JANS-HEEREN-KLOOSTER (ST.) of wel St. J a n s - k o n v e n t , voorin.
kloost. te Haarlem, in de Jansstraat, strekkendc van de kerk, daar-
mcdc aanbekoorendc, tot aan de Stadsvcst, nu de Riddderstraat, en
met den daaraehter liegenden hof en boomgaard, tot aan de huizen in
de Kruisslraat; de huizinge en hof was in 1635 groot bevonden, met
den aankleve van dien, 738 Rijnlandsche roeden.
Zoo als de naam reeds aanduidt, werd het bewoond door St. Jansheeren
of Ridders van St. J a n , welke ook Hospilaalridders genoemd
werden. Hun kloost. te Haarlem was niet het geringste, maar is in
tegendeel zcer vermaard geweest en met groote inkomsten begiftigd.
Zij hebben bet’verkregen van G e r a r d o s v a n T e t t e r o d e , Kanunnik van
St. M a r ia te Utrecbt, welke zijn erf, met de woonhuizen , die hij
te Haarlem bezat, in het jaar 1 3 1 0 , aan bet St. Jans-of St. Cathari-
nenhuis te Utrecht, in eigendom opdroeg , waaröp nog in dat zelfde
jaar , bij het leven. van den gemelden Kanunnik , de Ridders van
deze orde allereerst in Haarlem zijn gekomen. Zoo zegt de Monnik
en Procurator W i l l e m v a n E gm o n d , en voegt er bij , dat, in het jaar
1312-, de Broeders, door W i l l e m , Heer van Egmond , bij Haarlem
in den Houle geplaatst, zieh zelve en het bunne in het gemelde huis
hebben overgebragt, welke laatste woorden, door da latere Kronijk-
schrijvers verstaan zijn van de Tempeliers , welke door toedoeu van
dezen lleer v a n E gm on d , na de vernieling van bunne orde, oijder de
St. Jansridders gestoken en van dezen in. bun buis alhicr ontvangen
waren ; hetgeen, ofschoon het deze Schrijver niet zegt, echter waar
kan zijn, en bier van de reden wezen , dat bij ze als Broeders van
St. J a n , en met bij hunnen eigen naam , Keeft willen noemen, om daar
mede de algemeene haat, waarin d e 'orde van den tempel toen gebragt
was, te ontgaan. Alleen mo et men tegen het misverstand der laatste
overleveringen bier staande houden , dat W i lh e lm o s Procurator , hier
spreekt van Broeders , die door W i l l e m v a n Egm on d geplaatst waren
in den Houte, en niet die, alleen door zijn toedoen, waren overgebragt
in het buis van de St. Jansheeren , gelijk de latere Schrijvers willen.
J o h a n , Bisschop van Zuden, Kommandeue van deze orde, en van hqt St.
Catharinebuis te Utrecht, beeft (lit erf en deze woningen , in het jaar
1516, lot een ridderlijk, ja vorstclijk huis , doen vertimmeren, en, in het
volgende jaar, de grondslagen doen leggen van de kerk, die nog de
St. Janskerk genoemd wordt, en zonder eenige veranderingen overge-
bleven is, welke gestichten geene kleine ruimte aan dien kant van de
stad besloegen, en aan de St. Jans- en Ridderstraten , alsmede aan
de St. Janspoort, W'elke in de laatste vergrooting der stad is afge-
broken, den naam gegeven hebben. Deze. Ridders hebben bier te
lande groote goederen en rijke inkomsten gekregen , vooral van Graaf
W i l l e m III, bijgenaamd de Goede, en F i l i p s v a n B o d r g o n d i e , welke
daarvoor bedongen l.ebben, dat hunne genial innen en kinderen , met
hunnen geheelen bofstoet, ten alien tijde hunnen intrek zouden mögen
nemen , en moeten gehuisvest worden, in de huizen en kommanderijen
dezer orde, hetwelk dan ook oorzaak is geweest, dat naderhand de
Graven alhier zelden of nimmer op hun paleis, nu het sladhuis, maar
in dit St. Jansbuis hun verblijf gehouden hebben. Doch het waren
niet alleen de Graven met hunne familie en bofstoet, die in dit konvent
gehuisvest werden, maar ook bunne Ambtenaren, de Stadhouders,
Commissarissen van den Hove en andere groote personaadjen. In 1572
was er onder anderen gehuisvest G e r r i t v a n B e r k e n r o d e , welke eene
commissie van den Prins had, om met R d y c h a v e r te trachten Haarlem
aan de zijde van Oranje te brengen, hetgeen hem gelukte. Er moet
cene stalling bij zijn geweest, want R utcijaver en R ipperda hebben er
hunne paarden gestald, en eenige maanden lang zijn er vele personen
dagelijks ter maaltijd geweest, waaronder wel zullen zijn geweest Offi-
cieren der bezetting. Ook werden er voorname vreemdelingen gehuisvest.
Tot een voorbeeld hiervan kan strckken, dat wanneer F il ip s v a n
B odrgondie , in het jaar 1444, in deze stad kwam, om de overgeble-
ven vonken der Hoeksche en Kabeljaauwsche verdeeldheden uit te blus-
schen , en Graaf J an van N assad herwaarts kwam, om ’sHertogen komst
aan de poorteren bekend te maken, deze Graaf als toen in dit huis der
St. Jansheeren werd gelierbergd , ofschoon F il ip s zelve toen ter tijd elders
zijnen intrek nam, alsmede Heer G ijsbrecht van B r e d e r o d e , Domproost
te Utrecht, die, verneinende dat de Hertog zieh alhier ophield, zieh
mede herwaarts spoedde, en in hetzelfde huis, waarin de Hertog als toen
zijn verblijf had genomen , werd gehuisvest. Zoo ging ook de gewaande
zoon van den Engelschen Koning E ddard IV, die <\oor M argaretha van
Y o r k , de.weduwe van Hertog K arel van B o drg o ndie, zoo zeer begunstigd
werd, in dit Ridderhuis zijn verblijf houden , toen hij, om de kroon
van Engeland meester te worden , in het jaar 1495, naar dat koningrijk
stond over te steken. J ohan G erbr and sz en van L eyden , de Prioc der
Carmeliten, verhaalt in zijn- boekje van den oorsprong en daden der
Heeren van Brederode, dat Heer D irk va n B rederode , dien hij den
elfden te lt, en welke bijgenaamd was de Godvruchtige of de Goedertie-
rene, onder zij ne mildadigheden aan de Geestelijken ook dit huis der
St. Jansheeren, in het jaar 131 8 , niet vergat. Deze edele Hcer v a n
B rederode , zegt hij : » was een milde aelmisgever, want hij gaff te
* Haerlem tot die Heren van Sinte Johans een kelck , die van iijnen
» goude was,” en op het jaar 1346, teekent gemelde Overste der Car-
melieten aan, dat Vrouwe E lizabeth , weduwe van Heer H endrik van B r b -
derode , de kleinzoon van den eerstgemelden Heer D irk , » gaf, aan
» het clooster Sint Johans binnen Haerlem een Cappelri , en de be-
» gaefde daer Sinte Margrieten outaer jaerlicx mit dertien pont.” Bij
het accoord tusschen den Prins en de Staten met Haarlem, den 24 April
'1581 gesloten , wegens de kosten en schaden bij de belegering in 1572 en
1573 door de stad en ingezetenen gedaan en geleden, zijn onder anderen de
geestelijke gebouwen en goederen alhier aan de stad in eigendom gegeven,!
welke die van 1877 hadden beheerd. Dan men heeft aan de
St. Jansheeren het vrije beheer over hunne goederen en dus ook over hun
huis en hof gelaten, tot dat zij waren uitgestorven, hetgeen plaats had
met het overlijden van den laatsten Kommandeur A nd kies van S odwen ,
die den 9 Julij 1625 is overleden, als wanneer de stad alles, wat tot
de orde van S t . J an alhier beboorde , in eigendom heeft genomen.
Zij heeft dan ook van tijd tot tijd eenige goederen verkocht, zoo als
in December 1641 de huizinge, grenzende aan de Janskerk, nu het
eigendom van de Nederduitsche Gereformeerdc gemeenle, met drie daar
nevens gelegene huizen , waarschijnlijk gedeelten van het konvenlhuis ,
alsmede de gronden van den hof en boomgaard, waarvan men toen
heeft gemaakt de Nieuwe-Kruisstraat, de Korte-Wijngaardstraat en de
St. Pieterstraat, en daarop huizen gebouwd, waartoe de koopers van
die erven, bij het koopen daarvan, verpligt werden. In de Jansstraat,
aan de zijde van de Ridderstraat, schijnt men reeds vroeger
erven met hetzelfde oogmerk te hebben uitgegeven. Gemelde slraten
hebben als toen, met de Ridderstraat, hun aanwezen verkregen van
den hof en boomgaard van het konvent en van het kerkhof. Alleen