
ii. ® '■ 'ff ^
l i i / i r f f ' T 'I
I . .i,
w
i|>iA . I' ' j ■
A i ' i - • ' . ?
M ' i I’J' -, , r ^
'M ; i l i 7 ■ ,;# ■
1 1 r r n
420 H O O R N S .
ge zyner kleenheid, wyde omgangen , mei
eene dunne fp i l , die ¡in een eng punt aft
loopt ------ Eindelyk het g e s t r e e p t e p e n *
N E T J E , het geen my , met andere Hoorns
uit Amboina, ten gefchenke is gezonden
door den zeer waardigen Edelen Heer h.
VAN STOCKUM , Raad van Indie , enz. om Ü
deeze Wonderen van den hoogen c o o te laaten
zien , die zo menigvuldig en zigtbaar
in vreemde Gewesten z y n , als by ons ; het
GESTRF .EPT E P E N N E T J E ZGg ilc , ZO fyn CH
tedr , dat het naauwlyks eene doorzaaging
verdroeg, en beter eene afilyping in uwe han*
den ondergaan za] , zo Gy dit wilt ondernce*
m en , heeft verfcäeidtep’ omgangen met een
aartig gedraaid fpilletje ; doch hoe keurig zyn
deeze omgangen , welken ons die fraaie Cel -
letjes vertoonen , naar beneden zo ingeboo*
gen. Hierin verfchilt het wederom zo veel
van dc voorige Hoorris, als het dezelven van
buiten overtreft in fierlyke zwarte Banden ,
op eenen witten grond fterk affteekende. Be*
kyk dit a lles , en zeg ,, Vyftien andere doorgezaagde
Hoorns , niet minder fchoon dan
de tien eerften ! — ~ Eeuwige Kragt en God»
lykheid fehuilt g y ook al in deeze Schepfelen,
die in de afgronden der Zee leeven ! ” ----- -
Gaan w y nu voort met het begonnen ftuk.
V . Naauwlyks geeft gy my tyd„, om myne
verwondering te hervatten , o f van het een
op het ander voorwerp over te brengen.
A. W y l
K R A B B E. 4 2 1
A. W y l de langduurigheid der Verwondering
hier niets van haare zoetheid verliest
, zal ik beproeven , o f ik haar gaande
kan houden —— De k r a b b e n , waarvan
w y verfcheiden’ foorten hebben , geheel anders
gevormd dan andere Schulpvisfchen,
veränderen ook a l , jaarlyks , van Schaal, en
werpen haarc gekwetfte Schaaren ' o f Pootea
mede a f , om nieuwen van haaren Schepper
te ontvangen: w an t, w y l z y op den bodeni
der Zee loopen/ elkander daar veel ont-
moecen , en foms oneenigheden k r y g e n ,‘worden
ze ligtelyk gekwetst: , ’ t z y in den aanval
, ’ t z y wanneer z e hunne '.gevangenen
daarmede vast houden, en wegfteepen, Dus
zorgt GOD ook voor de herftelling eener ver-
rainkte geringe Zeekrabbe, en voor haare
toekomende veiligheid ; het Dier kan toch
niet zwemmen , en zich dus uit -nieuwe gevaaren
redden. Verledig u , als gy gelegen*
heid k r y g t , tot dit fraai ond erzo ek, o f de
Zeekrabben , die zo aartig fchuins loopen,
het geen ons , aan dit gezigt niet g ew o on,
zeer vreemd vo o rk om t, deezen afwykendeh
gang hebben , om dat geen Staart haar beftiert,
o f om dat dc regter Pooten langer zyh
dan dc linkeren - — De zogenoemde omgekeerde
KRABBE zult gy nooit alleen vinden:
Man en Vrouw leeven uit liefde a lto os, te
zamen. D c grooten houden zich op in by-
zonderg Gezdfchappen o f Huisgezinnen , zon-
D d 3 der