Bürman, Utrechtsche Jaarboeken, bl. 85.
Buskaens (Mollemsche), bl. 204; (havikken
of arenden van Mulhèim?)
B o s sch e (R e in o l d t e n ) , Burgemeester van
Zwdlle, bl. 883;
B ü s so h iu s ( J o a n ) , A b t van Spanheim, b l.
833.
Bussen (Munten in de), bl. 822.
Buigens ofte twelffplacken {Penninck van 3),
bl. 269.
Butghen, bl. 219.
Butken {Olde), bl. 186;
Butken, mnntsoort, bl. 249, 25Ck
Butkens ijseren te Kampen in 1489, bl. 320.
JBuurschap, bl 29.
BwursprakenBoek, bl. 275.
. C . •
Cabinet du Prince de Digréë‘j (Prèfessdr S e r r
u r e ,) b l. 184, 412.
Ga e c In a , Roineinsch bevelhebber, bl. 5 .
C a e s a r (Schriften van J ü l iu s ) , bl. 35, •
Cameraarsrekening (Deventersche), bl. 29,69,
345.
C a m e r a r iu s , b l. 2 2 6 .
Camerick (Munt van), bl. 891.
Cançellier, bl. 226.
C a n g e ( d u ) , b l . 8 1 noot}
Capellae in tegenoverstelling van ecclesiae,
bl. 141.
Capitulare Paderbornense, bl. 14.
Captign-generael van der Munte, bl. 226.
C a p ü t i o ( N i o o l a u s d e ) , b l. 6 0 .
C a r t ie r (E.). Zie Revue Française, bl. 167.
Castiliaens blancken, zilveren inunfcsoort,
b l. 1 8 2 .
ÜAUen S c h e l t u s , Groot Placaetboek, bl. 225.
Cavaliers of Ruitermunten> bl. 172.
Chalón, Monnayes du Hainaut, bl. 159.
Chamaven, onde bewoners van Overijssel (?),
bl. 3, 4; Chamavenland, Hamaland, bl.
4 ; verder bl. 7 ; — vereenigen zich in
Overijssel met Ériezen en Saksers, bl. 9.
Charterboek. Zie v a N M i e r i s ; wenschelijk-
heid van een Charterboek van Overijssel,
bl. 53.
Cherusker s. Zie A r m ïn iu s .
Christendom, en Slavemig bij de Saksers sy-
noniem, bl. 10.
Chronicle {The Numismatic), bl. 157 twee
malen, 832.
Chronicon Egmundanum, bl. 40.
Cijns van boter, bl. 64.
G i v i e o n s . Opschrift op eene Kuinre-
sche munt, bl. 160.
dunder. (?), bl. 8 , 28.
C ïv ïl i s (C l â u d iü s ) , b l. 6 .
Civitas Cunrensis. Opschrift op eene mnnt,
bl. 157; over de verschillendé opvatting
van het. woord civitas, aldâar,
GIVHB2SÖ SVIilGR. Opsçhrift op eene
zeer oude mnnt, bl. 332,
Clauweken, mnntsoort, bl. 186; (de naam
van éenen vogel ontleend?)
C l e e f p (Verzameling van Dr. M u n n ic r s
v a n ) te tJtrecbt, bl. 164, 230, 234, enz.
Clemens (J^erk van St.) te Steenwijk, bl. 146.
Clemrnerguldens ( Geldersche) , bl. 310.
Cleresijen van de kerken van Utrecht, b l.
65.
Cl/eve {Fürsten van) , bl. 260.
Cloister tot Wijndeshem, b l. 279.
Cl o t a r iu s , bl. 9.
C l o v is (De Erankische'Eoning}, grondleg-
ger van» het Erankisçhe Rijk, bl. 9.
Coelsche postelaeische gulden, bl. 181, 837.
GOI (ypor Comitis). Opschrift op eene
mnnt, bl. 158.
Coin voor Keulen, bl. 259, 260.
Coloreren van munten, bl. 376.
Colsche march, bl. 274 twee malen,
COSIH D 0 GVR0. Verkeerde lezing op
eene inunt, bl. 170.
Comitatu8 agridiocensis, bl. 27.
Commissie {Munt-), bl. 222, 283.
Communicanten (Getal der) in 147 3 , te Deventer,,
ZwoUe en Kampen * bl. 3.
Compartiment, bl. 2Û6, 287.
C o n ic k (D id e r ik .) , Yrijgraafr b l. 9 0 .
Coni/nck Fferdmandus Dalers, bl. 238.
GOI2RS voor Cunre, bl. 159.
Contracedell, bl. 265.;
Conventiemunt of gemeènschappelijk geld, bl.
37.
Coppenholle, bl. 190.
Correspondance de Marguerite d'Autriche,
bl. 106 noot, 108, 111.
Costumen en usantien, bl. 242.
Couordessche (sic) munt, bl.. 345.
Crecy (L o d ew ijk van). Gouden Schilden
van dezen Graaf, bl. 61.
Credentz of Geloofsbrief, bl. 261.
Creta (Bisschop van), bl. 231.
Crevecoev/r (Munt van eenen Heer van) , bl.
172.
Croix pattêe, bl. 159.
Cromstart of Cromstert, bl. 186.
Cronen (Olde), bl. 189; Savoysche, Bertaen-
sche, Aquitaensche, Foys en Swinsche, aile
aldaar.
Gronographia de Beigeren, bl. 148 noot.
Cruce, bl. 275.
Crucer8, mnntsoort, bl. 204.
Cruoninca. Zie Gruoninga, bl. 84.
Crusaten, nummi cruciati, • bl. 179.
Crvvten onder de oudste kerken van Overiis-
sel, bl. 18,
Crysaten, muntsoort, bl. 179.
GVI2DR2S. Opschrift op eene munt, bl.
171.
C u n e r a (De Maagd) zoude haren naam aan
Kuinre gegeven hebben, bl. 142,
CVR0 . Opschrift op munten van Kuinre,
bl. 171.
Current {Golden gulden), bl. 802.
Curtes of Hoven, bl. 18.
C o s a (De Kardinaal N ic o l a a s d e ) in Overijssel,
bl. 88, 89.
D.
Daalder (Oorsprong van het woord), bl. 226.
Zie ook Daler. . .
Daalders (Heele en halve), bl. 135.
Daemonen (Het eten ter eere der) verboden,
bl. 15.
D a g o b e r t (Munten van Koning), bL 21.
Dagvaert, bl. 105.
Dagvaartenboek, bl. 259..
jDalem (Graafschap), bl. 58.
Daler van Nijmegen dient tot rigtsnoer voor
den Muntmeester der drie Steden, bl. 207.
Dalfeen, bl. 345.
D am D wz. (Verzameling van den.Heer J.
v a n ) te Rotterdam, bl. 267, 268, 269.
D am h o u d e r e (J.), bl. 874.
D a n ie l s de drukker, bl. 187.
Dauphin van Viennois (Munt van J a n ,)
bl. 172. .
Daventre. Oude naam van Deventer, bl. IS.
D a v e n t r ia . • Opschrift op munten, bl. 89.
D a v id van Bourgondie (Bisschop), bl. 89,
90.
Davidsguldens, bl. 180.
Deductie of uiteenzetting, bl. 245.
Deenen (Verwoestingen der) in Nederland,
bl. 88.
Dekens, bl. 116.
Delden, bl. 92.
D e l p r a t (De Heer G. H. M.), bl. 205.
Denarien (Erankische), bl. 21; Bisschoppe-
lijke ■—v bl. 35;, 47, enz. •
Denarii serrati in Overijssel in gebruik,
bl. 7.
Denekamp. Aldaar eene der drie Kruisker-
ken van Overigssel, bl. 19.
Denema/rken (Koning van), bl. 108; munt-
vond in — , bl. 157; Zwolsche munt me-
degedeeld uit — , bl. 31.
Dev/ren (Met ijzer beslagene), bl. 64.
Deutgen, bl. 186.
Deventer, bl. 2; bevolking van —-, bl. 3;
locus en pori/us in de achtste eeuw ge-
naamd, bl. 12; L e b u j n u s doopt en predikt
aldaar, bl. 12; mogelijke eerste oorsprong
der stad, bl. 19; de oorsprong der stads-
regten schuilt in het duister, bl. 19, doch
zij heet reeds in 954 stad; was in het Graafschap
van Wichman gelegen, bl. 19;
munt en tol te — , bl. 23; land of ma/rkp
van —, bl. 25; was de hoofdstad der
gouw Hamaland, oudtijds Taventeri ge-
heeten, bl. 32; en Daventre, bl. 13; door
de Noormannen uitgeplunderd, bl. 83; de
Bisschoppen r a d b o u d en b a l d e r ik houden