
r'
ilen ; z y vermaaken en fpeelen met onze
Kinderen, welken z y zeer weeten te ont-
zien , likkende de zweeren van derzelver
vingertjes , wanneer ze zieh bezeerd hebben
5 waardoor de genezing iterk bevorderd
wordt. Deeze verligting ontving alleen de
arme lä z a r u s in zyne fmerten. Luc. X V L
21. ------- Anderen bewaaren onze goederen
, die men z e l f , ’s nag ts, niet wil o f
kan bewaaken, dienften die veelal onbetaal-
baar zyn. Ons Vaderland heeft er voorheen
eene uitneemende p r o e f , door de bewaring
van eenen der beste Vorften van gehad.
WILLEM de I , Prins van O fan je , werdt
eens van de Spaanfchen , ’s nagts overrom-* s
peld. Zyn Gezin iliep. De Wagters ge*
dood zynde , verfcheenen de Vyanden vo o f
’ s Prinfen tent. Zyn Hon dje, den onraad
merkende, fprong op deszelfs a an ge zigt,
maakte hem wakker , en deedt hem het gevaar
ontkomen. Dus bchoedde G o d , door
een gering D ie r , deezen Held van den
d o o d , en ’t lieve Vaderland van een der
grootfte onheilen.
V . Hoe bekoorlyk zyn de Schoothondjes
der Jufferen ?
A. Hoe zeker is het daarentegen, dat
fraaie Dieren veeltyds het minfte nut doen 1
D e lelyke Herdershond , by deezen verge-
leken , i s , gelyk de D e u g d , hoewel in een
onaani
.
onaanzienlyk gewaad , egter niet minder edel
en nuctig. Schoothondjes, gelyk aan ppgepronkte
ledigloopers, doen n ie t s , dan geten,
drinken , en keffen', brengende niemant eenig
vo o rd e e l, maar alien zeer veel last aan.
Dat erger i s ; Ipkker gefpysp, v ly tig ge,
koesterd , fottelyk g e lie fto o sd , en hoog
gepreezen , vergelden z y foms allp deeze
gunften der hep aanbiddende Jufferen met
eenen doodelyken b e e t ; dewyl z y , dikwerf
ongemerkt, raazend w o rden, waarvan w y
meer dan een treurig vopfbeeld in pns V a derland
hebben.
V . Bezitcen de Honden geene andere lelyke
hoedanigheden , behalven deezen ?
A. T o t de vleeschvreetgnde en verilinden-
de Dieren behoorende , komen z y ops wel
te pas , pm krengep en ander fchaadelyk aas
te verilinden ; dan deéze aart , en de on-
reinheid die hun eigen i s , met het Aveder-
keeren tot hun u itfp ouw fe l, (eene- fchildery
van eenen f o t , die zyne dwaasheid herneemt.
Spr. X X V I . I I . ) npvens hunne dolligbeid ,
zyn vier dingen, die derzelver fchoone
hoedanigheden zeer vcrdonkeren.
V . W e lk Dier is in alles volmaakt!
A. Derzelver dolligheid is zekerlyk een af-
gryfelyk to e v a l, dat in zo veele Menfchen ,
door hen gebeeten , de treurigfte gevblgen
gehad h e e f t , waaraan men niet dan met ont-
E 3 ■ zetting
J
- A . a m
''l ' - ' I . I I
' 1 4 ’ .M