zij weinig meer dan voetpaden van het eene dorp naar het andere,
en aan de beide zijden met hoog geboomte en kreupelhout begroeid,
waarin het wilde roofgedierte zieh in menigte ophield, zoodat, vooral
tusschen N g row o en K e d ir ie , het getal der door de tijgers ver-
scheurde reizigers en voetgangers, van jaar tot jaar op eene schrikba-
rende wijze toenam. Tegenwoordig heeft men er zeer goede wegen:
van de hoofdplaats naar N grow o en verder längs de Zuidkust, door
het regentschap K a la n g b r e t en T r e n g a le k , tot aan de grenzen
van Madion; van Ngrowo naar S in g r e t en E litä r tot aan de
grenzen van het Malangsche; van ß lita r tot aan de noordelijke
grenzen van Soerabaya, tegenover Kertosono; van laatstgenoemde
plaats naar de grens van Madion, en eindelijk een weg van de hoofdplaats
K e d ir ie naar B r eb ek , welke, in verband met den weg nabij
K e r to son o , den grooten postweg naar Madion uitmaakt.
De grootste marktplaatsen of bazars dezer residentie vindt men in
de hoofdplaatsen K e d ir ie , T o e lo n g a g e n g , K a la n g b r e t, Treng
a le k ,■ B r eb ek en B l it a r . Kapas, tabak, djarak, mengkoedoewortels,
genitrie , stroozakken , klappers , kalk, padie, rijst, sniker
. en kaneel, maken er de voornaamsle artikelen van den handel uit,
welke zieh echter uitsluitend tot het binnenland bepaalt. De land-
bouw is er door de vruchtbaarheid van den grond voor uitbreiding
vatbaar. Voorls vindt men hier goud-, zilver- en ijzersmeden , leer-
looijers , koperslagers, pannen- en pottenbakkers enz.; ook wordt er,
vooral aan de oostzijde van de Rawa-Bening, veel kalk gebrand.
Hoewel men in deze streken, gedurende den oostmoesson, veel van
de sterke zuidewinden te lijden heeft, wordt de luchtgesteldheid er
toch over het algemeen voor niet ongezond gehouden, en is ook in
den regen- of westmoesson uiterst gemqtigd. Volgens de grondge-
steldheid en natuurlijke ligging, welke ook op de overheerschende
temperatuur invloed nitoefenl, laat zieh K e d ir ie in twee nagenoeg
gelijke deelen splitsen , namelijk in het bergachtige en in het läge of
vlakke land, waarvan het eerstgenoemde wel het minst bevolkt, doch
uitnemend rijk aan vruchtbare gronden is. De distrikten B l it a r en
L o d o y o daarentegen zijn uitgestrekte wildernissen, onvruchtbaar en
onbewoond, hoewel men w il, dat zij nog eenige sporen dragen van
eene voormalige talrijke bevolking, welke men reden heeft om te ver-
moeden, dat ten tijde der invoering van het Mahomedaansch geloof
en ten gevolge van de willekeurige gestrengheid van het inlandsche
bestnur, hare haardsteden verliefen en zieh elders met der woon ne-
dergezet heeft. De inlandsche bevolking der tegenwoordige residentie
bedroeg, volgens de telling van het jaar 183 2 , nagenoeg 169,000 zielen
, met nog daarenboven 33 Europeanen en 698 Chinezen.
In deze resid., waarvan de hoofdplaats raede K e d ir ie genoemd is ,
zijn menigvuldige prächtige overblijfselen van Hindosche tempels en
van Hindosche steden, die echter meerendeeis nog niet genoegzaam
zijn onderzocht geworden.
Nadat in November 1837 geweldige stortregens veel schade in deze
resid. hadden aangerigt, heeft in Februarij 1838 eene hevige wind-
vlaag veel nadeel aan huizen en boomen teegebragt.
KEDIRIE, reg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kedirie.
Het is verdeeld in 3 distrikten, als: K e d i r i e , M o d j o r o t to ,
D jam b a n g , S o e k o r e d j o en P a p a r ; terwijl daaronder nog de
op zieh zelve staande distrikten ß l i t a r en S r in g a t behooren.
KEDIRIE, St. in Oost-Indie, op bet Sundasche eil. Java, resid.
en reg. Kedirie, Z. 0 . van den berg Wilis, aan den westelijken oever
van de Kedirie, over welke hier eene brug lig t, welke voor de fraai-
ste op Java gehouden wordt.
Men telt er 6000 in w. Zij is de gewone verblijfplaats van den
Resident, en men vindt er eenige zeer neringrijke bazars , die door
de handeldrijvende Chinezen gehouden worden. Het plaatselijke gar-
nizöen is gelegerd in eene benting, welke, tijdens de Javaansche on-
lusten , op den westelijken rivieroever werd aangelegd en sedert altijd
in behoorlijken Staat is gehouden.
Merkwaardig is hier de moskee A s t a n a -G e d o n g , uit de bouw-
vallen van oude tempels opgebouwd. In de omstreken vindt men
zulk eene menigte van verminkte en verbrijzelde kunstgewrochten der
oudbeid , dat onderscheidene tempels allerwaarschijnlijkst door de Ma-
liomedaansche overheerschers vernield geworden zijn , om tot den bouw
van misidjiets of moskeen te dienen. Ook heeft men nog, ten O.
van K e d i r i e , de belangrijke bouwvallen van S en to e l en Proedong.
KEDIRIE (DE) of d e K a d i r i e , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java, resid. Kedirie.
Deze riv. ontspringt uit een rawa of meer, in het distr. Tanggoel,
dat ongeveer 10 palen in omtrek heeft , en deels van verschillende
daarin uitwaterende beken , deels uit een drietal bronnen, welke op
zijnen bodem opwellen , zijn water ontvangt. De K e d ir ie loopt van het
Zuiden naar het Noorden , vereenigt zieh op 13 palen afstands van
de kust en valt eindelijk bij Soerabaya in zee. Zij loopt door eene
menigte aanzienlijke djatie-bosschen , en geeft eene schoone gelegen-
heid aan de hand , om zware balken te vervoeren.
In Januarij 1841 was deze rivier buitengewoon gezwolkn , zoodat
zij, den 1 Februarij daaraanvolgende, eene zeer aanzienlijke hoeveel-
heid oude boomen en andere stukken hout met eene zoodanige vaart
en kracht afdreef, dat in een paar uren tijds de middenhelft van de
groote brug, staande op zijde van het residentiehuis te Kedirie, was
medegesleept, in weerwil van alle aängewende pogingen , om die te
behouden. Ook werd de groote brug over de rivier Brantas, leidende
naar de hoofdplaats Toelong-Agong, afd. Ngrowo, die in het vorige
jaar nieuw was aangelegd, geheel vernield en de gemeenschap daar-
door gestremd, vermits die rivier een hevige stroom heeft.
In Maart 1843 is de K e d ir ie door de sterke regens weder buiten
hare oevers getreden , door welken hoogen waterstand vele wegen en
bruggen geleden hebben ; terwijl onderscheidene bruggen in het distr.
Soekoredjo, zoo mede de hulpbrug over de Brantas, zijn weggespoeld.
KEDOE, resid. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java. Zie K a d o e .
KEDOEN, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Madura, rijk
Soemanap.
Van dit d. heeft men, längs het Strand tot aan, Kapoedie, eenen
zeer aangenamen weg, welke door talrijke dorpen , welige akkers,
fraaije boschjes en bekoorlijke gezigten op het gebergte, eene aanhou-
dende verscheidenheid aanbiedt.
KEDOEWANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java. Zie
K a d o ew a n g .
KEDONG-WOENGO, bosch in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Tagaf.
Dit bosch is voor eem groot gcdeelte uitgeput, zoodat men voor
■eenige jaren den houtkap vooreerst heeft moeten staken , alhoewel de