linden- en ijpenbooluen belomnierd worden. Men telt er legenwoordig,
in de kom van bet d., 2 2 7 h., 1 7 bokkingrookerijen.cn 1 3 6 0 inw.,.
die raeest hun bestaan vinden in den landbouw. Te voren bloeide
dit d. dermatc, dat e r , buiten en behalve de onderscheidene kunst-
cn handwerken, nog verscheidene lijnbanen aanwezig waren , onder
welken er drie gevonden werden, die voor de voornaamste van gc-
liecl Znid-Holland werden gehouden , op welke , niet alleen voor allerlei
soort van groote en kleine vaartuigen, maar ook voor ’s lands
oorlogschepen, kabels en ander touwwerk gedraaid en geslagen werd,
cn waardoor bet meniginaal gebeurde, dat in elk dezer banen 5 0 lot
4 0 menscben werkten ; dan, deze zijn allen , door het verval der tij-
den , weggeraakt. Kleinere banen waren er voorbeen wel 7 0 of 8 0 ;
doch in het begin dezer eeuw waren zij reeds tot 3 0 verminderd. Thans
is er slccbts 1 lijnbaan | met 2 3 werklieden (1), 3 4 kleine banenof fijn
garenspinnerijen, met 86 werklieden; ook heeft men er 2 kalkovens.
De Rijn doorsnijdt het dorp met eene tamelijke breedte längs eenen
weg, die met eene reeks van sierlijke lindenboomen en met eene
schoone rij huizen bebouwd i s , waaronder uitmunt het huis, dat de
Heer van K a t w i j k vroeger voor zijn verblijf hield , en in het jaar 1 8 5 1
door den Bisscbop van Curium , tot eene in r ig t in g voor m idd el-
b a a r onde rwijs en o p v o e d in g is aangekocht. OverdenRiju is in
het jaar 1 6 6 6 , door Yrouwe M a m a v a n R e i g e r s b e r g s , douairière van
den Heer Wi l l e m , Baron v a n L i e r e , Heer van de Beide-Katwijken,
eene schoone steenen brug gebouwd , bestaande uit drie bogen, pra-
lende vroeger met de wape.ns dezer adellijke huizen, van welke brug
haar eenige zoon W i l l e m , Baron v a n L i e b e , Heer van Ooslerwijk en
de Beide-Katwijken, den eersten steen lag. Voor dien tijd was de
brug maar van hout, en nog vroeger plagt men met eene pont over
die rivier te varen, van waar dat gedcelte van het dorp nog onder
den naam van V e e r e in d bekend Staat. De oude Hollandsche kro-
nijk vermeldt echter, dat in 1 2 0 3 , ten tijde van Vrouwe A d a , eene
brug over den Rijn te K a tw i j k . zoude hebben gelegd, waarop de Ken-
nemers zieh tegen den overwinnenden Graaf v a n L o o n , uit nood, moes-
ten te weer stellen, en die, door de menigte van het gewapende volk ,
instortte, waarvan er velen in den stroom verdronken ; tcrwijl de
Heeren F i l i p s v a n W a s s e n a e r , W o u t e r v a n E gm o n d en A a l b e b t B a n -
j a e r t , ter naauwernood dit ODgcluk ontkwamen, en Heer W i l l e m v a n
T e t l i n g e n gevangen werd genomen. Dit geval verhaalt W i l b e lm u s
P r o c d r a t o r te Leyden gebeurd te zijn, op eene brug, die daar over
den Rijn lag, en hierin sebijnt hij met M e l i s S t o k e overeen te komen.
In het jaar 1 6 9 4 is er nog eene nieuwe steenen brug gèmaakt over
de Kleine-Watering , op den weg tusschen K a t w i j k en Valkenburg.
Tot sieraad van dit d. heeft de gemelde Vrouw van K a t w i j k , den
weg naar Rijnsburg, ter lengte van een vierde uur gaans, laten be-
planten en tot eene aangename wandeling gemaakt.
De Herv., die hier 9 6 0 in getal zijn -, waaronder 4 0 0 Ledematen ,
maken eene gem. u it, welke tot de klass. van Leyden, ring van
Noordwijk , behoort. De eerste , die in deze gem. het leeraarambt heeft
waargenomen, is gëweest W obter B ar neveld, die den 9 Julij 1 5 8 2 aldaar
overleed. Op zijn grafsteen, die in het koor der kerk gevonden wordt,
wordt dit overlijden opgegeven. Hij staat daar vermeld als Predikant tot
(l) Deze lijnbaan neemt sedert eenige jaren zeer in bloei toe , wordende aldaar een nieuw uitgO“
von den, en in het jaar 184$ geoctroÿeerd, soort van patcnt-toirw vervaardigd.
de Beide-Katwtjken. Destijds badden de Beide-Katwijken m e tP a J-
kenbura slechts eenen Leeraar, zoo als tot in het jaar 158» het
„val was onder zijnen opvolger C o r n e l i s C o r n e l i s z o o n , die hier a
fs83 tot 1598 n ie t S hebben. De Be id e-Katwijken zyn
met Falkenburg wederom gecombineerd geworden; want, in De
cember 1598, werd W im e lm b s Vink , Predikant van Valkenburg,
ook voor de Beide-Katwijken beroepen. Daar echter K a tw y k - a a n -
Zee den 25 April 1598, reeds eenen eigen Leeraar verzocht endaar-
toe vemmning bekomen had, scheidde het zieh reeds, den 15 Maart
1599 van de combinatie, af, en V i n k bleef alleen V a l k e n b u r g
en' K a tw i j k - a a n - d e n -R i j n bedienen. Onder zijnen opvolger, Ü a v i d J a -
c o b s z R e v e r s e t , scheidde ook K a tw i j k - a a n - d e n -R i j n zieh van Falken-
burn en bekwain, in het jaar 1 6 1 9 , IsAaK J b n ib s tot Leeraar, er-
wiil R e v e r s e t alleen Valkenburg bleef bedienen. Onder de Predikan-
ten, welke hier het leeraarambt hebben waargenomen, verdienen melding:
A d r i a n ü s P a r s , de Schrijver van de Katwijksche Oudheden, die
hier van 1671 tot 1719 stond, in welk jaar by overleed; zijn opvol-
S r J o b a n VAN DEN H o n e r t , die in 1721 naar Enkhuizen vertrok, en
later Hoogleeraar in de godgeleerdheid en kerkelijke geschiedems te
Utrecht en daarna te Leyden geweest is, en F r a n c i s c b s B b rm a n n b s ,
van 1732 tot 1736, die mede den leersloel in de godgeleerdheid aan
de Hoogeschool te Utrecht bekleed heeft. Het beroep van den Predikant
is eene collatie van den Ambachtsheer. Ten tijde van W i l l
em II Graaf van Holland, had K a tw i j k - a a n - d e n -R i j n met meer
dan eene kapel, waarin die van Katwijk-op-Zee mede hunne gods-
dienst kwamen oefenen; deze kapel behoorde onder de parocbiekerk
te Valkenburg. Zij was, met den aankleve van dien, door voor-
noemden Graaf aan de Duitsche orde geschonken, en bleef m dien
Staat tot in het jaar 1378, ten tijde van den Hertog A l b r e c h t v a n
B e i j e r e n , als wanneer S p l i n t e r U t e n e n g , de vijftiende Landkommandeur
van Utrecht , de pastone van beide de Ratwijken en het
kommandeurschap van de Duitsche orde van het huis te 4 alkenburg,
te K a tw i j k - a a n - d e n -R i j n verlegd, een koor aan de kerk getimmerd,
en aldaar eene bijzondere pastorie met eene pastoorswonmg opgerigt
heeft. Längs dezen weg kreeg Valkenburg eene pastorie op zieh zel-
ven, en de bewoners van Katwijk-op-Zee kwamen te K a t w i j k - a a n - d e n -
R i j n ter kerke. Doordien Valkenburg geene eigene pastorie uit zijno
weinige inkomsten kon blijven onderhouden, is de parochiekerk aldaar
tot eene kapel verminderd, en aan de kerk van K a t w i j k - a a n - d e n -R i j n
onderworpen. Dit heeft geduurd tot aan het jaar 1424, als wanneer
Valkenburg ten tweedenmale in eene parochiekerk veranderd en van
IiATWiJK-AAH-DEN-RiJN gescheiden is. Deze Kommandeurs waren zooveel
als Opzigters, over de kerken , en sommigen bunner hebben het pries-
terambt bekleed. De kerk te K a tw i j k - a a n - d e n -R i j n was van ouds aan
den H. J o h a n n e s den Dooper toegewijd. Het regt van de kerk te mögen
begeven, was aan de Duitsche Ridders vergund door Graaf F l o r i s V
en door Graaf A l b r e c h t v a n B e i j e r e n bevestigd. De rekeningen, betreffende
het kommandeurschap te K a t w i j k , plagten weleer te moeten
geschieden ten overstaan van den Baljuw en Secretans van Wasse-
naar den Heer Kommandeur en Pastoor, benevens den Schout en
vele geburen. Aan de eene zijde van de kerk stond, voor de Refor-
matie, eene doopkapel, in welker midden de H. Maagd stond afge-
beeld, hebbende eene zon, met eene kroon van twaalf sterren, om
haar hoofd, welke kapel thans tot brandspuithuis dient; verder was