î
L,
III
H
r
reíd bang genoeg zou maaken ; en zclfs ons
Verdelgen , te voorkomen, Noem derhal-
ven de Roofdiereb de grenspaalen , in de
Natuur gefteld door den wyzen en goeden
G o d ., om zUlke geweldige overftroomingen
en plonderingen te beletten. Alles i b ly ft na
hierdoor in balans ftaan ; er zyn nog te
v e e l, nog te weinig Roof- o f andere Dierea;
V . Zyn z y dan tot dien noodzaakelykea
r o o f wél uitgerust ?
A. Uitneemend w é l ! De gezwindheid van
den W o l f , de listigheid van de Vos ,
(om maar twee voorbeelden te noemen}
zyn Ü daarvoor waarborgen: en z y , die
op ro o f o f des nagts uitgaan , en dus een
fcherp gezigt moeten - hebben , zyn met eens
grootere opening in den Oogappel voorzien ;
om meer lichts te van gen ; ook vertoonen
hunne Oogen glinfterende ftraalen.
V . Op fchoonheid kunnen z y egter niet
roemen ?
A . D e Schepper, die nooit overtollig is
in zyn doen , heeft het Hair der wilde D ie ren
niet zo veelkoleurig gemaakt als dat onze
r Paarden en Koeien ; z y zyn toch niet
g e fch ik t, om ons oog te vermaaken, maar
om afgezonderd te leeven : dus is hun Hair
beftendig van dezelfde koleur. Dan, uw Mi-
croscoop zal U toonen , dat het zeer ver*
fe h ilt ; eenig is golvende; nu dikker dan
duBÖhnhef
, o f platagtig ; een ander beftaat ui6
leedjes, o f is met punten op de zyden Voof;
£ien, enzi Om U met deeze konstige ver*
fcheidenheid, in een ledig u u r , verftandig
té vermaaken ; raade ik U het Hair van altó
Dieren te ondcrzoeken.
V . Zyn altó wilde Dieren Roofdiefeh ?
A . Geenszins ! Zie daar , in den gind*
fchen afloop van het Sourenfche Bosch ; fnelt
eene kudde herten en hinden voort 5 eeü
wild maar geen Roofdier., onfchaadelyk, uit*
gezonderd dat z y het jonge graah gaarn eé*
ten , en door ß fchaaVen hunher Hoorns den
bast der Boomen leed doen ; anders gerust j
en goedaartig; alleen , zo ß fe h y n t , gefchaapen
om eenzaame Wouden te verlieren 5
en te verlevendigen ; o m 'de Heiden op dé
jagt b y eene noodige rustigheid te houden ,
en te oeffenen , en om ons een aangenaanl
wildbraad te bezorgen. Z y neemen eenéii
draai, en zu llen , zo ß fe h y n t, kort voorby
ons heen lo o p en , wanneer gy een Dier zu li
zien , rosagtig bruin , van eene fraaie vlug*
ge gedaante, edele g e fta lte , grootsch eft
fchrander voorkomen , met buigzaame gefpierde
pooten , hoog ván k o p , met hoorjis
gewapend , fnel Van gehoor , feherp van
gezigt en r e u k , listig , niemant leed doen»
d e , doch in den bronstyd kwaadaartig hö
gevaarlyk. D e groote Vlugheid eö fte fk fi
Í L d e e l , H
A i . t
■ ■ I I
• i ß ,
, .'l- In §-4-
■> '
íA T G
'.i'
.A» ;
M
h
"■ A i
T » :
f i - î
A ' A
■'A| F i
A
i.