I N V O E K.
Da geheele invoer op Java en Madura heeft bedragen in :
1826. 1836.
Aan koopmanschappen . . . . f 10,230,173 f 17,848,748
Aan specie . . . ; . . . - 3,982,822 - 676,180
Te zam en . . . . f 14,232,997 f 18,324,898 (1).
Hieruit blijkt, dat in 1836 de irtvoer 4,291,901 guld. meer heeft
bedragen , dan in 1826. De invoer aan kooptnanschappen heeft 7,398,373
guld. meer, die aan specie 3,506,672 guld. minder beloopen.
De invoer heeft plaats gevonden uit de volgendo landen tot eene
teaarde van :
L anden, esz. J aren. Verschil.
1826. 1836. Meerder. Minder.
Nederland. . . f 6,530,093 f 5,848,543 f f 681,550
Engeland. 1,078.412 - 3,318,495 2,240,083
Frankrijk. . - 305,615 - 385.753 - 78,138 -
Hamburg. - 21,437 - 23,078 - 1,641 -
Zweden. . - - 28,026 - 28,026 -
Amerika, . - 1,138,460 - 693,191 - • 445,260
De Kaap de Goede
Hoop. - 5,611 - 19,354 - 13,743 -
Isle de France. . - 73,866 - 10,513 - - 63,555
De Golf van Perzie. - 45,980 - - 45,980
Ceylon. - 36,554 . - 36,554
Bengalen, de Kust
van Coromandel
en Malabaar. . . 689,177 - 290,200 - - 398,977
Siam. . . . . - 118,989 - 84,256 - - 34,733
Cochin-China. , - - 7,795 - 7,795 -
China en Macao. - 390,255 - 979,426 - 589,191 «
Manilla. . . - . . 248,127 - 60,906 - Ü'IW - 187,221
Japan. . . . - 161,615 - 579,439 - 417,824 -
Nieuw-Holland. . - 56,978 - 20,533 - - 36,445
Oostersche-Archipel.
. . . . - 3,331,848 - 6,177,390 - 2,845,542
f U , 232,997 f 18,324,898 fQ ,121,983 f 1,950,082
Men ziet uit dien vergelijkenden Staat, dat de aanzienlijkste vermin-
dcring in den aanvoer heeft plaats gehad van Amerika, te weten 445,296
guld., van de kust van Coromandel en Malahaar, namelijk 398,977 guld.,
en van Manilla tot 187,221 guld.; want wel is waar, levert de aanvoer
van Nederland een minder bedrag van 681,550 guld. op , doch
(1) Behálve uit het keizerrijk Japan, zijñ ohder dezc in veer en geene gouvernements-goederen be-
grepen Wat het bedrag 7an 1826 aangaat, zijh daaTonder ook niet begrepen het tin en de spece—
-l'yèn hit de Molukko’s ; wat 1836 betreft , is onder het bedrag ook niet gerekend de Levantsche en
Bengaalscbe Opium, door de Nederlandsche Handelmaatschappij aangevoerd, ten behoeve van den lande.
De gouvernementsgoederen in 1836 ingevoerd , hebben eene waardè van vier millioen vier en dertig
duizend vijf en dertig guld bedragen; den parlikulieren invoer daarbij rekenende, krijgt men eene
waarde van twee en twintig millioen vijf honderd acht en vijftig duizend negen honderd drie en
dertig g u ld ., behalve nog hetgeen aangevoerd, doch in entrepôt Opgeslagen w a s , en derhalve bÿ het
opmakcu van dezen staat nog niet e ls invoer kon gerekend worden.
dit is over een veel grooter beloop van geheelen aanvoer , en komt dus
minder in aanmerking. Ook waren de tusschenjaren hier veel günstiger.
Daarentegen merkt men bij den aanvoer uit Engcland de aanzienlijke
vermeerdering van 2,240,083 guld op, dat is eene tweevoudige toene-
ming, iets hetgeen tot feitelijke wederspraak strekt van de beweringen ,
die men bij herhaling in de Engelsche dagbladen en tijdschriften vindt ,
dat Nederland nopens den bandel op Java bekrompen te werk gaat
en de Britische koopvaart derwaarts onderdrukt. De cijfers wijzen
het tegendeel uit. .
Onder de anderen günstige verboudingeU behoort die van China en
Macao, tot een bedrag van 589,191 guld., van Japan , tot 417,824
guld., en de geheele Oostersche-Archipel , tot 2,848,542 guld., Welke
bedragen, bij 1826 Vergeleken, verdubbeld of meer dan verdub-
beld zijn.
De aanvoer van de Golf van Perzie en Ceylon , in 1826 van lnttel
aanbelang, was in 1836 geheel te niet gegaan , van de Kaap de Goede
Hoop , mitsgaders uit Frankrijk, de Hanzesteden en Zwedcn cenigzins
aangewakkerd.
Met opzigt tot de producten heeft de invoer bestaun in :
1. Voortbrengselen van Europa, Amerika
en de Kaap. . . . . . f
2. Van de West van Indie en Bengalen.............................................
. . -
3. Van China, Manilla en Siam. . *
4. Van Japan. . . . . . . . .
5. Van den OosterSche-ArchipeL . -
1826.
5,955,009
1,066,360
985; 146
162,457
2,081,203
1836.
/ 10,210,017
731,643
- 1,806,951
579,521
- 5,520.616
/ 10,250,175 / 18,848,748
De invoer der koopmanschappen is bij gevolg gedurende hei jaar
1836 slechts nopens een gedeelte minder geweest, dan in 1826, teweiten
bij de producten van de West van Indie en Bengalen (334,717 guld.);
doch daarentegen anders verdubbeld, of meer toegenomen,, en w e l,
wat de voortbrengselen van Europa en Amerika (om van de Kaap,
daaronder vervat, niet te spreken) betreft, met het aanzienlijk bedrag
van 4,255,008 gnld., wat aangaat die van China enz., niet 821,805
guld. van Japan , met 417,064 guld. en van den Oostersche-Archipel,
met 3,439,413 guld.
I. In 1826 heeft de invoer der voortbrengselen van Europa,
Amerika en de Kaap de Goede Hoop hoofdzakelijk
bestaan in de volgende:
Lijnwaden. . . . f 2,211,061
Lakens en wollenstoffen
- 306,212
Provision. . - 654,734
Wijnen en S te rk e dr. - 561,246
Köper, ijzer en staal. - 309,709
Opium (Levantsche). - 275,818
Zijden stoffen, klee-
dingstukken, bi-
jouterien, en*.. . - 386,412
Meubelenen rijtuigen. f 134,122
Gond- en zilver passement.
. . . . i - 110,841
Aarde- en glaswerk. - 177,209
Scheepsbehoeften en
verfwaren........................ - 1 4 2 ,4 8 5
Tabak. . ■..................... - 40,311
Scbrijfbehoeften. . . - 4 5 ,469
Lederwerk......................... - 50,740