
s o 2 I E K T E EN B E W A A R Í N G.
de Dieren , en dus ook derzelver bewaaring
toe. A l het gedierte des woüds is myne , de
heesten op duizend bergen. Ik kenne al het ge»
vògelte der bergen , en het wild gedierte des
velds is by hny. Myne is de waereld , en
haare volheid. Ps. L. 10* 12 . V o o rts , dat in
de algemeene vernieling , weJke de Roofdieren
maaken , geene foort geheel verdeigd
wordt ; en dat de verilaagen’ party door den
överwinnaar ook niet lang gemarteld ; maar
meestal fchielyk wordt afgemaakt.
' V . Ik ben over deeze wer fraaie midde-
len tot initandhouding der Dieren, elk in
àyne fo o r t , voldaan : ze g my nu , zyn ze
voor zieh z e lv en , o f voor ons gefchaapen?
^ A . Men kan niet ontkennen, dat de D ie ren
genoegen in het leven vinden, h e c ’
geen men toch daarin duidelyk z i e t , dat z e .
onwillig to t den dood gaan, en dien met
Elle kragten poogen te ontvlugten, waarin'
w y de byzondere wysheid des Scheppers
ontdekken : anders zouden z y , om ontfla-
gen- te zyn van den hun veeltyds opgeleg*
deh zwaareh arbeid , z ig zelven ligtlyk ver-
doen. Aan den anderen k a n t , moet meri
egter llaandö houden, dat de nuttigheden,
die z y ons aanbrengen , z o ongemeen groot
zyn , dat men gerust möge Hellen , dat ze ,
alleen ten onzen dienfte, van den Regeerder
der Waereld geformeerd zyn. - G y zie t
im -
M U T D E R D I E R E N. 31
Immers , dat fommige, Dieren geheel voor
ons nuttig z y n , by voorbeeld, de K o e en het
Schaap. De eerfte le v e r t , tweemaa] daags ■
melk tot kaas en b o te r ; karnemelk in heete
ziekten o f galagcige koortzen ; vleesch tot
fp y z e ; fmeer to t kaarze'a, huiden tot Ieder
en lym ; hair tot vulfel van dekkleden , to t '
kusfens, en om agter de buitenhuid onzer
Schepen ter afweeringe der Paalwormen ge-
legd te worden; hoorns en Idaauwen tot
kämmen en doosjes'; en mest voor de landen
— Het Schaap bezorgt ons w o l
to t klederen ; melk tot k a a s ; pergament to t
banden voor hoeken ; ongel tot z a iv e n ;
darmen tot muziek - inftrnmenten ; beenea
voor fluiten ; en uitmuntenden raest voor onze
tabakslanden ------ Het P a a rd , de O s
en E ze l leveren huiden, en ondergaan voor
ons den zwaarften arbeid ___ D e Brak-
Wind- en Kooihond jaagen het W ild en de
Eendvogels voor ons op - — 1 De 2 ang-
vogelen dienen tot ons vermaak; en de
Wagthonden bewaaken onze goederen.
V . Dit laatfte brengt my iets in gedachten
, waarover ik uw gevoelen gaarne zoii
willen weeten. .
A . W a t meent g y ?
V . W a t ik gelooven moet van het Wer,
send beginsel der Dieren ?
A . G y moet nimmer geJoven , dat z y en-'
k e k
■Il ■