
\ñ
f i
■34 D R I F T E N ’ D E R D I E R E N .
leer dan de onzen z y n , en waarfchyniyk
meer .in getal ; want w y zien , by voof-
beeld , dat ze de Koude , den' Winter en
verre afgelegen’ ' Landen , waarheen z y willen
reizen , gemaklyk ontdekken , en , onder
zo veele duizend foorten van voe'dfels , het
hunne ligtlyk onderfeheiden ------ Z y heb-
' ben ' Hersfenen en -Zesuwen als w y : hunne
terrigtingen ■ toonen dat. ' Een Hond , by
voorbeeld , zoekt zynen Meester en leeft
konften ; een Runddier kent zynen Stal enz.
.— - Z y hebben zinnelyke Gewaarwordin*
gen , trek naar fpys en ' d rank, maaken
daarin onderfcheid, en , wanneer men ver-
geet hun dezelveii te geeven , zullen ze op
middelen bedacht zyn , om ze te krygen.
Men h e e f t , by voorbeeld , gezien in eenen
Vaderlandfchen Stal , dat een Paard, gelet
hebbende , dat men op een zeker uur eene
Klok trok , om de Ruiters byeen te doen
komen tot het voederen hunner Paarden,
het touw der Klok met den mond • vatte-
de en z e lf luidde , toen men dit niet
vroeg genoeg iiaar deszelfs zin deedc ------
Z y hebben eene verbeelding van afweezige
dingen Verplaats de Kooi van eenen Hond^
en hy zal ze zoeken , daar ze te vooren
Hond — — Z y droomen ook — Z y heb»
ben geheugen. T e n Paard kent zynen weg.
E gte r is 4 it etín verward geheugen , om dat
•E R I I^r E N D E R D I E R E N. 3 5
,men het Dier eerst op dien weg moet breiig
e n . De . verbaazepdfle proe f van geheugen
in 'eenen Hond , waarvan ik ooit gehoord
h e b , 'i s de volgende. Een Plollandsch H e e r ,
reizende," verloor zynen H o n d , toen hy
zieh in één der Bosfchen by Parys bevondt.
Zeven jaaren daarna t e . Leiden in een KoiFy-
huis zitcende, tradt er een reizend Fransch
Heer i n , met den lang verlooren’ , door
hem gevonden en zedert by zieh gehou-
den Hond welke' zynen eersten Meester ,
na zb' lang fcheiden weérziende, aanftonds
kehde , ■ en met eene uitgelaaten’ blydfchap
op heV i y f fp ro n g , het geen de verwondering
van het Gezelfchap w e k te , en die
H eeren, beiden daarvan ve rfte ld , elkander
deedt vraagen; wat dit w ä re ? De
eerfte Meester verklaarde, dat dit beest
zyn . oude Hond was , by Parys verlooren;
de ander , dat hy h em , daar dwaalende
gevonden ,' en zints by zieh gehouden hadt.
Allen- preezen het g ro o t geheugen en de
ftandyastige liefde van het D ie r , ’ t geen
van zynen eersten Meester niet te fcheiden
was ■ - — Z y hebben zinnelyke Vooruit-
2.igten. Als men zieh kleedt , Jankt de
Hond van blydfchap, om dat hy met zynen
Meester zal uitgaan Elk Dier heeft z y ne
D r ifte n , die men onderfcheidt in k o n s t -
Dr i -f t e n , dus geheeren naar den aart en be-
C 2 tekenis
i i f ■
■ S»' I r'H Ift-I
. -L
iVj
■MÍ