In de kerk, die voör de Reformatie aan den H. Htpolitüs werd too»
gewijd, was eene vikarij aan St. Barbara’s outaar. De pastorij had de in-
komsten van twintig morgen lands, bedragende 54 goudgulden (51 guld.).
Deze kerk was eene redelijk groote kruiskerk, met eenen zwaren Vierkanten
toren , welke eene scherpe spits had, doch in het jaar 1829 zoo
houwvallig geworden was, dat de gemeente, sedert dat jaar, hare bij-
eenkomsten moest houden in eene gehuurde houten loods, waarom in
het jaar 1833 de oude kerk is afgebroken en in hare plaats eene nieuwe
gcsticht, zijnde een kruisgebouw met een orgel. Tot het stichten van
deze kerk werd van ’s Rijks wege gegeven 4000 guld., van de Synode uit
het fonds voor noodlijdende kerken en personen tweemalen 10Ö0 guld.,
van de Provinciale Staten van Utrecht 2600 guld.; alles onder beding,
zoo van eene vrijwillige inschrijving der gemeente van ten minste
1000 guld., welke echter heeft opgebragt 1100 guld., als ook van
eene döor Kerkvoogden en Notabelen daar te stellen geldelijke nego-
tiatie, groot 3500 guld., waarvoor is ingeschreven tot een beloop van
5100 guld. Zij werd den 20 Februarij 1853 aanbesteed aan den Heer
W. var Bembel, Mr. Timmerman te Gouda, en op den 14 Junij daaraan-
volgende werd de eerste steen gelegd door jon'kheer Mr. Diedebik Gre-
goriüs var Tevlirger var Kamerik , als Ambachtsflecr en Opperkerkvoogd.
Yoltooid zijnde, werd zij ingewijd den 20. April 1854. ßeeds in 1784
was, bij uitersten \Vil van Mejufvrouw Jobarra -/Emilia Herlee, weduwe
van Mozes Swaar, eene som ter vervaardiging van eenen zilveren schotel,
ten gebruike bij het H. Avondmaal, geschonken. De toren, welke van
de vorige kerk overgebleven is , strekt ook de tegenwoordige tot sieraad.
De kermis valt in den eersten Dingsdag in September.
Het wapen van Kaberik is van g o u d , met drie St. Andrieskruissen
van keel (rood).
KAMER1K, wijk of b. van de gem. Kamerik-en-de-Houtdijken, in
het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. en 4 u. W. ten* N. van
Utrecht, kant. $n 3 u. W. van Maarssen; met 25 h. en 170 inw.
KAMERIK (OUD-), wijk of b. van de gem. Kamerik-en-de-Houtdijken,
in het Nederkwartier der prov. Utrecht, arr. en 4 u. W. ten
N. van Utrecht, kant. en 3 u. W. van Maarssen; met 32 h. en 210 inw.
KAMERIK-EN-DE-HOUTDIJKEN , ook wel K am e r ik - H o u t d u k e r en
K a m e r ik -m e t - d e h - H o u t d ijk geheeten , gem. in het Nederkwartier der
prov. Utrecht, arr. Utrecht, kant Maarssen (5 k. d., 3 m. k., 2 s. d.);
palende N. aan de gem. Wilnis en Oudhuizen , O. aan ’Kockengen,
Teckop en Harmelen, Z. aan de Zuidhollandsche gem. W oerden, W.
aan de gem. ’s Gravesloot, Kamerik-Mijzijde en Achttienhoven.
Deze gem. bestaat uit de pold. K am e r ik -T e y lin g e n s , Groote-
H o u td ijk en K le in e -H o u td ijk , en heeft vier wijken of buurten,
als: K le in e -H o u td ijk , G r o o t e -H o u ld ijk , Kamerik en Oud-
K am e r i k. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
1444 bund. R8 v. r. 26 v. eil., waaronder 1444 bund. 60 v. r.
56 v. eil. belastbaar land; telt 91 h. en watermolens, bewoond door
118 huisgez., uitmakende eene bevolking van 620 inw., die meest
hun beslaan vinden in den landbouw en den Handel in kaas.
De Herv., die hier 330 in getal zijn, onder welke 125 Ledematen,
bchooren tot de gem. van Kamerik, van welke de kerk in deze gem.
Staat, even als de school van Kamerik c. s.
Men heeft er ook 2 Afgescheidenen en 1 Remonstrant. — De
R. K., van welke men er mede 290 telt, onder welk 235 Commum-
lanten , worden tot de stat. van Teckop gerekend.
Deze gem. is. eene heerl., welke thans in eigeudom bezeten wordt
door Jonkheer Mr. Diedeiuk Gregobics var Tevlirger var Kamerik ,
wonende te Rotterdam.
KAMERIKER-WETERING, water in het Nederkwartier der prov.
Utrecht, dat uit den Rijn voortkomt, tusschen de gem. Kamerik-en-
de-Houtdijken en Kamerik-Mijzijde door ; tot tegen de zoogenaamde
Hollandsche-kade, onder het grootwaterschap van Woerden Ioopt.
KAMERIK-HOUTDIJKEN,^ naam, welken men weleens geeit aan
de gem. Kamerik-er-de-Hodtd*jker , in het Nederkwartier der prov.
Utrecht. Zie Kaberik-er-de-Houtdijker.
KAMERIK-MET-DE-HOUTDIJKEPi, gem. in het Nederkwartier der
prov. Utrecht. Zie Kamerik-eh-de-Houtdijker.
KAMERIK-MIJZIJDE, gem. in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr. Utrecht; kant. Maarssen (5 k. d., 3 m. k., 2 s. d .) ; palende N.
en 0, aan Kamerik-en-de-Houtdijken, Z. aan de gem. ’s Gravesloot,
W. aan de gem. Zegveld en Achttienhoven.
Deze gem. bestaat uit de pold. K am e r ik -M ijz ijd e ; beslaat,
volgens het kadaster, eene oppervlakte van 854 bund. 77 v. r. 31 v. eil.,
waaronder 834 bund. 32 v. r. 98 v. eil. belastbaar land; bevat de
westzijde van het d. K am e r ik en telt 57 h., eenen watermolen en
eenen korenmolen, bewoond door 81 huisgez., uitmakende eene bevolking
van ruim 420 inw., die meest hun bestaan vinden in de kaas-
makerij.
De Herv., die hier 320 in getal zijn, onder welke 130 Ledematen,
behooren tot de gem. van Kamerik. — Men telt er 6 Afgescheidenen.
— De R. K., van welke men er 100 te lt, worden tot de stat.
van Teckop gerekend. — Men heeft in deze gem. geene school, maar
zij is, wat het onderwijs betreft, met K a m e r ik - e n - d e -H o u td i j■*
k en gecombineerd.
Deze gem. is eene ambachtsheerlijkheid van het voormalig kapittel
St. Marie te Utrecht. Op het jaar 1131 wordt in eenen brief van
Ahdreas var Kcik , deu vijf en twintigsten Bisschop van Utrecht,
gewag gemaakt van de dorpelingen van Mija of Mii , wien zeker ge-
deelle land , palende aan Kaberka , welk hun te voren met geweld
ontnomen was , door dien Iierkvoogd wedergegeven wordt, mits daar-
yan aan de Lieve-Yrouwekerk tienden , schattingen en regten betalende.
Aan die van Oud- en Nieuw-Kamerik-met-de-Houtdijken , te
voren drie geregten, waarin het buurregt plaats had, vergunde Keizer
K a re l V , in het jaar 153 0 , octrooi om eene vierschaar te hebben ,
bestaande in eenen Schout en zeven Schepenen.
KAMERIK-MIJZIJDE, pold. in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr. Utrecht, kant. Maarssen, gem. Kamerik-Mijzijde.
Deze heeft dezelfde grenzen en grootte als de gem. van dien naam ;
telt 31 boerderijen, en heeft eenen polderwatermolen, die het over-
tollige water uit den polder in de Grift maalt, waaruit het in den
Rijn komt. Het polderbestuur bestaat uit eenen Schout, drie Heem-
raden, eenen Secretaris en eenen Gaardermeester.
KAMERIK-TEYLINGENS , pold. in het Nederkwartier der prov.
Utrecht, arr. Utrecht, kant. Maarssen, gem. Kamerik-en-de-Boul-
dijken; palende N. aan de gem. Wilnis en Oudhuizen , O. aan Kockengen
en Teckop, Z. aan de Groote-Houtdijk-Teylingens, W. aan
Kamerik-Mijzijde en Achttienhoven.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
1046 bund. 33 v. r. 3 v. eil.; telt 37" boerderijen^ en, heeft etmm