
g 8 o H A R I N G.
verbiedt de plegtig gezwooren Eed aan o n z i
Overhedcn. Het kundig oog onzer ervaaren’
Zeelieden o n td e k t, in den morgenftond, aaq
bet flaaken der Z e e , waar de fchoolen deezer
Visfchen zwemmen. Met een algemeen
gejuich de Netten dan opgehaald hebbende,
begint men de oude K o n s t , uitgevonden
door WILLEM BEUKELSEN , geftorvenfin
ß jaar 1347 , (eenen Vaderlander , waarop
w y roem draagen) te hervatten', ■ ik mcen,
de Konst van den Visch te kaaken ea in
tonnen te zouten, die, fpoedig overgelaadcn;;
door rappe gasten in fnelzeilende Vaartui?
gen , Jagers geheeten, van de plaats dep
Visfchery , de Nering genoemd , naar onze
havens wordt gehi-agt, waar hy , tot hooge-
pryzen v e rk o g t, eerst van de Liefhebbers,
met eenen nieuwe fmaak gegeeten , en daarna
naar de Hoven der Duitfche Vorsten ten
gefchenke gezonden wordt — - en zo dra de
Vangst algemeener w o rd t , en veele tonneri
dien Visch bevattende, uit Zee overkomen ,
' gaat onze geheele Natie daarop te gast,
aan welken het fterk gebruik buiten tw y fe l
zeer gunftig i s , om het Lichaam, naamelyk
, van de nog niet verdweenen Winterfelle
verftoppingen o f van de nieuwe fcherp
geworden galftoffen te verlosfen , gelyk ik
U gezegd heb.
V , Geleidt my van de opgeiierde Duitfche
Ho?
S S i
Hoven terug naar de woeste Schotfehe
Kust Í de Zee gevalt my nu meer dan het
Land !
A Zekerlyk zal deeze luaringvangst, onze
groóte Visfchery , o f Hollands jaarlykfehe
Goudmyn geheeten, w e lk e , in eewera Z o mer
, driemaal honderd duizend tonnen Viseh
levert j waarin ruim agt millioenen Haringen
gekuipt zyn , die zo veele duizend monden
voeden , en daarenboven zo veele duizend andere
Vaderlanders den kost doen winnen, onz
e aandagt meer verdienen , dan de Pragt
der H o v en , die maar ,één oogenblik in ß
oog fiikk e r t, en een wél denkend hart zo
weinig aangenaamheids geeft , dat een be-«
Vend Vorst onlangs aan iemant betuigdc;
niets genoeglyks van alle zyne heerlykheid
te hebben, dan hec vermaak van te kunnen
w é l doen aan anderen. Waarlyk eene Vors-
telyke T a a l! D a n ;te ik zou □ terug
geleidea naar de woeste Sehotfche
K u s t ! — De H aring, op zynen togt
van daar voorttrekkende, wordt m zyne
vaart door Engeland geftUit ; des hy als dan
goed vindt, zieh in twee partyen te verdeelen
: de eene gaat ten Westen naar lerland,
de andere ten Zuidwesten naar het Kanaal 5
eene re is , welke niet fchielyk o f binnen
eeniae dagen wordt v o lb r a g t : want de togt
is gi-oot, en de Voorzienigheid draagt zoi^^j