KARMEL1TER-KLOOSTER, voorm. kloost. in Kennemerland, te
Ouddorp, prov. Noord-Holland.
Dit klooster was gebouwd, in het jaar 1467, ten dienste van de
Lieve-Vrouwebroeders of Geschoeide Karmeliten, hebbende Kabel de
Stoute, flertog van Bourgondie en Aalberi van Raapbobst , Baljuw
van Haarlem cn Ontvanger van Noord-Holland, er de peoningen toe
verschoten. Het is in het jaar 1872 afgebroken.
KARMELITER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Monnickendam, prov.
Noord-Holland. Zie M a r ie n g a a r d .
KARMELITER-KLOOSTER, voorm. kloost. te Utrecht, in de Nieuw-
straat, ter plaatse, waar vöor deze het St. Aagtegasthuis gestaan
beeft, en nil een gasthuis en St. Catharinekerk nog staan.
Toen Kabel V eene plaats tot het bonwen van een kasteel had uit-
gekozen bij de Catharijnepoort, heeft hij de kerk en de huizen der
Maltheser Ridders, die daar woonden, doen verplaatsen , en gemelde
Riddcrs tot hun verblijf aangewezen de huizinge der Karmeliten. Aan
de Karmeliten beeft bij eene andere plaats gegeven, bij de St. Niko-
laaskcrk, en beeft hun kort daarna de kerk ook toegewezen, met
dit beding, dat zij alle de kerkelijke diensten , die te voren door de
Onderpastoors gedaan werden, voortaan zouden verrigten, en dat zij
aan de Pastoors , die Ridders van de Duitsche orde en doorgaans uit-
landers waren, zouden opbrengen, hetgeen door de Onderpastoors
plagt opgebragt te worden. Hierdoor is de Prior der Karmeliten na-
derhand ook tot Prior »an St. Nikolaas benoemd geworden.
Toen de Karmeliten later, na de Reformatie, verdreven waren , is
het klooster in een W e e sh b is veranderd. Thans is het ingerigt tot
een -Algeme en A b b e s t - e n P r o v o o s t h b is .
KARMELITER-KLOOSTER, voorm. kloost. op de Over-Feluwe,
te Doomspijk, prov. Gelderland.
Dit kloost. is later een landhuis geweest, K a rm e lit e r -b e u l ge-
noemd. Zie dat artikel.
KARMELITER-KLOOSTER , voorm. kloost. te Woudsend, prov.
Friesland. Zie M a r ia a s - k o n v e n t .
KARMELITER-KLOOSTER, voorm. kloost. te U ls t, prov. Friesland.
Dit kloost. is gedurende den Spaanschen oorlog afgebroken. Ter
plaatse, waar het gestaan heeft , ziet men thans een burgerhuis.
KARMELITESSEN-KLOOSTER, kloost te Boxmeer, in de heerl.
van dien naam, prov. Pfoord-Braband. Zie voorts op B o xm e er .
KARMELITESSEN-KLOOSTER of B a r r e v o e t e n - Z b s t e r e n - k l o o st er ,
ook wel genoemd K lo o st e r - v a n -O n z e - L ie v e - V r o bw - v a n - K a rm e l , voorm.
kloost. te Haarlem, aan het einde van het Barrevoetersteegje, aan
de Foldersgracht, niet ver van de St. Gangolfskerk.
Dit klooster is gesticht met toestemming van D id e r ik v a n W a s s e n a e r ,,
Parochiaan van St. Bavo, die hiertoe vrijheid gegeven heeft, in
den jare 1468, aen de Religiose en devote suster B a v e D ir cx s , voor
haar en haare mede Susteren op ’t Ttijewelant binnen der stede van
Haerlem, welke vermoedelijk Clarissen geweest zijn , voor dat haar
konvent vertimmerd en vergroot was.
De gebouwen zullen zijn afgebroken ; in 1609 is de grond betim-
merd, en in 1662, aan de gebouwen daar rondom, het kerkhof
verkocht. Op den grond van het gewezen klooster staan thans
huizen.
KARMELITESSEN-KLOOSTER o f T h e r e s i a n e n - k lo o s t e r , v o o rm .
kloost. te ’s Hertogenbosch, aan het einde van de St. Jorisstraat.
De onpeseboeide Karmelitesscn, omtrent het jaar 1622 , van Ant-
wernen naar ’s Hertogenbosch gekomen , vestigden zieh cerst op den
Papenhulst cn vervolgens in de St Jorisstraat. Met toestemming van
den Kerkvoogd van ’s Hertogenbosch begaf een gedeelte zieh in 1632,
naar Aalst, in Oost-Vlaanderen, alwaar zij , onder Keizer J o se ph I I ,
v e r ia a p d ziin. Het tweede gedeelte stichtte , met toestemming van
den Keurvorst, in 1630, een klooster te Keulen ; doch door eene ge-
rezene oneenigheid, verplaatsten eenige zusters zieh naar Aken , en
bouwden daar een klooster. Beide deze gestichten zijn , op het laatst
der voorgaande eeuw, door de Franschen opgeheven.
De gebouwen van dit klooster zijn later afgebroken en door andere
gebouwen vervangen.
KARMELITESSEN-KLOOSTER of T h e r e s i a n e n - r l o o s t e r , voorm.
kloost. te Oirschot, in de Meijerij van ’s Iicrtogenbosch, prov. Noord-
Braband. Q , T ce i. j
S il v e s t e r L in t e r m a n s , weduwenaar van eene Spaansche J utter, had
zieh met zijne dochter M a r i a te Oirschot gevestigd , en besloot zijn
huis tot een klooster van ongeschoeide Karmelitessen in te rigten ,
waarvan zijne dochter de eeiste Priorin geweest is. Door tusschen-
komst van M a r i a d e M e d i c i s , Koningin van Frankrijk, wist hij, voor
dit nieuwe gesticht, de toestemming te verwerven van F r e d e r i k H e n d
r i k Prins van Oranje, die het daarenboven onder zijne bijzondere
bescherming nam. Het werd den 21 Mei 1644, door twee Nonnen uit
het klooster van Antwerpen en door eene uit dat van Keulen, betrokken.
M a r i a M a r g a r e t s a v a n V a l c k e n i s s e , na hare professie Ab A n g e l i s bij-
genaamd, die uit een voortreffelijk Zeeuwsch geslacbt sproot, was
er de eerste Overste van. Door toedoen der Köningen van Engeland,
gaf de Oranjevorst, den 6 Febrnarij 1646, eenen vergunbrief, waarin
de gegevene vrijheid uitdrukkelijk werd omschreven, welke zijn op-
volger W i l l e m I I , den 21 April 1648, op nieuw bevestigde. Doch
na den vrede van Munster werd dit klooster, even als de overige,
ter vernietiging bestemd, gelijk in der daad, den 8 Augustus 166o,
de Geestelijke Zusters er uit verdreven en naar Moll gevlugt zijn.
Van daar hebben zij zieh, den 4 Mei 1702, verplaatst op het kasteel
of landgoed Cleydael, bij Antwerpen , onder de parochie van
Aertselaer, begunstigd door den Burgemeester van Antwerpen , P a s -
c d a s ib s I g n a t i e s v a n d e n C r d y c e . Eindelijk , in 1712, hebben de
Theresianen zieh gevestigd te Willebroeck, in het bisdom van Mechelen,
twee ure-n ten westen van de hoofdstad, en zijn aldaar, in 1728,
door de Oostenrijksche Regering van Nederland, onder de Gouvernante
E l i z a b e t h ' , erkend, en in baar vast verblijf en bezit bevestigd, doch
in 1783 , benevens vele andere kigpsters en kerkelijke gestichten, door
J o s e p h I I vernietigd.
De Abdis , M a r ia M a rg a r e th a v a n V a l c k e n is se , gestorven zijnde ,
verspreidde zieh het gerucht, dat zij, na hären dood, wonderen ver-
rigtte, en dat zekere Arts, A r n o l d b s F e x , welke vele zieken , die
men uit alle oorden tot hem bragt, van allerlei kwalen genezen
bad, en welke genezingen men als wonderen beschouwde , die verrigtte
door middel van de welriekende olie, die uit het lijk der gemelde
Abdisse vloeide. De Algemeene Staten vonden, zoodra hun dit gerucht
ter ooren kwam, goed, om het lijk te doen opligten en te onderzoe-
ken, dat dan ook werkelijk geschiedde. Men vond het in een wit
hemd, waaraan van onderen eene groote kant was, liggende op eene
roode satijne matras, bij zieh hebbende een zilveren fleschje, waarop