
66 H H N Ö.
H
V. De, Huis* Patrys- en Windhonden véf-'
dienen dan den hoogílen lof.
A. Elke foort heeft zyne verdienften! D e
Haazewind is zekerlyk van de fraaifte geftaJte
, een fchoon Dier ! ik heb my egte r
zeer dikwiis verwonderd, dat hy zo weinig
heeft van de aanvalligheid en vriendelykh
e id , die andere Honden ons zo ryklyk be-
toonen. Onder de twaalf is er foms geen-
é én , die ons vieit. Z y gaan ons onverfchil-
lig voorby , en fchynen weinig ingenomen
te zyn met den Menseb. De Herdershond
is wel de le ly k fte ; doch by overtreft , mogelyk
j alie anderen door ingefehaapen’ hoedanigheden.
V o lg den Kooiman naar de
Eendekooi, en gy zult z ie n , *hoe onver-
moeid die Hond zynen Meester helpt in het
vangen van Eendvogelen. Hoe zou het een
Herdersjongen in de wyde Heiden van Dren*
th e , van de Veluwe , van de Meyere van
’s Hertogen-Boseh , en van de Baronnie van
Breda maaken, ais hy met eenige honderd
Schaapen , ’s morgens, zal uitgaan , dezelven-
den geheelen dag in zo ruime vlakten hoe.
den , en , ’s avonds la a t , met hen terug
k eeren, zonder één te v e rlie zen , hadt h y
zynen Hond niet by zieh ? Deeze loopt
altoos den weg , links en r e g t s , over en
wéer , agter de uitgaande kudde, en d r y ft
z e voort tot in de H e i ; daar hy , wanneer
67
« graast, zieh by zynen jongen Meester
legt te rusten , e n , terwyl deeze een Her-
derslied op zyne fluit opdeunt, het oog op
de afzwervers houdt, welken hy , , opftaan*
d e , met een verftoord g e b la f, weer naar den
grooten hoop ja a g t , o f geeft men hem
geen gehoor , er naar toe lo o p t , en op eenen
forfchen toon hen dwingt , zieh by de
anderen te houden , waarna hy tot de wagt*
plaats w e é rk e e rt, en daar bly ft rusten.
Verzuim niet dit te zien , wanneer daartoe
gelegenheid is.
W a t verder ?
A. G y moet van my niet vo rde ren , dat
ik U den aart van elke fo o r t , en hunne
dienften breeder zal ophaalen — — De
fterke Honden (w e e t g y dit n ie t? ) trekken
de kleine zwaar belaaden’ wagentjes, kar-
nen de b o t e r , o f draaien het fpit in de
k eu k en Anderen zyn de gidfen der Blinden
, gelyk g y te Amiterdam op dc Scheeps-
timmerwerf der Oost - Indifche Compagnie
kunt z ie n , daar de Blinden, die de flyp*
fteenen draaien , naar dezelve af- en aange*.
trokken worden door de Honden, met een
touw aan derzelver hand gebenden , wanneer
de bei lu id t , om den arbeid te beginnen
o f te eindigen : elke Hondt brengt den
draaier by zynen eigen« flypftcen , nooit by
eenen anderen — — Sommigen leeren kon*
E a ften
3- A i
■ T v /: