
te ß t f i ' l
t ! f «I ’ I
I f I) n .Jl
k . H l/l
pieuwe lyiaan, zyqe Kuit fch ie t, e n ,
ras het die gefchooten heefp, groeit er we^
iderpm eene andere a an , des zyne vruchtbaarheid
ongelooflyk groot is r- Verwon,
ider U , dat de geenen , die men in dp
IJoprdzee v a n g t , de Kuit by zich hebben ,
jen y§n millipenen, in dc Zuiderzep gevispht,
paauwlyjks dCn : opk dat er Zomers zyn ,
waarin nien daar gpen cen mpt Kuit yangtf
In zestien jaaren ty d s , heb ik egter. ¿¿neu
JZpmer, naamelyk , die van ’t jaar 1 7 70 ,
beleefd , waarin ze byna alien mpt Kuit bCc
laaden waren - — Verwonder U , dat dit
Vischje aast pp andere Hoprn- en Schulp.-
vischjes , ciip de groptte van eenen Zandkof-
Tcl hebben — Verwonde? y , als gy ,
de Schaal, mef hef Microscpbp beziende,
dezelvp met zwarte v la k je s , in de gefiaantp
yan ropsjes en ile rre tje s , getygerd ziet ,
hebbende fommigen penen witten rand ——^
Verwonder U , dat dc' kleine Garnaat in dc
Z e e , ten aanziene der groote Schollen, gelyk
is aan het kleine Kwikitaartjp, ten ppzigte
fier gropte Koekkpekcn te Landp, dat i s ,
aan het l y f van djt gej-ingp Zee - Vischje
tusfphen dp pootjes yindt men Blaasjes
, in welken , geppend en met het Mi-,
croscppp bezien , men jonge Schojletjes ontdekt.
D c Garnaat is dgn dc broedftcr der.
fchpllen. W ie verklaart ons daarvan de re^
fien , gelyk w y ze in den Koekkoek gevondph
den hebben ? W y d yerfchilien Visfchen van
Vogelen ; maar welk eene zonderlinge Een*
yormigheid is hier tusfchen een Vischje en
cencn Vogel ! Eindelyk verwonder U , dat
dit kleene V is ch je , zo hard als lekker van
vleesch , by ieder een g e a ch t, aan zo vee-
le n , die het vangen en koopen , den kost
geeft. W e lk een gering Schepfel ! zo keurig
gefchaapen door eene Almagtige hand,
dat w y het nog niet wél kennen ; en d a t ,
by zo veele millioenen in de Zee voortge,
b t a g t , tot eene algemeene vervulling , door
de oneindige Goedheid van onzen g o d , dagelyks
op duizend Vaderlandfche tafels van
grooten en geringen k om t , altyd even graag
gegeeten. Zulke Voortbrengfels levert ons
de Zee 1 Vóór eenige jaaren liet een
R e g en , gelyk ik U'reeds gezegd heb , Gar-
naaten uit dc Lucht vallen , buiten Elburg.
p i t was geen Wonderwerk. Eene Hoos hadt
z e alvoorens uit de Zuiderzee gehaald, eq
liet ze daarna op de aarde regenen - -
Hoe zonderling het Maakfel van dit Vischje
moge z y n , noch iets vreemder heefc een
kundig Waarneemer daarin gevonden, dat
men niet vermoeden z o u , naamelyk, dat
deszelfs . Oogen eenige duizend vierhoekige Facetten
hebben , did men in onze Puisteby,
ters zeskantig bevindt. Ik h eb , met geene
kleine verwondering, deeze overeenkomst
tusfchen de Oogen onzer Land-Infeßen , en
D d 5 ' di©