< 111.
III
ill
. 'S >
„■¡u.
'■? ;
f-ii
ft!
" S4Ö B A A R ‘ S.
W ate ren, een- welgemaakten ViscH, heM«f
rood van Staart en Buikvinnen , wiens blank
i y f verfierd is met v y f tot negen zwarte
Banden , die hem eene fchoone gedaante in
het water geeven. Nadien veele Visfchen
z y n e ’ Vrienden niet z y n , is deeze edele
V is ch , geene zo fcherpe tanden als de Snoe-
ken hebbende, van zyndn Schepper gewa*
pend met zeer fcherpe Stekels aan de Rug*
vin nen, waarom hy van hun zeer ontzien
cn gevreesd wordt. D it is oorzaak, dat hy
in een groot getal o v e rb ly f t , te meer noo*
d ig , om dat hy algemeen voor eenen der
fmaakelykfie en gezondfte Visfchen wordt
gehouden» Die mCn in Zeevang by Edam
T is c h t , hebben,: boven alle anderen van ons
Vaderland, den voorrang» Alle Sehubben
der Visfehen verdienen van U met het Mi*
croscoop onderzogt te worden, doch vooral
die van den Baárs»
V . Daar zwemt Cen andere platte Viseh!
A . W y hebben verfcheiden’ platte Vis*
fchen : want alien verfchillen ook in ge*
daante , en er is misfchien, onder deeze
Bewooners der Wateren, meer onderfcheids,
dan onder de Dieren en Vogelen. Wanneer
g y de Visfchen van ons Vaderland ztilt
kennen , ¡ en »uw w e e tlu s t ' zieh - verder tot
de uitlandfchen ■ zal uitftrekken, zult g y
eene menigte Visfchen van het allerzeldzaam*
ff«
I
i
ft"
B R A A S S E M. K A R P-E R. 3 4 Î ■
zaamfte maakfel aantreffen, waaruit gy de- „
zelfde wysheid en almagt van den Schepper®
kunt ontdekken. Onder onze platte Visfchen-
teilen w y z e e l t e N , w in d en , e ra a s sem s ,.
e l e v e n , k a r p e r s , S T E E N - Cn S P I E G E L K A R - :
PERS -__- De KARPERS z yn moeilyk'te van-:
* g e n , w y l ze zieh veeltyds in holen z e t te
n , en dus buiten gevaar van het ileepnet'
b ly v en : z y leeven langer, buiten het w a te r ,
dan ' een ander Visch. Daarin bereiken z y
den hoogen ouderdom van ho?iderd o f hon-
. deri- en kyftig ,• ja" zelfs van twee handerd
rjaaren. Hunne Sehubben hebben eene fraaie
le g g in g De spiegelkarper , anders de
Koning der Karpers geheeten , is zeldzaam;
doch heeft deeze byzonderheid, dat ’er op zyn
l y f twee ruime Plekken z y n , niet met - fchubben
gedekt; maar door eene harde huid aldaar
gevuld. ® Zyne • Sehubben zyn viermaal
grooter dan die der gewoonen; hy is zwart
aan den rug; op de zyde en b y den navel
goudkoleurig, en dus çen fchoone Visch
voor het oog.
V . Dit verfchil van gedaante zie ik ook in
de PALING , en in den a a l .
A. Zo is het I Z y fchynen eer Slangen
dan Visfchen te zyn. Het is ongemeen ,. dat
' deeze Visfchen, gelyk ook de Snoek, ’s winters
, buiten het w a te r , niet lang bevroo-
?en geweest z y n d e , weêr :_ b y kunnen koy
3
ilv.
X
L
»
f
'I
-,• I ^I
V ,,
m3
n Ú
U' •
À
i' b
(i
¡i ■
/
i l 1»
i I