
Lft
I '
. ;W '
Ik bedoel de v l eErm u is , welke hier o l
daar in een g a e , vooral van oude gebou*
wen 3 w o o n t ; daar h e t , als een Dier , le*
vendige jongen baart en z o o g t , hebbende
het hoofd van eene R o t o f M u is , en een
l y f , met hair bedekt ; doch als een Vogel
twee V leu ge len , tusfchen beiden twee P oo ten
, met haaken aan de punten van deeze
cn twee anderen. Z y houdt zieh den ge-
heelefi dag ftil ; docht komt ’ s avonds te
voorfchyn 3 waarmede de Schepper, wiens
Wysheid het gefchreeuw der Menfchen over
de lelykheid ' deezes Vogels to t dwaasheid
m aakt, niet dan voordeel beoogde : want
vlo o g de Vleermuis op den middag o f b y ,
dage 3 zou , denkelyk , „ de droogte en de
hette der Lucht de Vliezen van derzelver
Vleugelen doen rimpelen 3 en dus den omloop
der vogten daarin ftremmen ; terwyl
nu de koele avonddaauw dezelven vogtig
en buigzaam houdt , waarom z y als dan
álleen V lie g t, , ■ jagt maakende : op Vlinders ,
Motten en Torren : des z y ons hierin waa*
re diensten' doet 3 en dus geene verfmading
verdient.
» V . Z o goede oplosfing hadt ik hierop niet
verwagt ?
A . Laac my vö o rtg a an! Men ziet de
Vleermuizen alleen Zomers : ’s Winters flaapen.
* y . Z y zyn fto u t, en verwoed van aartt
want .3
Want, niet gewoon zynde verftoord té w o rden
in haare eenzaame vertrekken, vallen-
¿é aari op alles ; Wat haaie verblyfplaats
nadert ----- - Z y vliegen zeer aartig : geeii
áiider Vogel kan z e in ongeregelde wendingen
Cvenaaren ; geen komt er zelfs b y ;
Waarom de bekwaámfte Schütter dezelveii
niet ligtlyk zal treffen — - Misfchien kunnen
haare ■ Oogen het licht niet verdragen ¿
waarom z y , ’s avonds, tegen a], wat hélder
is , aanvliegen ------ Sommigen bedekkeh
zieh ‘ z e e r . fraai met de V leuge len , als
eenen mantel, en hangen zieh , ’s- winters ^
met de pooten aan de verwulffels haarer
hoolen op : anderen kleeven aan oude muuren
: Veeieii voegen zieh by elkander, orii
zieh onderling tegens de kbude te befchut-
ten : z y eeten dan n ie t , en ontwaaken eerst
ih de L e n t e ; w a n t , w y l iv y met geen on-
g'edierte, ’ s W in te r s , geplaagd Worden , z o
kunnen z y dan gemist wordeii.
V . Waarlyk ?
A . Noch eén weinig gedulds ! Ik vrilde O,
iets zeggen , dat ik boven agtergelaaten
heb , te weeten , dat alle Dieren en Vogelen
, door anderen gevoed , op hunne beurt
aan anderen ’ wederom ten voedfel verftrek-
k e h , dat i s , dat z y alien l u i z e n hebben ¿
die uw onderzoek met het Microscooj) ve rdienen
, vooral die der Vkerrauizén ¿ welÍL
DEEL. Q
s . .
él:
■ 1 .■'■‘r
}•