
■IfM
■■j 4
4 18 0 Ö R Ñ Si
jpEN Ä * . Een nieuw Verfchil in deezé déé*
len bezit de gedraaide varkenssnuit — —
Aan het' KEMPHA"aNTjE is vergund eene zeer
dunne fpil te hebben , geheel anders, dan
dc dikke in den nassauweii / om dus wydet
omloopen te hebben ------ D e fraai g e -
vooRNDE Wit t e snuitpen is met een ander
inwendig Huis . verfierd , dan de tygerpen
o f de schroefhoorn H e t wydooö
b o o tst in , de , uiterlyke. gedaante den mol
na f Plaat dan zyn inwendig maakfel
is ongelyk fyner toegefteld t i e i
Wit t e krulhoorntjE bezit w d n igC . omgangen
; doch heeft® daarregen meer uiter- .
lyke v e r f l e r f e l s H e t p o s t h o o r n t -
j e afg e fle ep en , om dat het ter, doorzaa-
ginge te tedr w a s , heeft in z o verre ee* |
nige gelykenis met dCn nautilus ' (Plaat ®
5 ) dat het van binnen in zy n aartig Huisje
vee le kamertjes heeft 5 doch door ’t
midden van ’t z e lv e loopen geene pypjes
, om van de eene in de andere te kunnen
komen ; maar aan de opening v er toont
zich flegts een klein g a a tje , dat niet doot
ß midden / maar längs den binnenften rand
van ß Hoorntje lo o p t , het geen men behoort
op te m erken, om niet de verfchillende
Wysheid en Eon st des Scheppers in
dien grooten o f in dit kleine Hoorntje over *
h et hoofd te zien ~ r— D e twee deelen
v a n h e t doorgezaagde g e b a e e r d e i n d j e verto
o n
: ft..