op veel minder zuiver gehalte was in- de middeleeuwen al zeer sterk en algemeen.
Zulke schandalen kent onze eeuw toch- niet!
Zoo verre hadden wij onze Platen gegraveerd en den tekst gesteld, toen ons
nog van twee zijden dergelijke munten geworden, namelijk van den Heer j . ms
m e i j e r te Gend, alsmede uit de nalatenschap vanwijlen den Heer j . b e c k e r b z .
te Amsterdam. Wij deelen ze allen mede op onze Supplementplaat (N JXX). Die
van den Heer d e m e i j e r | onder N° 2 , 3 en 4 , zijn ons alleen in v rij onduidelijke
cliches geworden. Op N° 2 leest de Heer d e m e i j e r :
OVPIi | MO • | SGIVX2.
Wij daarentegen in den aanvang: DVII2.
Op de keerzijde staat:
MOJ2 | e r o s | OS G | VBS.
N° 3 heeft rondom de voorzijde:
tfr Monsmzc | IOljI
en rondom de keerzijde:M
. . . | IM | S O S a [ IX2BS.
N° 4 eindelijk:
MOB—STOS . . GVBS.
N” 5 van den Heer b e c k e r heeft:
IDGSIOVlGSJß (?)
Keerzijde: Milt | IMS | OS GV | IBIS.
Weegt 0,85 w.
N' 6 : (MO)BSroK OS GVBS.
Keerzijde: MHi | OTIS 112 M | OSGI {in mrnte de Ounre (?).
Weegt 0,95 w.
N- 25 is al weder zoodanig eene nabootsing, en wel van de te Aalst gesla-
gene dubbele grooten der Vlaamscbe Gravin Margaretha, bijgenaamd de marte
Margriet. Zij regeerde van 1244 tot 1280.
Vz. De dubbele arend, of liever arend met twee koppen, binnen een ver-
s ie r s e l , bestaande uit vier bogen, die aan de vereemgingspunteu als bloemen
hebben. Het omschrift luidt:
% IOijZIBS • DOMI • OS • GVHBS.
Kz. Een uit drie banden zaamgesteld kruis, dat in het hart en aan de vier
einden openingen, bijna als roosjes, heeft. Tusschen de beenen de letters :
I O Tri S.
al3 navolging van het TSIiOS (1) op de munten van Margaretha.
In den rand staat:
m o r o s | G ü b s 1 1 • om i | o om i.
De Heer v e ra c h te r heeft deze munt, waarvan het eenige bekende exemplaar
m de Verzameling des Heeren edgène reo n au t te Gend berust, naar eenen in
der haast gemaakten afdruk, onder N° 4 , op zijne Plaat in N° 2 der Docwmens
pour senir à l'Histoire Monétaire des Pays-Bas laten afbeeiden. — Aangezien
het ons nu duidelijk was, dat deze afbeelding nog al iets te wensohen overliet,
ook ten opzigte van het tweede deel der legende op de keerzijde, hebben wij
ons tot den achtingswaardigen grijzen bezitter der munt om eenen beteren afdruk
gewend. Wij hebben die op de meest heusche wijze bekomen, maar het
is ons gebleken, dat het tweede gedeelte onzer lezing van het opschrift op de
keerzijde (GI2BS), vooral wat de tweede letter betreff, zeer onzeker is,
Voluit zal er bedoeld geworden zijn: Mo(ne)ta C(u)nre(n$is) ¿(n) {n)omi{ne)
B<mi{ni). Dit laatsto: in nomine Domini, zal eene navolging zijn van hetgeen
ons op eene Koeverdsche munt later zal voorkomen: irr nomine patris, filii, ac
Spiritus sancti.
Z. B. Het gewigt is ons onbekend. Z®. Eigendom als opgegeven.
N° 26, 27, alsmede N° 7 en 8 op de Supplementplaat (XX), behooren tot
die voornamelijk aan Néderland eigene soort van ruitermunten, welke men vroe-
ger niet wist tot'welk tijdvak te brengen, of dat van Margaretha van Konstantinopel,
d. i. de zwarte Margriet, Gravin van Viaanderen (1244—1280), of
wel van Margaretha van Avesnes, Gravin van Henegoutoen (1345—1356).
Over deze munten is het eerst opzettelijk gehandeld geworden door den Heer
E. c a r tie r , in de Heime de la Numismatique Française, I , p. 175 en Pl. IV ;
doch waarop de Heer chalon in het zelfde deel, page 260, antwoorddé; op
(H Hh TîIlOS is zelfs slaafs overgenomen op eenè dergelijke gecopieerde mont van
Reinoud, Heer van Koeverden, door ons later uit te geven.