
i ; ■ » .. i
t e i ;
m ft
" P , - I 'i : f
m .f r '' . f t í f i /
^ f é ' f t ^ w i í
r '?■ -J I
I ; f % 1
ll «í" rs«jiii'í ii>mm 1j
Î Í ' ' ' - J 'i I
' i *iélÍisiT
,.|í IÎ
4 3 3 z E ' E ä P P É titerfte
geheeten. Het L y f , gelyk gy begrypt)
z-ic • binnen *in de fchaal , maakende de
gewanden u i t , van zo wonderbaar maakfel ,
u i t beentjes en zagte íloffen zamengefteld j
dat het alie verbeelding overtreft. Ik zal er
ü ftraks cenen laaten zien , op dat gy den
verwonderlyken Zeeäppel regt moogt kennen»
I V . Is dat wel juis t, den Mond onder cn
het Agterfte boven te hebben ?
A . G y kunt zulks nog in dc Z e e äp p ekn ,
nog in dc Zeeftarren bedillen ! Het is een
. blyk van hooge Wysheid, den Mond te vor*
men ter plaatze , waar het Dier zyn voedfel
vindt. Die is immers op den grond, en niet
boven in het water»
V . Zyn alle Zeeäppelen zo gevormd?
A . B y n a alle! Men heeft er eene menigtC
van onderfeheiden’ foorten, en dat nog vreem*
der i s , men vindt verfcheiden foorten van
verfteende Zeeäppelen in den grond, die w y
nog niet levende in dc Zee aangetroffen hebben»
V. Die foorten , oudstyds in wezen zyn*
d e , nu niet meer levende te vinden / zul*
len dan vergaan z y n !
A. Z o fpreekende, ftoot g y myne al
vroeg gemaakte waaragtige ftelling omver ,
d a t , naamelyk , een wys God geen éénC
foort zyner Schepfelen vernietigt; o f dc uit*
muntende zo fchoone als groote Keten der
eerfte Scheppinge immer verbreekt. AI*
les moet geheel b ly v e n , en alles b ly ft in*
dßdaad geheel! V»
K E E ä P P E Z. 4 3 3
V . » Waar ®zyn dan die foortea van Zeeäppelen
, die er voorheen waren P
■ A. Kon ik Ü altyd onderwyzen, door vraagen
met vraagen te bcantwoorden ; dah zou
ik zeggen ; waar zyn in de Zee de meer
dan zestig ibovten van Ammonshoorns , die
men - op de hoogfte Bergen gevonden heeft ?
Daar moet men z e g g en , waar zich ook
deeze onze verfteende Zeeäppelen levende
bevinden , dat is , z y kunnen in den wyden
diepen Oçeaan fchuilen , waar z o v e d e duizend
paden zyn , die men nooit doorwan-
d e ld , daar zo veele ftreeken zyn , die men
nooit onderzogt heeft.
V . Waar liggen die verfteende Zeeäppelen?
A. In veele oorden' ’da®; Aarde ! I k 'feal er
Ü ftraks laaten z ie h , die in vier plaatzen
van ons Vaderland verfteend gevonden z y n ,
in den Bietersberg by Maastricht, op W ie -
ringen , buiten Steenwyk en VoU enh o ve,
my voorheen ten gefchenke gezonden door
wylen "myne Vrienden, de Heeren tut-te e ,
en VAN BER POEL, Secretarisfea der twee
gemelde Steden , en door de nog leevende
H e e ren , o a a r l en v a n d e r eee sse e ; dé
eerfte een zo kundig 'Heelmeester, als op.
leitend Natuurkundige, op het gemelde Eiland
, die z e lf deeze Zeeäppelen op myne
begeerte verzameid heeft ; en de ander een
waardig Leeraar in dç laatftgemelde Stad ,
II. DEEi,„ E e dfe
¥
b 'i l
,,l
i- g '