KEMPEN (DE 1IQOGE-), bosch op de Middel- Veluwe, prov. Qel-
derland, gem. Voorst.
Dil bosch, hctwelk meest met akkermaalshout beplant i s , beslaat
eene oppervlakte van 14 band. 90 v. r. 6 v. eil.
KEMPENLAND of Kempeland, gemeenlijk de Kempen genoemd , in
het Fr. la Campine, in het Lat. C ampania, landstreek, die volgens
sommigen een graafs. uitmaaktc, en bepaald was ten N. en 0 . door
Maasland, ten Z. door de Deiner en ten W. door de Netke en de Donge.
Men wil dat dit K empenland , in onde tijden , van het hertogdom
Braband afgescheiden geweest zij, en eerst door bijzondere Hertogen ,
daarna door Graven bezeten werd, en men voegt daarbij dat h e t, te
eenigen tijd, aan den bisschoppelijken stoel van Utrecht ten eigendom
opgedragen was, en dat de Hertogen van Braband deze landstreek van
de Bisscboppen van Utrecht ter leen ontvangcn kadden; doch dit alles
is zeer onzeker.
De naamsoorsprong is mede niet stellig op te geven. Eenigen willen
, dat K empenland zoo veel zou beteekenen als K imbebland , van de
Cimbren, daar zij verkeerdelijk meenen , dat dit volk deze streek
zoude bewoond hebben ; anderen zeggen, dat het oudtijds K eltenland,
van de Kelten, de eerste bewoners van de Meijerij, zou genoemd zijn
geweest, doch dit is heneden alle kritiek. Sommigen denken hier aan
ons woord kampen, kempen, d. i. strijden, en dan zou het den strijd-
baren aard der oude inwoners te kennen geven. Ook worden er ge-
vonden , die het willen afleiden van het Meijerijsche woord kampen,
kempen, beteekenende landerijen, die met eenen aarden wal, met
hakhout beplant, omringd zijn , ter beveiliging voor het vee en tot
afwering van de gure en koude winden ; te meer wil men deze aflei-
ding doen gelden, om dat er nog zeer veel zulke landerijen in dat
kwartier gevonden worden. K empenland was een zeer uitgebreid la n d -
scbap, dat de geheele Meijerij, met de landen van Megen, Cuvk en
Bavestein, bevatte, benevens eene slrook van Limburg en Antwerpen.
Over dit landschap stond kerkelijk een Aartsdiaken , onderhoorig aan
den Bisschop van Luik. Kempenland had dezelfde grootte als Taxan-
dria, welke naam ongevoelig voor Campinia heeft plaals gemaakt. Na
de stichting van ’s Hertogenbosch werd het landschap, gcdeeltelijk ten
Zuiden afgebrokkeld zijnde, in vier kwartieren of meijerijen verdeeld;
terwijl aan het vlakste kwartier den naam K empenland gehecht bleef.
Reeds in 1180 komt de naam van Campinia voor, met bijvoeging dat
hetgeen men toen Campinia noemde, van te voren Taxandria heetle.
De naam van K esipenland komt het eerst voor bij den Schrijver over
de mirakelen van St. Truijen , die in de elfde eeuw geleefd heeft.
Deze zegt, dat in het land der Taxandren eene uitgestrekle landstreek
(Campania) gevonden wordt, welke niet geschikt is om door menschen
gebruikt te worden , maar slechts dienen kan tot eene schuilplaats voor
roovers, waarmede zij toen was opgevuld (1). Sedert dien tijd scbijnt
de naam K empenland (Campania) aan Taxandria te zijn verbleven.
K empenland is intusschen zeer veel van gedaante veranderd : want,
Loewcl men er nog vele heidevclden vindt, zijn echter de vlijtige en
arbeidzame bewoners, in vroegere tijden, aangemoedigd door bet voor-
beeld en den (jver van de Geesteljjken uit de abdy van Tongerlo ,
(1) In pago Texandrensi . • • • Campania est late patentibus campis solis ardore exusta et nullis
hominum negotii usibus apta, sed solummodo latronum scrobitus . piena. Videte, Ada S* S. Bcìq.
Tom. V, pag. 56. '
er in geslaagd om dien schralen grond vruchtbaar t e makcn, waardoor e e n
groot gedeelte in graanakkers en welige graslanden herschapen is, welke
laatste de, in Belgie zoo zeer gezöchte, Kempensche boter voortbrengt.
Het is opmerkelijk, dat men vindt, dat de Frankisehe Köningen
te Bladel (Pladella Villa) en elders hun hof gehouden hebben. Men
zou daaruit eerder vermoeden, dat het land toen aldaar beter bebouwd
en bewoond was; waarschijnlijk was het toen met bosschen overdekt,
waarvan men nog de overblijfselen in de uitgestrekle veenen vindt,
die aan de Abdij van Postei plagten te behooren , en welke bosschen
die Vorsten tot jagtvermaak dicnden.
Deze landstreek is later verdeeld in drie deelen, welke naar de landen,
waaronder zij behoorden, de Brabands c h a -Kemp e n, de
L u i k s c h e - Kempe n en de Ho l l a nd s e he-Kempen genoeind
werden. De beide eerste deelen behooren thans tot Belgiö, behalve
de voorheen tot de Lui k s c h e - Kemp e n behoord hebbende gem.
Luiksges tel , welke thans tot de prov. Noord-Brdband behoort. Daar
alzoo het laatste, hetwelk vroeger, onder den naam van K empenland ,
een der vier kwartieren van de Meijerij van ’s Hertogenbosch uit-
maakte, alleen tot ons vaderland gerekend wordt, zullen w(J dit
hieronder afzonderlijk behandelen.
De Vorsten van Gelderland moeten zoo wel als de Bisschoppen van
.Utrecht, in de middeleeuwen veel gezag in Kbmpenland gehad hebben.
Althans men vindt dat O tto I I , Graaf van Gelder, zijn regt op Kemp
e n la n d , in het jaar 120 5 , aan H e n d r ik I , Graai van Braband, heeft
afgestaan; terwijl de Bisschoppen van Utrecht , op het einde der der-
tiende eeuw hun regt op Hertog J a n I , overdroegen.
KEMPENLAND , door de Beigen meestal de H ollandsche-K ehpen genoemd
, een der vier kw. van de voorm. Meijerij van 's Hertogenbosch
, prov. Noord-Braband, waarvan het in rang het tweede, doch
in grootte het derde kwartier uitmaakte. Het werd ten N. bepaald
door het kw. Oisterwijk en Peelland, O. door Peelland, Z. door de
Luiksche-Kempen en W. door de Meijery van Herenthals, alsmedo door
het kwartier Oisterwijk.
Indien men meet van den noordoostelijken hoek van Oirschot tot
den zuidwestelijken hoek van Lommel, zal de lenglc ruim zeven uren
zijn; terwijl de hoogste breedte ruim zes uren is. Het bevatte slechts
eene stad, namelijk E i n d h o v e n , maar wel vier en dertig dorpen
en heerlijkheden, zijnde: A a ls t , Be r g e y k , Bl a a r t h em, Bladel
, Borke l , Ca st ere n, Domme l en, Dui zel , Ee r s e l , Ges-
tel , Ha p er t , Hooge loon, Kn e g s e l , Lomme l (thans tot Belgie
behoorende), Me reveldhoven, Middel -Beers , Ne t er s e l , Oerie,
Oirschot , Oostel -Beers, Reus e l , Ri et ho ve n , Schaf t , Steen-
sel , S t r a t u m , St r i jp, Valkens wa a r d , V e l d h o v e n , V e s-
sem, Waal r e , We s t e rhoven, Win t e l r e, Woe n se l en Zeelst;
thans uitmakende de gem. Aal s t , B e r g e y k , B l ad e l - e n - N e l e r -
sel , Bo r k e l - e n - S c h a f t , Dom m e l e n , Du i z e l - e n - S t e e n s e l ,
Ee r s e l , Ge s t e l - e n -B l a a r t h em, Ho og e lo on-Ha p^ er t - e n -
Cas t eren, Oerie, Oirschot , Re u s e l , R ie t hoven, St ratum,
Stri jp, Valkenswaar d, Ve ld h o v e n - e n - M e re ve l d h o ve n ,
V e s s em-Wi n t e l r e - e n -K n e g s e l , W a a l r e , We s t e r h o v e n ,
Woensel -en - Ecka r t , Ze e l s t en een groot gedeelte van Oos t el -
We s t e l - e r i -Midde l -ß e er s , alsmcde de Belgische gem. Lomme l ,
zoodat het nagenoeg de tegenwoordige kantons Eindhoven en Oirschot
beslaat.