
r i : ?
-íM lái i
i l l 7
Im ;
t» ; . ' ,
ri
I I
i 11 ii
•§5d G Ö Ü B i S C i i
Künneh géwenneii j . aaÈ ze áan¡ ùwe ,voétèh
¿uHen;. komen zwemmen , en zelfs ü ribee
íaaten i J en met dé hand üit het Water te
EeemfeH.:^. . . Een; oógénblik gedulds i Staá
bpri leh .gaa; m e t 'iny in myne groote Zaal 5;
waarin gy nog niet geweest z y t / daar heb
ik.iéenen : Goudvisch ih een glas¡ .. i.izf /
; Vv’ "Wonderbaar j' ónvergelykelyk .'fehboÜ,
Vischje ] Heerlyk . gèwrogt van myns Maa-’
kers. handen 1 /Hoe-verrukt. my Ewe fchittfe-
fende; Schooriheid ! :-Nooit zbu . ikzulk eeri
denkbeeldß zqndeiriU te . zien y van. n gbi
maàkt hebben ! ' j ■ „ ; ;
v' A.."Uwe verrukking . vermaakt my;
V. Is dit niet één der fehooníteh ? Vah
Wien hebt gy ìh e tze lv e ?ri 'H o e Mang tocH
gehad-?Ji Hoe;houdt »gy het in leven ? »Welk
iS-deszelfs aaft ? ,
. : A. , Hoe veele ivraàgén dringt ® uwe drift
Í6 (, gelyk te doen ! Ik kan ze ,- egter IJyden j
fen. zäl z e älleö beantwóorden ■ ß i i
Visehje is zekerlyk één der fchoonften ¿ , my
ió ó r derdehalf ja a r , vereerd-döor wyden den
bm-oemden r á s t e r , van wien , ik - ’er ve rfcheiden’
gehad heb'} Óp 'den-.. .25 . January
t ß ß hetzelve in ; de; Stad hebbende / i vondt
ik !h e t/ i ’s mbfgehs Dp ;myn kameE’komens
de;, " in. weerwil ; der; wärmte/ welke ik hetz
e lv e p i i ’S! avonds : t e vooren ^ hadtl gètragt
■ie bezorgen.^>f t y f iar it ys ,- dien n n g t, -vast
¿ 0 u D V I S; c i ; 4 5 1
gevroozen. Ik was ontzet ,van ,dat -gezigt ; ■
doch -redde.:.het gelukkig/-¡ ’ t g e e n im y te
aangenaamer was , om dat het /behoordt on'*'
der de /vriendelykfte .Vischjes ^ .welken ik
van die Ibort gehad heb.
V . Onder- de - vriendelykfte; Vischjes,? ..
Ä. Verwondert U deeze ■ uitdrukking ? Meer
dah ¿en yan de . gcenen 4 : » welken ..ik , heb
waargenöomen , fcheen ,voor vriendfchaps
tekenen onvatbaar. „Dit en: noch -een ander
muntce u it in ,.. minzaamheid. Als : ik aan .’ fi
glas: tikke:,; .:fchynt het uny - tekenen Ivan
vreugde over myne aanfpraak te;; geeven , ffcii
my te willen. ;liefkoozen;>-Toen ik h ptzelve ,
zints - dien kouden nagt .eenige.’ dagen ia
eenen donkerett kelder tegens-. den vorst moest
bewaaren, b e zo g t ik h e t nooit -met lie h t/
o ft het toonde zieh blyde-.door kwispelftaar-
ten. Het voorfpelti.ftormagtig.-..Weder , als
het lan g/ boven in ./C: glasi b yM e so p p e r i
vlakte des waters , :Töms’ ;:de;'rugvinnen, daarl
uit'-fteekende;, ¡als. dood,-blyfE-hangen , o£
dikwyls geweldig • in ; ’ t water flaat. Andeich
feheenen die voorzeggende:; hoedanigheid niei
te bezitten; D it - laat zieh - zeer gemakkelyk
vangen... A lle drie o f vier' dagem krygt hei
20 veele- kruimels befehuitp - . als I er op »¿¿i
nen ftuiver kunnen»leggen en , zo dra heri
z e lv e , gegeetCn- h e e f t , - z e t ik® het ® in :• versch
Water , :;;om dat - alle- fp y z e d ie -h e t -w a t e r - /
ge*
; ß . -
»-s,»" r
T;a.»
I- •
■iff
7 ff
¥■»■ --
: i7
'} '