werd in bet jaar 1680, van en vom' de Doopsgez. tat Koog-en-
Zauudijk gestiebt, nadat de Vlaamsche en Waterlandsche Doopsgez.,
die te voren elk eene vergaderplaats op de K oog hadden, met elkan-
deien vereenigd waren. Er zijn twee ingangen in het Zuidcn, de
predikstoel Staat in het Noorden en de zitplaatsen zrjn aan drie zijden,
beneden en boven op eene gaanderij. De eerste leerredenen werden ge-
houden op den 22 December van het jaar 1680, door R em m e r t J acobs
d e V r ie s , toen Leeraar der vereenigde Doopsgez. te Westzanen, en
de tweede door D ir k S imo ns M o e r e ja a n , Leeraar op Koog-en-Zaandijlc.
Deze kerk is van toren noch orgel voorzien.
Men heeft te K o o g - a a n - d e - Z a an een We e s h u i s v an de Doops-
g e z in d e g eme e n l e , waarin weezen en armen opgevoed en onder-
lionden worden , en men brood en andere noodwendigheden , aan de
bchoeftigen uitdeelt. Het Staat op de Sehipperslaan, naar de zijde
van de Zaan , längs welke het een goed gezigt heeft naar het Noorden
, en is een schoon gebouw van twee verdiepingeii hoog, dat zeer wel
geschikt is tot inwoning van weezen en armen. In dit gestjeht zijn
26 arme oude mannen, vrouwen en kinderen opgenomen.
Het Wee s- en Armhu i s voor het g eme en , op het westeinde
van het Smeerpad, werd in het jaar 1826, bij dispositie van Gedepu-
teerde Staten van Noord-Holland, als Weeshuis gesuprimeerd eö in 1827,
tot een Gemeente-huis ingerigt.
ßovendien heeft men er nog eene Maatschappij van Moederlijke Wel-
dadigheid , len doel hebbende , het ondersteunen van behoeftige kraam-
vrouwen , en, met Zaandijk gemeen, een Dep a r t emen t der Maat s
c h a p p i j , Tot Nut van ’l Algemeen, dat den 23 November 1788
opgerigt is en 120 leden te l t , mitsgaders eene Fransche school, met
dezelfde gemeente gemeen , aan het zuideinde der gemeente Zaandijk
staande , behalve nog 2 scholen op de Koog , eene voor jongens en eene
voor meisjes.
D e k e rm i s t e K oog is i n h e t j a a r 1712 a f g e s c h a f t , e n m e n b e e f t
s ß d e r t d ie n t i j d , h e t n i e t d i e n s t ig g e a c h t , h a a r w e d e r in- t e v o e r e n .
Het wapen dezer gemeente bestaat uit twee leeuwen van zilver, op
•een veld van keel en twee leeuwen van keel, op een zilver veld.
KOOGDIJK (DE) , kadijk in Kennemerland, prov. Noord-Holland,
gem. Uitgeest, loopende van de Kleis a f , in eene noordelijke rigting , tot
aan de Limmer-Koog en scheidende de poldcrs, dfin Broek, van den
Zien-polder en den Dorregeester-polder.
KOOG-EN-ZAANDIJK , Doopsgez. kerkelijke gem., prov. Noord-Holland}
met ongeveer 1400 zielen , onder welke 6Ö0 Ledematen , met
eene kerk te Koog. De eerste, die in deze gerne, het leeraarambt heeft
waargenomen, is geweest D ir k S im o ns M o o r e ja a n , die hier in 1680
stond. Het beroep geschiedt door den kerkeraad.
KOOGER-DUINEN , heuvels op Eijerland, prov. Noord-Holland,
nevens het d. de Koog , welke eene hoogte van ongeveer 20 eilen hebben.
KOOGERPOLDER of K oo gpo lder , pold. in Geestmer-Ambaeht, prov.
Noord-Ilolland, arr. en kant. Alkmaar, gedeeltelijk gem. Oudcar-
spe l, gedeeltelijk gem. Haringcarspel; palende N. aan de Poel , N, O.
aan het Bleekmeer, O, aan den Nieuwe-polder en het zoogenaamdc
Waardje, Z. aan Geestmer-ambacht, W. aan het d. Oudcarspel.
Deze pold. wordt onderscheiden, in de No o rd e r k o o g , de Mid-
d e lk o o g en de Zuide rko o g . Hij beslaat, volgens het kadaster,
eene oppervlakte van 67 bund. De K o o g e r po l d e r wordt gezamenlijk met
het B l eekme e r , door eenen molen droog gehouden.
KOOGMEER , bedijkingin Geestmer-Ambaeht, prov. Noord-Ilolland,
arr. en kant. Alkmaar, gem. Oudcarspel.
Deze bedijking, beslaat, volgens het kada3tcr, eene oppervlakte van
71 bnnd., en wordt door eenen molen van het overtollige water ontlast.
KOOG-OP-TEXEL, d. op het eil. Texel, prov. Noord-Holland, Zie
K oo g.
KOOG-POLDER, pold. in Geestmer-Ambaeht, prov. Noord-Holland.
Zie K oo ger - b o l d e r .
KOOI (DE) of »B Koov, streek lands in de beerl. Prinseland,
prov. Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. Oudenbosch,
gem. Dinteloord-en- Prinseland.
Van deze streek lands, welke eigenlijk een gedeelte van de Kooi-
en-Carolina-polder uitmaakt, braken bij den storm van 24 Febrnarij
1837 de dijken door, waardoor zij ruim drie eilen hoog onder water
geraakte.
KOOI (DE OUDE-) of S t r o o w a a r d , pold.in den Biesbosch, prov, Noord-
Braband, Tweede distr., arr. ’s Hertogenbosch, kant. Ileusden, gem.
Werkendam; palende N. aan den Oostelijke-Groeningswaard , 0 . aan
den Kalverwaard, Z. a a D de grienden tegen Jacobssloot, W. aan de
grienden.
Deze pold., is groot 7 bund. 98 v. r. Hij watert uit op de Be-
vert cn Staat onder het bestuur van den eigenaar. Het zomerpeil is
1,10 el en de kade 2,25 el boven A. P.
KOOI (VLAKTE-VAN-DE-), voorm. zandbank in het Noorden van de
Zuiderzee; aan de Zuidweslkust van het eil. Vlieland, waarvan zij door
een smal vaarwater gescheiden was. Deze bank bestaat echter tegen-
woordig niet meer.
KOOI-EN-CAROLINA-POLDER, pold. in de lieerl. Prinseland,
prov. Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. Oudenbosch,
gem. Dinteloord-en-Prinseland; palende N. W. en N. aan de Slikken
aan het Volkerak, N. 0 . aan den mond van de Dintel, Z. 0 . aan den
Dintel-polder , Z. aan den Anna-polder, Z. W. aan de Drie-Vrien-
den-polder.
Deze pold. is in het jaar 1785 of 1756 bedijkt. De dijken zijn in 1781
tot kaden verminderd j in 1823, is hij echter weder kapitaal bedijkt.
Hij ontleent gedeeltelijk zijnen naam van C a r o l in a , Prinses van JVeil-
burg, gedeeltelijk* van een daar gestaan hebbende eendekooi. Hij beslaat
, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 117 bund. 11 v. r.
90 v. eil. alles schotbaar land, watert door eenen steenen sluis aan
de noordoostzijde des polders, voorzien van eene vloeddeur en schuif,
op den Dintel uit. Hij Staat onder het beheer van de eigenaren ,
zijnde de Heeren P. J. C o t p e r s , te Bergen-op-Zoom en J. R. G r e v e r s ,
te Oudenbosch.
De stormvloed van 4 February 1825, welke alhicr tot 3 eil. 6 palm.
8 duim boven A. P. klom , heeft de dijken van dezen pold. overstroomd en
sterk beschadigd. In 1831 is eene oude batlerij, bij het huis op den
Noord-Oostboek des polders, weder opgemaakt geworden. De dijken
braken door den Storni ven 24 February 1837 door, waardoor deze pold.,
wederom onderliep en den dijk gedeeltelijk wegspoelde. — Deze dijk
niet hersteld geworden zijnde, zoo is de polder thans fnog aan de dage-
iijksche zeevloeden onderworpen c n , zooals men dit noemt, sedert
1837 nog drijvende.
KOOI-EN-TUINDER-POLDER, peld. in Rijnland, prov, Zuid-Hol-
land. Zie K o o v - e n - T c in d e r - i'o l d e r .