
A 4 *
’ ifíll
n.
m
14® M O L.
naauwkeurig, op dien dag Jaaten doen, en hy
geniet thans het vermaak, van ze niet weer
te zien verfchynen. Deeze Waarneeming is
in myn oog zo fraai en zo gcwigtig , dat ik
z e U mededeele , om ze ook te beproeven ,
z o U immer een Landgoed te beurt valt ,
ten minften dat gy de Landlieden intusfchen
aan fpoor t , om te ontdekken, o f dit beftendig
dooigaat Vermids de liegende van
Maart in het voorig jaar op den Zondag
v ie ] , cn men dus de Arbeiders tot het ileg-
ten der Molshoopen niet wilde d win gen ,
heeft men e g te r , na de namiddags-predikaat-
f t e , in ééne weide dat laaten d o en , met
dien uitftag, dat men daarin, geduurende
den geheelen Z om e r , geene nieuwe opge-
vroete Aardhoopen gezien heeft.
V . En welke is hiervan de reden ?
A. T o t noch toe weet ik ze n ie t! Zou den
niet daardoor hunne jongen om hals raa-
k en ? W y behooren altyd eerst maar te
z ie n , en daarna wordt het tyd , om de oor-
zaak na te fpooren. In die geval moet ook
deeze regel gevoJgd worden. G e e f a ch t,
o f , na het flegten der Molshoopen , v ó ó r ,
o p , o f na den gezegden dag, die Dieren
in het vervolg geene nieuwen maaken; en
, vindt gy d it , gaa dan U z e tten , om de
reden daarvan uit te vo r fch en ; anderszins
doedt men .verlooren moeite, en men maakt
zieh befpottejyk. y_
M 14 1
; V . Wä t verder ? . -
A. V o o rts , doen z y eenig nadeel aan klei«
lie Plantjes , met korte wortels , die , los
gemaakt door derzelver vroeten, fterven ; z y
brengen on s , aan den anderen k a n t , grootere
voordeelen aan , door onze hoven en
beémden te zuiveren van fchaadelyke T o r ren
, en Wormen. Op dat z y egter niet te
fterk zouden vermenigvuldigen , : heeft de
w y z e Heer der Natuur de Vo s fen , W e z e ls ,
Egels , Katten, Honden en Roofvogelcn tot
hunnen vyanden gemaakt , en , zo deezen
ons daarin niet genoeg helpen , hebben w y
verfcheiden’ goede Vallen. b.edagt, om ze
daarin te vangen. Van ééne onvoorzigdgheid
moet ik U hier waarfchouwen. . . . . . . .
V . Van welke ?
• A. Dat gy , een Landgoed bezittende,
nimmer in den zin k r y g t , de Mollen te
fterk te vangen, veel m in dezelven geheel
uit te roeien.' Men ondcrnam d it , vóór eenigen
t y d , op het heerlyk Lusthuis Hftlke-
ftein, buiten Arnhem gelegen , om dat z y ,
door hun v ro eten, de , ftaaie : Laanen en hangende
Tuinen zeer ontfierden. Men kreeg
er egter weihaast berouw van. Eene zekere
foort van W o rm en , de M ollen, hunne v y anden.,
daar nier meer vindende, vermenig-
vuldigden binnen körten dermaate, dat z e
daar Planten en Bloemen v c rw o e s tten , en
zelfs
A L P
I T .
(