
ll 'V
í i V
iI
h i i
• i, f
' !, '■
■
!
14?
; , p
ft :t
I ‘ i¡
f t - i
306 U k G E G A Á t i
maäkt j uitgezonderd de helft vän Noórdhoi-
land aan de zyde der Zu ide rze e , waar hy
byna nooit k om t , om dat er. geene Boomeii
genoeg voor hem ílaan. E ld e r s , daar droo-
!ge Gronden en veele Eikenboornen z y n , did
h y beiden bemint, heb ik hem in een zd
gro o t aantal, ais de Mus fchen, gevonden.
H y draagt den naam van N a g te ga al, om
dat h y , ß avonds laat , o f in den nagt
éingt 5 en dus een gala in den nágt maakt,
G y hebt hem voor eene Musch aangezien i
hy gelykt er ook Vry wel na , ván verrd
befchouwd; doeh hy is grooter en graauw-
a g t ig , leevende van Infeßen , niet fchuw ,
maar gemeenzaam , dikwerf toelaatende, dat
men digt by hem k om e , en naar zynetí
zang luistere. G y z i e t ; dat w y naderen,
en deeze vliegt egter niet weg. Bezie hem
met aandagt ; g y vindt er , uiterlyk , niets
fraais a an , geene fchoonheid van den Wie*
letVaal, geene koleuren van den Ysvogel ¿
geene levendigheid van den Kwikílaart.
: V . Waarom niet ?
A . Hadt hy zo fterk gekoleurde Veéren ,
ais ’ t Ysvogeltje o f de Wielewaal ; dafi
Was hy een aller volmaaktfte V o g e l , die alles
bezat j Wat tot zulk eenen Vo g el behoorde
; doch er is geen allervolmaaktfte
B o om , P la n t , Bloem , Dier o f Vogel. Elk
ieh y a t Gjaaj,- >in, ééne Sehoonheid te moogeö
.'«iri
'|f i T E G Á E. '3P7
hitinúntén / en moet zieh daár ihede vergenoegen.
H y mag dan ■ min fierlyk vaö
niterlyke gedäante z y n ; doch dit gebrek
wordt oneindig vergoed door cehe M e lo d y ;
‘die onnavolgbaar i s ; én óns nimmer genoeg
kan döeö bewonderen de uitmünlende g aa í
'des äahbiddelyken Scheppers', aan dit lieve
V o g e ltje ,, om Onzen w i l le , gegeeven.
V . Hoe is zyne Zángwyze ?
. A. Het Mannetje; aan zyne röodagtige
'pooten :kenbaar, zingt nie t; vóor dat het
äan een W y f je verbondeh is ; des zyh zang
Zyn genoegen över zynen Echt té kennen
g e e f t , ö f eén gevolg zyner liefde is. De ezé
zang is feerst k o t t ; ö n v a s t , en afgebroken;
Wanneer hy nóg geene vólkómen zekerheid
Van de liefde zyner ega heeft. Is hy er
van overreed; dah Begint zyne ftem eerst
regt helder doör te klinken : doch nooit
zingt hy fterker , dan wanheer Zyn W y f je
b r o e it , om haaren tyd te koirten , ö f haa^
het ihöeilyk zielen te doen v e rg e e ten , o f
te ver ligten. Als de jongen gekipt z y n ;
zw y g t h y ; öm dät hy dän wat nüttigeiß
te döen h e e f t , ik meen , de opvoeding zy?
her jöngen té behärtigen. Eene fchoone ie s
voor O ud e rs ; die vóór het H uw e ly k , aan
zaaken van weinig b e lan g , o f beüzelingeü
övergegeeven , daarnä öp ernftiger dingen;
asäraelfki, op de opvoeding huafier Kinde?«
¥ 3 yen ;
t t
f f f
fl;- ' 4Í ••. •
I"
;ü:T
M.:
i I