
"ft: ft:
Ml-'
N:
3 4 4 P A X I N G . M E':E R A A E,
w y , in zulk eene Luchtftreek niet leevende
poch met Afgodifche Voiken te doen hefa!,
bende, zyn aan die Inzetdngen liiet gebon-
den. Reden en Godsdienst willen egte r, dae
wanneer w y bevinden , dat eene Spys in zeJ
kere ziekten o f wonden, gelyk het Varken?
v le e s ch , aadeel toebrcngt, o f de fappep
van het Lichaam fchikt tot het verderf der
Z ed en , w y ons dan ook van de zulken
zullen onthouden. Waarom riedt ik U a f
ve el W y n s , en vooral fterke Dranken te
drmken m uwe jeu g d , heete Speceryen in
uwe Spyzen te laaten mengen , o f zo ge?
noemde haul gouts te e e ten , gelyk thans
z o fterk in trein is ? dan a lle en , om dat
zulke Dranken _en Spyzen het Bloed , - reeds
dnftig genoeg in de jeugd , fterk aanzettep
en v e rh ü ten , en vervolgens ook de verbasterde
aandoeningen in meer ongeregelde beweegingen
brengen. G e e f maar a ch t, g y zult
z ie n , dat jonge L ieden , die zieh dit ver-
o o r lo o v en , ongczonder en zwakker z y n ,
z e lfs dat z y vroeger , dan anderen , fterven.’
V . Meer zulke Visfchen hebben w y niet ?
A . Mper n ie t , dan Men m e e r a a x , die in
gedaante naast by den Aal komt. • G y kunt
oeezen Visch in een glas met w a te r , op
weiks bodem eenig zand geftrooid i s , in
ipyne Studeerkamer zien. Hy heeft zes g ro o te
en twee kleine Snon-en aan den bek ^
mpt
m e e r a a x . P R I R.
p e t langwerpige bruine Streepen op het l y f ,
en een’ breeden Staart. Ik g e e f hem geen
eeten , en zelden fphoon water. Z o lang
het fraai Weder duurt , ligt hy , onbeweeg-
lyk , op Men Modern van het glas. De ver-
anderingen van de Luchtsgefteldheid ( ora
welken vooraf te weeten ik hem alleen hou?
Me) merkte hy vroeg. Komt er onftuimig
Weder op , dan wordt hy onrustig, zwemt
dikmaals door het g la s , o f gaat regt overend
ftaan op zynen fta ar t, leunende alleen
tegen de wanden van ß glas. Dus kan hy
een pnkostbaare Barometer voor de Landlieden
z y n , om er Me verandering van het
Weder in waarteneemen ,' welke deeze Vis?
fch e n , -nevens de Aal en P a lin g , vroeg
fchynen te merken, waarna zelfs onze Vis^
fchers zieh fchikken , om die , wanneer ze
lo o p en , gelyk men dus fp re ek t, te van?
gen — — Men kan ook hierby voegen den
PR1E , anders de ' Rivier-Lamprey geheeten ,
een Visch van zeldzaam maakfel, van ge?
daante als een A a / , zelden langer dan éénen
v o e t , met twee Vinnen op den r u g , en
zeven Luchtgaatjes, , aan elke zyde van hec
hoofd o f aan Men hals ingeplant, zieh ge?
prikt vertoonende, waarvan ze den naam
van Prikken draagen. Op den kop hebben
z y tusfchen de oogen een uitpuilend B u is je ,
lyaardoor z y het water inhaalen, om het
Y S door
f
ry
' ® ■
" i
T 1
-, J i