
4l{
) ' l 1
I |.i
lii:: :f
I i I L
oogäppel vernaauwen wanneer ei-\te veel
licht in de oogen ilra a lt, en uitzetten ,
wanneer er te weinig in valt. By • nagt
glinfteren ze als v u u r , waarfchyniyk, om
dat er een elektriek vogt in i s , het geen
haar het vermögen g e e f t , om i n ’t donkere
wé l te kunnen zien. Een goed fcherp gb-
zigt is haar altyd no odig , zullen ze beant-
woorden aan bet oogmerk van den Schepper
, naamelyk, ; om , in alle donkere hob-
len onzer huizen, en agter onze huisffe-
raadien , haare en onze vyanden , te weeten
, Rotten en Muizen , optefpooren , en
te agterhaalen ; ten welken * einde ' z y -06k
eenen goeden reuk hebben, met eene verwonderlyke
ú-adheid en bekwaamheid,' om
haare prooi net te befpringen.
- V. En met haare klaauwen te g ryp en , '
wilt g y er byvoegen ?
A. Z e k e r , dat v o lg t ; doch het verdicht
20 veel opmerking n ie t , dan de klaauwen
z e lv e , byster fyn en fch e rp , van den
Schepper ; in de allerkunftigfte kokertjes' gepla
a ts t, en bewaard, op dat ze door den
geduurigen gang niet zouden afflyten. Ook
moogt g y hierop het oog wel houden , dat
z y , vallende van eene h o o g te , fteeds op
de pooten neérkomen ; dewyl z y 'onder het
vallen altyd eenen halveri draai in de lucht
maaken, door het ylings buigen ” van den '
rug-
I
fuggegraad, ' eh door het uitfteekeh van den
kop en de voorpooten naar de plaats, van
waar z y neérkomen-, waardoor z y altyd op
d e 'pooten vallen. ^ ,
V . Ondertusfchen zyn z y k lo e k , om de
wagt binnen ‘ ’t huis waar te neemen; terw
y l de Hond waakt op het geen ’er bui-
teh omgaat. '
A. W a t zal ik e r U van zeggen ? Honden
en Katten zyn twee zeer verfchillende Dieren.
G y hébt den lo f der ■ eerften gehoord,
maar höedanig za l‘ die der laatften z y n?
Noem de Kat eene trouwlooze huisgenoote ,
die men uit .dwang onder het dak n e em t,
alleen bm ' bénen anderen v^and te verjaagen.
Z y mögen , jong z y n d e , aartige fprongen en
grimmatzen maaken ; dan hoe dikwiis toonen
z y een valsch h a r t , dat in laatere dägen
zigtbaarer-wordt. W e l opgebragt^ z y n d e ,.
mögen z y buigzaarti fch yn éh , en v ry wel
b e fch aa fd ; doch -ze blyveh - uit deri aaft
waare roo vers , eri behouden dezelfde be-
hendigheid , boosheid , ' en trek om kwaad
te doen. Z y bedekken hierom haare gangen
y on tveinzbn haar voorneemen , befpie-
den d e ' gelegenheden , en iriaakeh bmwegen ,
om haaren flag wél waar' te neémen , ' dat
z y meesterlyk k™nen doen ; waarna z y
zieh hbudbn , als o f ’er niets gebeurd ware ;
voorts ontWyken z y de.' verdiende f t r a f ; -em
E J fchuiil
1'
|. '
' I
M"' I
i'Mi