bezit, volgens v e r a c h t e r , Bommens N" 2 , page 26, een ander exemplaar met.
GOBRS in de plaats van GVBRQ
misschien wel het stuk, dat wij boven onder N” 6 mededeelden.
Wij zijn genaderd tot de munten der Johannessen, Heeren van Kuinre.
N” 8 is’een zilveren penning , geslagen naar het voorbeeld van de munten der
omliggende Vorsten, zoo als b. v. de Bisschoppen van Utrecht, de Graven van
Holland, een der Hertogen van Braband, de Heeren van Loon, enz.
Op de vz. ziet men ’s Graven ongedekt hoofd links. Omschrift:
* I02SBSS: GIVISOH©.
Uit dit tweede barbaarsehe woord zoude men moeijelijk kunnen opmaken, dat
deze munt er eene was van de Graven van Kuinre, indien de keerzijde ons
niet te hülp kwam.
Deze kz. bevat een gevoet kruis met vier gelijke beenen. Tusschen deze
beenen ziet men de letters:
I (?) S (?) O 35.
Wederom de.naam van den Graaf Johannes (?). Terwijl in den rand gelezen
wordt: MO | BSm 1 2EIG 1 VRS.
Hetgeen men dient te verklären door: Moneta in Ounre, of: Munt (geslagen)
binnen Kuinre; want er kan een dwarsstreepje boven de V bedoeld zijn, even
als wij later op N“ 18 zullen ontmoeten.
Z. weegt 0,4 w. Z®. Eigendom van den Kolonel d e r o i j e va n w ic h e n te
Nijmegen.
N" 9 is eene dito munt van eenigzins kleiner middellijn.
Vz. Het ongedekte hoofd van den Graaf links. Omschrift:
JBOBSTZS 101}-----
Kz. Een kruis als op N” 8. Tusschen deszelfs beenen de letters:
I O K S.
In den rand:
Mill | IUI I 6 O GV I BB©.
Z. weegt 0,4 w. Zs. Eigendom van Professor s e r r h r e te Gend.
Het is de eerste maal dat ons op eene Nederlandsche munt de titel van miles
of ridder voorkomt. Gelijk wij gezien hebben, was de vroegere titel der Heeren
van'Kuinre op hunne munten die van Comes of Graaf. Hoe komt het, dat
deze voortaan niet meer gevoerd wordt, maar dat deze Heeren zoo dikwerf
Bidder heeten? Was het slechts eigendunkeüjk, dat zij den Graventitel op
hunne munten lieten voorkomen, en hebben anderen zieh aan deze aanmatiging
laten gelegen liggen, waardoor aan die Kuinresche Heeren de lust benomen
werd om bij voortduring eenen hoogeren titel te voeren dan hun toekwam ? Wij
wetenhet niet. De geschiedenis zwijgt. Op de oudste munten en ook op eene
der ons bekende jongste komt de titel van Comes of Graaf voor. Men verge-
lijke hiermede de aanteekening op bl. 147, overgenomen uit d u c a n g e . Het is
te bejammeren, dat alle Archieven van het geslacht der Heeren van Kuinre
verloren schijnen gegaan te zijn. De voorkeur van den titel van Miles boven
dien van Comes kan tijdelijke redenen gehad hebben. Wat de tegenstelling van
. Comes .en Domicellus betreft, deze vindt ook plaats in rekeningen en Charters
van ’t laatst der veertiende en het begin der vijftiende eeuw.
Wat den titel van Miles op munten betreft, zij is ons buiten de geldstukjes
der Heeren van Kuinre nog niet voorgekomen. Ma der, die in zijne Kritische
Beiträge zw Münzkunde des Mittelalters, Th. IV, Seite 118—226, eene uit-.
muntende verhandeling geeft over de titels, die op de middeleeuwsche munten
gevonden worden, vermeldt dien van Miles of Bidder niet, terwijl hij echter
zoo vele, als daar zijn Bum, Archidux, Princeps, Comes, Marchio, Burggra-
vius, enz. enz. opgeeft.
Onder N“ 1 deelen wij op de Supplementplaat (N“ XX) een muntje mede,
dat wij eerst ter zijde hadden gelegd, dooh later bespeurden, dat toch tot Kuinre
zoude behooren.
Kondom het hoofd op de vz. staat:
HSGIl (?) 77S I$VB___
Op de kz. tusschen de beenen van het kruis:
MIL (?) | ITIS | DSG (?) IHR.
Z. weegt 0,4 w. Z®. Eigendom van Professor s e r r u r e te Gend.
Door den Heer t h om s e n te Koppenhagen is aan MV j . d ir k s , en door dezeu
aan ons, welwillend toegezonden de teekening van het'muntje onder N" 10 af-
gebeeld, door gemelden Heer t h om s e n aan Kuinre toegeschreven.
21