tcrwijl een ander gedeelte gered en in de ßovenkerk , in en om het
koor, geborgen werd. Het water « hetwelk de kerk indrong, onder-
mijnde de grafzerken , welke gedeeltelijk wegzonken en de geopende
graven vertoonden. De geheele omvang van het ruim der kerk werd
een tooneel van verwoesting en verwarring, zoo als de gansche stad
weldra vertoonde, daar zij bij na geheel overstroomd werd , en wel tot
eene boogte van ruim zes palmen, boven het peil van den hoogsten ,
aldaar bekenden, watervloed van bet jaar 1 7 7 6 , sedert welken tijd
deze stad niet weder was overstroomd geworden. Alleen de Oude-
straat van de plantagie tot aan de ßovenkerk was droog te begann.
Men voer in de straten en men was overal in de weer, om
met sehuiten-de menschen te redden, welke in het laagste gedeelte
der stad hunne woningen moesten verlaten, ten einde aan het le-
vensgevaar, waaraan sommigen naauwelijks konden ontrukt worden,
te ontkomen.
Den 11 September- 1828 is een koren-standert'molen , even buiten
de Veenpoort der stad Kämpen , door eene geweldige hoos aangegre-
pen en van de hoogte, waarop hij stond, neèrgesmeten en verbrij-
zeld. Van vier mannen , die er zieh op bevonden, zijn twee zwaar
gewond , en hebben de twee anderen dadelijk , op de jammerlijkste
wijze, daarbij het leven verloren. .
Het wapen van Kämpen is van azuur (blaauw), met een bürg,
voorzien van drie gecreneleerde torens met spitse daken , alles van
zilver. In de poort der middelste toren is liggende een doorsneden
(coupé) schildje van zilver en azuur. Het wapen is gedekt met eene
keizerlijke kroon, als eene vrije keizerlijke rijkslad, en wordt vastge-
houden door twee ongekroonde klimmende leeuwen van zilver.
KÄMPEN, ook wel Bewbsten-Whtvliet genoemd , voorm. eil. in
Zeeland, ten N. door de Roompot, ten 0. .-door het Wijtvliet, ten
Z. door de Zuidvliet en ten W. door het Veersche-gat bèspoeld.
Het bevatte de d. K äm p en , het N ie u w la n d , W is s e k e r k e en
S o e t e lin g e k e r k e . Later is het weder ingedijkte gedeelte met
het eil and K a t s vereenigd, en daaruit het eiland Noord-Beveland ont-
staan, waarvan het thans het westelijke gedeelte uitmaakt.
KÄMPEN, -voorm. d. of st. op het voorm. eil. Kämpen, prov.
Zeeland, over de stad Vere.
Het was reeds in de dertiende. eeuw bekend, en zoude, volgens
Reicebsbergen, nevens W i s s e k e r k e en Z w o lle k e r k e , door de drie
Overijsselsche steden Kämpen, Deventer en Zwólle, in 1176, bedijkt
zijn ; ook zouden die dorpen te dier oorzaak, voorheen de wapens van
die drie steden gevoerd hebben. Naar dit d. zoude de tegenwoordige
stad Veere den vroegeren naam van Kampveer bekomen hebben , naar
een veer, dat bij genoemd dorp bestond, tusschen het voorm. eil.
Kämpen (nu gedeelte van Noord-Beveland) en het eil. Walcheren. Dit
d. is in 1832, bij eene overstrooming , vergaan, en wordt door som-
mige schrijvers voor eene voorm. stad gehouden.
Het wapen van Kämpen was van zilver , met een hoofd van a z u u r,
waarop een lambel van goud.
KÄMPEN, voorm. state, prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Stellingwerf-0 osteinde, arr. en 6j u. Z. 0 . van Heerenveen, kant. en
3 u. 0 . ten N. van Oldeberkoop, 18 min. Z. van Oosterwolde, wgar-
toe zij behoorde.
Ter plaatse, waar deze state gestaan heeft, ziet men thans bosch.
De daartoe behoord hebbende gronden, uitmakende eene oppervlakte
van 29 bund. 76 v. r. 10 v. eil., worden thans in eigendom bezeten
door den Heer H. L. K o o p h a n c . s . , woonachtig te. Fochteloo.
KÄMPEN (DE), buurtje, p r o Friesland, kw. Westergoo, griet.
Wonseradeel, arr. en 4 u. W. N. W. van Sneek, kant. en 1J u.
N. W. van Boisward, | u. N. W. van Witmarsum, waartoe het behoort.
KÄMPEN (HET GAT-VAN-), eene der killen van den Biesbosch,
prov. Noord-Braband, gem. Made-en-Drimmelerv, uit het Gat-van-de-
Noorderklip voortkomende, en in eene westelijke strekking tusschen
de Ganzenwei ten N. en eene plaat van de Honderddertig ten Z. door,
in het Gal-van-Visseben uitloopende.
KÄMPEN (DE GROOTE-), pold in het Westerkwartier, prov. Groningen,
arr. Groningen, kant. Zuidhorn, gern. Oldehove; palende
N. aan de Hunse, 0 . aan de Kleine-Kampen , Z. aan den Provincia-
len-zeedijk, Wi aan den Aalsumer-uiterdijk.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
80 bund., alles schotbaar land; telt 2 k., waaronder 1 boerderij , en
wordt door een sluisje, op de Hunse, van het overtollige water ontlast.
KÄMPEN (DE GROOTE-EN-KLEINE-), voorm. eil. in de riv. de
Hunse, prov. Groningen, dat eertijds tot Hunsingo en kerkelijk on-
der Zuurdijk , behoorde, en tot aan de omwenteling van 1793, te
Leens de lasten betaalde. Door opslijking van den ouden zuider-
hoofdärm van het Reitdiep of de Hunse en daarop gevolgde binnen-
dijking, is het aan het Westerkwartier verbonden, behoorende thans
tot de gem. Oldehove, kant. Znidhorn, arr. Groningen, meer bepaal-
delijk tot het d. Oldehove, waarvan het ook de O l d e b o o f s t e r - p o l d e b .
genoemd wordt; palende N. aan het Reitdiep, 0 . aan den Englu-
mer-polder, waarvan het door eene nog zigtbare laagte, de oude
bedding, gescheiden is , Z. aan den Provincialen-zeedijk, W. aan den
Aalsumer-uiterdijk, waarvan het door eenen kadijk gescheiden is.
Eertijds vond men hier twee veeplaatsen op heuvels, met ringdij-
ken omgeven, welke plaatsen en dijken nog aanwezig zijn, doch de
laatste doen, door inpoldering van het geheel, geen dienst meer als
waterkeering. Aan de oostzijde der bedding, die tot afwatering dient,
merkt men nog den ouden dijk op, en in de K le in e -K am p e n ziet
men paalwerk; ook wijst men nog de plaats aan, waar een oorlog-
schip zoude gezonken zijn. Binnen den kapitalen zeedijk vindt men
twee zeer groote en diepe kolken.
Deze .streek lands, welke vroeger eene afzonderlijke regtstoel uil-
maakte , bestaat thans alzoo uit twee pold., de G roo t e - Kain p e n ,
ten W., en de K le in e -K am p e n , ten 0 ., die, volgens het kadaster,
eene oppervlakte beslaan van 128 bund. 34 v. r. 48 v, eil., alles
schotbaar land. Men telt er 3 h., waaronder 2 boerderijen. Zij worden
door twee kleine sluizen, op de Hunse, van het overtollige water
ontlast, en staan onder het bestuür van de gem. Oldehove.
Deze landstreek i s , bij den watervloed van Februarij 1823, geheel
overstroomd geweest, zoodat aldaar 34 runderen en 3 paarden ver-
dronken zijn en de huizen zwaar beschadigd werden.
KÄMPEN (HET HAVENTJE-YAN-) , water in het eil. Noord-Beveland,
prov. Zeeland.
Het komt van den dijk ten Zuiden van den Rippolder, loopt met
«ene zuidoostelijke en vervolgens zuidelijke strekking door den Ileer-
Jans-polder, schiet bij het Kamperlandsche-veer onder den dijk door.
- - tla s t zieh yoorts, in eene zuidwestelijke Strekking, in het Veer