
Ü A ®. R I . N . G. 4 .
den» De andere reden i ä , d at: onze Zeeilri ;
ten tyde des Zomers , krielen van ¡ Vischjes!
en Wormen , naar welken de Haringen
zeer.; gretig zyn en wanneer : dit voedfel
weg is , verdwynen z y ook uit onze Zeeens
G y hebt ; voor ’ t overige , . vryheid , om ,
20 .veel gy w i l t , van de oorzaäk der on*
bekende dingen te denken doch onthoudt er
altoos':, by , , dat alle, zulke' bedenkingen hiet
meer dan loutere gisfingen zyn. Stel derhal*
■ ven- in zodanige. zaaken : nimmer, iets ; v ä s t ;
omtrent welken het geene fchande, maar
eene deugd i s , : zyne onkunde , te belyden.
Vermaaken. w y ons meer m e t - eene aange-
naaoie verwondering over de Schepping
deezer Visfehen , over ■. de, Godlyke .'Wysheid
en .Goedheid , : daarin 4 zo zigtbaar te leezen ;
dan met onzen tyd te verfpillen met vruch*
teloos denken en gisfen over de vier onbe*
kende bovengenoemde byzonderheden. Dan
g e fte ld, men vondt al eens de natuurlyke
oorzaak daarvan uit ; er .zal égter. altyd erkend
moeten worden , • d a t ; eené ''Almagtige
Hand dezelven z o fterk vermenigvuldigt; dat
eene uitneemende Wysheid derzelver togten
x e g e lt , en e en e ' onvergelykelyke Goedheid
dezelven in onze handen werpt. Z o ; verre
kunnen w y het nu brengen , en , mogelyk ;
zal het nimmer veel verder gebragt kunnen
Worden — — Gaan w y ; ha zo veele Be*
fchoii*
äCHU IiP* EN SCHAA L V I S S CHENj 3^ 5
fchouwingen van volmaaktere Dieren, ons nU
Verlustigen met die der min volmaakten ;
waarin w y nieuwe Wonderen zullen vinden ,
die U hiet vermoeien zullen. .
V . Welke zyn de min volmaakte Schepfelen
, van ü hier bedoeld ?
A. De Z e e , de Rivieren, de Poelen; eö
deeze V y v e r z e lf zullen o n s , willen w y ;
ook een ander Tooneel van Schepfelen openen
; o n te lb a a ren even verfchillende j ■ als
de andere gewrogten van den Almagtigen !
Ik noem' ze min volmaakte Schepfelen, in
. vergelyking vün de Dieren, Vogelen en Vis*
fchen , om dat 4 z y , zo , veel w y weeten *
g e e n ■ G e z ig t ; geen Gehoor o f Reuk heb*
ben ; hoewel ze anders, op zich zelven ,
in hunne foort en naar hunnen ftand aange-
merkt, volmaakt zyn. MogClyk zült g y dee-
zen ; van my bedoeld , beter kennen , onder
den naam van onbeweeglyke schulp? o f
scHAALvisscHEN. Z y genieten een volmaaktet
fo o r t van leven , dan fommige Gewasfen ;
die alleen een trap van leven zonder z ig tbaare
gewaarwording hebben. De sghulpeN
zyn het verwonderlyk Huis , waaraan z y
verknogt zyn , ; en waarin z y ; zo lang zy
beftaan, woonen.' De Verfcheidenheid der
u i t - : en inwendige gedaante, de Pragt der
koleuren, en de Schoonheid der tekenirigen
Verdienen zo groote opmerking» als de Z o rg
. II. DSKE. j3 b
Hi