JURRIEN-G0DS11UIS, voorm. gestiebt op de Veluwe, prov. Gelderland.
Zie JmilAN-KLOOSTER.
JÜRRINGASLOOT (DE), water, prov. Friesland, kw. frestergoo,
■rriet. Wymbritseradeel, dat, ten Z. 0 . Tan üitwellingerga, uit de
Geeuw voortkomende, met eene oostelijke strekking in de Langsteertepoel
uitloopt. . .
JUSTUS-GASTHUIS of St. J oosten-gasthuis, voorm. gasthuis m het
Nederkwartier der prov. Utrecht, buiten de Tolsteegpoort der stad
Utrecht, in de Ganzesteeg. Dit gasthuis werd in het jaar 1583 ge-
sticht, en is tbans afgebroken.
JUTFAAS, d. in het Nederkwartier der prov. Utrecht. Zie J utphaas.
JUTPHAAS, gem., gedeeltelijk in het Nederkwartier, gedeeltelijk
in het Overkwartier der prov. Utrecht, arr. Utrecht, kant. IJsselstein
(2 k. d., 2 m. k., 1 s. d .) ; palende N. aan de gem. Veldhuizen ,
Oude-Rijn en Utrecht, 0 . aan Oud-Wulven, Z. aan Vreeswijk, _W.
gedeeltelijk aan den IJssel, die haar van de gem. IJsselstein scheidt,
gedeeltelijk onmiddellijk aan die gem. en aan de gem. Achthoven.
Doze gem. bevat de heerl. J u tp b a a s , llijn h u iz e n , t G e in, 0 ude-
G e in , Hoog-, L a ag- en W e s t-R a v e n . Zij beslaat, volgens het
kadaster, eene oppervlakte van 2597 bnnd.; telt 245 h., bewoond door
553 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 2000 inw., die
meest h«n bestaan vinden in den landbouw en gedeeltelijk ook van
den doortogt, waarom men er ook zeer goede herbergen beeft. ^
DeHerv., die hier ongeveer 940 in getal zijn, onder welke 230 Le-
dematen , maken eene gem. uit , welke tot de klass. van Utrecht,
ring van IJsselstein, behoort. De eerste, die hier het leeraarampt
heeft waargenomen, is geweest J an Antonisz., die in het jaar 1587
herwaarts kwam en in het jaar 1588 of 1589 afgezet is. Het beroep
is eene partikuliere collatie van den Heer van Rijnhuizen.
De R. R., welke ruim 1060 in getal zijn, onder welke 710 Com-
munikanten , maken eene stat. u it, welke tot.het aartspr. van Utrecht
behoort, en door eenen Pastoor bediend w.ordt.
De 10 Isr., welke in deze gem. wonen, behooren tot de ringsyna-
goge van Veenendaal, bijkerk van IJsselstein. — Men heeft in deze
gem. 'twee scholen, beide in het d. J u tp h a a s . i
Het wapen dezer gem. is van goud, met een middenschild van
keel (rood), omringd van acht lelien van azuur (blaauw), geplaatst op
de wijze van den vorm des Schilds.
JUTPHAAS-, heerl., gedeeltelijk in het Nederkwartier der prov.
Utrecht, gedeeltelijk in het Overkwartier dier prov., arr. Utrecht,
kant. IJsselstein, gem. Jutphaas; palende N. aan de heerl. Heikop,
Galekop en Oost-Raven, O. aan Houten, Wulven, Waaijen en Heem-
stede, Z. aan Vreeswijk en het Gein, W. aan de bar. van IJsselstein.
Deze heerl. bevat het d. J u tp h a a s en eenige verstrooid liggende
huizen. Zij telt eene bevolking van 1400 inw., die meest hun bestaan
vinden in den landbonw.
De heerl. J dtphaas wordt in twee deelen verdeeld, welke door den
Vaartsche-Rijn van elkander gescheiden worden , en onder den naam
van het N e d e r e in d e - v a n - J u tp h a a s en het O v e r e in d e -v a n -
J u tp h a a s , ieder eene afzonderlijke heerl. uilmaken, welke in het
jaar 1738 met elkander vereenigd zijn in den persoon van den Heer
Louis be Malapert , als zijnde daarmede, ten zclfden jare, door de
Staten van Utrecht beleend, en wordt thans in eigendom bezeten
door den Heer J acob L odewiik Willem Baron be Gheb. van J utphaas ,
Oud-Griffier van de Eerste Kamer der Statcn-Generaal, woonachtig te
’s Gravenhäge. . ,
Het d. J utphaas of J u t f a a s , naar men wil eigenlijk J u d it h fa a s , vol-
Äeris sommigen oudtijds J u d e f a x , l i g t 1 u. Z. ten W . van Utrecht,
1 u. 0. N. 0 . van IJsselstein, aan den Vaartsche-Rijn, in een zeer
vermakelijk oord. .
Het is een groot en fraai d ., waarvan de naam reeds vermeld Staat in
eenen open b rie f, door Keizer F r e d e r ik I , in h e t ja a r 1 1 6 5 uitgegeven.
Er is eene brug over den Vaartsche-Rijn, in het jaar 1 4 7 2 , met
toestemming van den Bisschop en de Kapittelen, gelegd , ten einde
het Nedereinde-van-Jutphaas met het Overeinde te vereemgen. Deze
brug moest door die van J utphaas onderhouden worden. De staten
der provincie hebben er naderhand eene tolbrug ,van gemaakt en haar
verkocht aan E saie G illot , Heer van Heemstede, welke dien , bij
uitersten wil, aan zijnen kleinzoon naliet. Voor het genot van het
tolgeld moest de eigenaar de brug onderhouden.
De kerk, welke voor de Reformatie aan den II. N icolaas was toe-
p-ewijd stond in het Nedereinde, beweslen den Vaartsche-Rijn. Zij
werd destiids door twee Pastoors bediend. Het regt van patronaatschap
kwam aan den Deken en het Kapittel van St. Salvatorskerk te Utrecht
toe, zijnde hun gegeven door den Ridder I sbranbus L e n t . Het was
eene tamelijk groote kruiskerk, voorzien van eenen toren, die eehter
niet veel aanzien had. Deze kerk is in 1 8 1 9 afgebroken en m 1 8 2 0
vervangen door eene nienwe , meer in de nabijheid van de kom der
gem. Ter plaatse, waar de oude kerk gestaan heeft, is een net kerk-
hof aangelegd. In het jaar 1 8 5 5 zijn de zitplaatsen der vrouwen op
eene nette en sierlijke wijze, ten koste van een lid der gem., vernieuwd.
De R. K. kerk, aan den H. N icolaas toegewijd, is een goed ge-
bouw , zonder toren, doch met een orgel. — Behalve de dorpschool
is er ook eene kostschool. — De kermis valt in den derden Dingsdag
in Junij.
Jutphaas heeft met I J s s e ls t e in een D e p a r t em e n t der JMaai-
schap pij: tot Nut van ’t Algemeen, hetwelk den 3 Februarij 1 8 1 8 is
opgerigt en 4 0 leden telt.
Vroeger had men onder dit d. de riddermatige h. Rij ne s t e in ,
R ijn e n b u r g , V r o o n e s t e in , R ijn h u iz en (eerlijds het H u is te
■Jutphäas en ook wel het H u i s t e n Rij n geheten), P le t t e n b u r g
en Wij ne s t e in , thans allen nog als buitenplaatsen aanwezig.
Dit d. heeft in de slichtsehe oorlogen veel geleden. Toen Hertog
W illem van B eijeren , in het jaar 1 5 4 8 , met eenen grooten hoop volk
in het Land van IJsselstein gelegerd was, daagde hij den Bisschop van
Utrecht uit tot eenen strijd, tusschen IJsselstein en J u t ph a a s , en stak
vervolgens het d. in brand. Hetzelfde lot wedervoer J u t p h a a s , in het
jaar 1 4 8 1 , toen de Stadhouder J oost van L alain en de Markgraaf van
Antwerpen , met vier duizend mau, te IJsselstein hadden post gevat,
bij welke gelegenheid, het geheele Nedereinde , benevens verscheidene
voorname lusthuizen in de asch werden gelegd.
In het jaar 1 6 7 2 hebben de Frapschen aan de bogt van den Vaartsche
Rijn , bij de Doorslagsche-brug eene schans opgeworpen, doch
deze is sedert gesiecht. — Thans wordt bij dit dorp een fort gebouwd,
behoorende tot de linie van Utrecht of de Hollandsche waterlinie,
Het wapen dezer heerl. is hetzelfde als dat van de gem.
JUTPHAAS, naam, welken men wel eens geeft aan het adell. h,
Ä ijnestein , in het Nederkwartier der prov. Utrecht. Zie R u n e s t e in .