
/ f ’
4 ’* ”
i t " 7
f e ì| h " A
jllT i
1
ffi 7 !3 7 .
üéíli
TMA®iii; '
:i)7
® T*ii
■'Íí i
\ k
’ ' f t , A
' Í
l!M‘
■MM'
bill
E G E N D E
2 : a m : e n s p r a a k
O V E R D E E I G E N S C H A P ?
P R N D E R V O G E L E N ,
f^oeg cpfiaan^ Gedaante der Vogelen, Zin-
tuigen, Bek. Maag. Zang. Vleugelen. Pennen.
Vederen, Dons, Vlugt. Koleur. Hah
zen. Pooten. Knieen, Slaap, Beenderen,
paaren, Nesten. Eieren, Broeien. L ie fde,
Heentrekken. Terug komen. Nut-
tigheden, Bewaaring.
VRAAG, Z o vroeg op in den Morgen?
fto n d , daar g y niets te doen h e b t ! ^
a n t w o o r d , N o o it was er een t y d , waarin
ik niets te doen vondt ! Ledig te zyn heeft
my altoos bpven alles verdrooten, Ik d ur f
haast z e g g en , da? nooit gekend te hebben ^
zints ik le e rd e , eene nette orde in alle
myne zaaken te houd en, en altoos maar
ééne te gelyk ter hand te v a t te u , waar«
door ik meer dan cen ander afdoe ; en ,
vermits ik zorg draage , dat ik altoos dingen
van verfchillenden aart te verrigten
heh b e , worde ik met ligt in mynen arbeid
moede ;
V R Q E ® O F S T A . A N . Í 55
■ mpede ■want , zo dra de lust tòt het epne
begint te w y k e n , ftappe jk aanRpnds tot
het ander o v e r , en dps werke |k pityd
met eenen wakkerpn yver voort, V o lg dit
voorbeeld 5 waarvan gy zeer groote yopr-
deelen zult trekken. Dan , ik behoor U
ye yraagen , 'waarpm gy zp vroeg z y t pp*;
p ila an ?
V . G y hebt my de dwaasheid van de
Orde der Natuur om te kee ren, van te flaap
e n , wanneer men b.ehoort te waaken ;
van bezig tg z y n , wanneer men behoort
te ru s ten , zo nadrukkelyk onder het oog
g eb ra g t, dat ik my niet danger heb. -wil-
len houden aan mynen ouden trein. Ik
g in g , gisteren a vp n d , vroeg ten bedde
cn nu ben ik yroeg opgereezen , zo ver
kwikt en zo vro lyk over den fchoonen
Morgenftond, dat ik het Ü naauwlyks kap
mtjdrukken ! ^
A. En wat wilde gy nu beginnen ?
V . Naar den H o f o f in het Veld gaap
■wandelen , de Werken van mynen weldoen?
den Maaker befehouwen, Hem de eerfte
pfferhanden van mynen L o f , al wandelen-
d e , toebrengen en in deezen verrukke-.
lyken ochtend den zang dpr Vogelen , my
zo weinig bekend, gaan hooren : want voor-.
been fliep i k , toen ze reeds eenige uuren
voor my gezongen hadden.
........... ■ ” ' .................... A , „ O ,
S i l
'n
Il j
I :
i : I