Ter zijdè staat:
Bij de verclaermge van den
waerdeyn ende assayenr
met qnitantie daerop die
men tsamen hier overge-
levert.
Ter zijde staat:
Bij qnitantie van den waerdeyn
en assayenr houden-
de als in den text Her
overgelevert.
Gemerci die Co. Ma-
jesteit nyet en schijnt in
des'e costen gehenden te
zijne ende naer dat Her van
ten burele gevaceert (?) is
geweest, en dat men nyet"
en herindt, dat eenige officiers
gelijcke oncosten in
rekeninge tot laste van zijne
Majesteit geleden zijn,
Soe werdt dit Mer denr-
slagen.
Ter zijde staat:
Bij de ordonnantie des er
cameren als in den text
hier overgelevert ende was
geteekent onder de handt
van den commissaris Bat-
taller.
hyer in munte deser rekeninghe de somme van . c.xxiiij k.xij fi.
Competeert noch aernt Sacklerz. over zijne vacatien ende costen bij hem als
waerdeyn van de voorscr. munte van Hasselt gedaen int maicken van de voorscr.
busse, Beghinnende den xviij Junij tot den xxx11 Junij, derthien dobble da-
ghen, maicken xxvj dagben voer reysen ende comen thien daghen tot xx
stuvers daechs, maict . . . . . . . . xxxvj gHden.
Item noch competeert den assayeur particulier over zijne vacatien derthien
dubbie daghen, maicken xxvi daghen, voer reysen ende comen thien daghen,
tsamen zessendertich daghen tot twintioh stuvers sdaechs, maict xxxvj gHden.
Maict in als de somme van tweo ende tseventig .guldens, die desen munt-
meester den voorn. waerdeyn en assayeur particulier van de voorscr. munte
van Hasselt betaelt heeffc, Breder blijckende bij sekere declaratie ende quyt-
tantie van den voorn. waerdeyn ende assayeur ende bij hen beyden onderge-
teyckent, die men hyer overlevert, dus hyer in munte deser rekeninghe de
somme van . . . . . . . . lxxij *-
Doorgeschrapt is Tiet volgende:
Die voorscr. muntmeester die noch betaelt heeft Beynier Hoppers ende
Heynrick Joestenzoon, waerdeyn ende assayeur van Co. Ma*8 munte tot Hasselt,
de somme van neghen ponden, achthien schellinghen, munte deser rekeninghe,
ter cause van verteerde costen, die zij:bèyde ghedaen hebben, doen
zij van den generaels ontboden zijn geweest ora hen behoerlijckeU eedt te doen
op die nyeuwe Instrucfcie, breder blijckende bij quyttantie van den voorn.
waerdeyn en assayenr ende bij hen beyden ondergeteyckent, die men hyer
overlevert. Dus hyer de voorscr. somme van . . ix xviij fi.
Colijn Dries, deurwaerder van der Camere van de Bekeninghen, betaelt zes
Karolus ghuldens, die hij naer ouder ghewoenten ghenyet, zòe wanneer de
busse in. den Hage gheopendt werdt, voer zijne moeyten ende arbeyt int ad-
ministreren ende beweghen die behóuffcen der selver, Ende dat van den busse,
die in der maent van Junio anno xvc vijff ende tsestich gheopent es geweest,
Blijckende bij ordonnantie ende quytancie, die men hyer overleverdt, Compt
hyer in munte deser rekeninghe, de somma van . . . vi *-
Die voorscr. Muntmeester, die noch betaelt heeft Jan du Boos, poorthier
van Co. Mafa hoff in den Haghe, de somme van twintich stuvers, die hem
naer ouder ghewoonte comen van dat hij de poort van ’t hoff gheopendt ende
des selfö muntmeesters bussencolen ende materiaelen, doen passeren ende
repasseren heeft, ter plaetsen. comten . . . . . . . aidaer de selve busse in
Junio -vijff ende tsestich gheopent es gheweest, Breder blijckende bij zijne Ter zijde staat:
quyttancie die men hyer overleverdt, dus hyer in munte deser rekeniughe de ^ ü^den
somme van . . . . .. . . . xx fi. ^ IjS °yer.* gelevert ende is
Die voorn. muntmeester over sijne reyse orame ghecomen te wesen van Has- ordinaris.
seit, plaetse zijnre residentie, alliyer in den Hage, ömme'dese zijne Bekeninge
te doen prepäreren ende maicken, en die mijnen heerCn van de Bekeninge te
doen overleveren ende oick dat hij sekere coperen leggelt ter camere van de Ter zijde staat:
rekeningen geleverdt ende doen leveren heeft, In *t welck te doeue die voorsbr. j^otenuTdör
Muntmeester gevaceert heeft xiiij dagen tot xxviij ° j o o st8 sdaechs, f. acit rceakmeenrme gvea n dine
xix | | xij fi. den Hage ten
‘ i ; n bureele op ten 4a Somma . . . . . . ijc xxilij lllj ß. xxiij“ van Jnlio
Somme van'al den vuytgeven deser rekeninge . . ixc i xiiij ß. vi den- .......
Dus compt ende men, desen muntmeester liier schuldich blijft woeJLäi8611"
iiije 5cvij } xij ß xi tan piyem. Tai xl gn»t- wa]!erand.
TJit dit stuk blijkt oirs, dat de Muntmeester heette Flöris FTorisz., die de
Munt, gelijk toen steeds ket gebriuk was, op zekere voorwaarden gepächt had,
de waardijn Arend Sackle, en de ijzersnijder of graveur Arend Gheelvöet; fer-
wijl eenige muntijzers te Arnhem gesineed waren door Pieter -Jansz. Smidt.
Gedurende bovengemeld tijdvak waren, even als in de meeste andere Neder-
landsohe Gewesten, geslagen geworden in goud: heele en halve Realen; en in
zilier': dusgenaamde silveren bälfven Realen Philippus, halve dito, vijfde dito,
tiende dito, halve'stuivers en Ilollandsche penningen.
Van al deze munten is hehalve van de eerste (de heele Realen) en de voor-
laatste (halve stuivers), waarvan ons tot dus verre nergens meer exemplaren
zijn voorgekomen, in vele Kabinetten nog een meerder of minder groot aantal
voorhänden.
. Wij gäan oier tot- de verschiltende munten.
In de Rekening wordt eorst verantwoord de heele gouden Meael, even als in
de andere Nederlandsßhe Gewesten geslagen ter waarde van zestig, doch ter
toenmalige koers van zeventig stuivers,; op een geholte van drisentwintig