
I ri ' ' 'fl
.if í ' ll ! í'
■r í i ,
■| I ¡I ll
J.P ’
J p iF f ! t|
í ''
I
Iri
K © T -.
toe vier o f zes fmalle en zagte Balynen ge?
noeg z y n : zeker meer aantepryzen , zo er
fets van dien aart moet • gedraagen wo rden,
dan d e ’ ftyve Keursiyven , die ■ het Lichaam
veelal fche ef doen groeien , de Ademhaling
Belemmeren , de Spysverteering beletten, de
Gezqndheid krenken , çn meer andere nadeelen
van groot belang doen : des het te v e r wonderen
z y , dat men ze niet openlyk vcr-
boodeh h e e ft, o f dat het grootfte getal onze
r Vrouwen en Jufferen noch härdnekkig
b y • derzelver dwaas gebruik kan blyven
volharden --— - Wordt ' ook niet hec uitge?
kookte Spek in de Lymkookeryen met nut
verwerkt ? Is niet de Olie der Beenderen
deezes Visçhs , onder den naam van Knoko-
|ie bekend , voordeelig in kneuzingen ? Eeten
niet de Groenlanders het Spek der ton g,
en het Vleesch dier ■ Visfchen met fmaak ?
Verdryven ze piet , door het branden der
Traan in hunne lampen , den» dro.evigen langen
N a g t , die byna een half jaar by hen
duurt ? Kooken z y niet hunne® fp y z e boven
dezelven gaar ? Voelen niet onze Kranken,
met borstkwaalen b e z e t , veel verligting o f
geneezing 5 wanneer z y de ftoffe , die men
in den kop deezer Visfchen v in d t , to t e e n
geneesmiddel gebruiken , ß welk de fcherp-
heden verzagt , en de verzweeringen der
borst zuivert ? * En , wanneer men den Visch
dus
« A 2 1 4 0 B RUI NV I S CH.
dus geplonderd h e e f t, mögen dan
Roofvogelen , die ook leeven moeten, OB
den dryvenden romp te gast gaan ?
V . Nil weet ik de reden , waarom deeze
Visch z o groot is gefchaapen: w y zouden
- anders maar weinig Spek van hem haalen l
Ik houde hem nu ook voor epn zeer nuttig
gefphenk'des Hemels.
A . W y hebben ook kleinere, die ons
Traan geeven, bru?nvisschen van ons ge-
h e e ten , dikwyls van my aan de Helder in
Zee ‘ gezien , ook eens eenen by Warder ,
een Noordhollandsch P o r p , op ftrand ge-
worpen. Z y zyn van vyf tot agt voeteq
lang ; hebben eenen korten ftompen B e k ,
kleine Oogen en Kaaken met tanden; z y
zyn boven zwart en onder w i t , met eene
gladde huid ; hebbende op den kop een
Blaasgat ea drie Vinnen. De Rugyin gelykt
paar eene halve M a an , hol van agteren
de Staart is als een zeisfen. Z y z y n 'v lu g
in het zwemmen , moeielyk qe vangen; doph
leveren veel Traans,
V. Onze Keuken wint niets by zulke Vis?
fchen?
A. Voor deeze zorgt g o d ook door ande?
ren daartoe te g e e v en , by vo o rbeeld , den
fraaien s t e u r van tien tot twintig voeten
len g te , die men hier op den Y s f e l , z e lf ter
zwaarte vao. twse honderd, Cü cläets van
duiir
- t e
ft»:
l ' f f■ :
ll 1.
■ ®
r .1
'»;
,1 !
j
,1 if'js
---