KAAG (DE), of DB K a c e , eil. in Rijnland, prov. Zuid- Holland ?
arr. Leyden, kant. Woubrugge, gem. Alleemade, N. 0 . door het Kagermeer,
0 . door het Bulgerijt, Z. door de Kever en Spijkerboor en
W. door de Eimerpoelen en Dieperpoelen bespoeld.
Het bevat het d. de Kaag; beslaat eene oppervlakte van HObnnd.
74 v. r. 56 v. eil.; telt 28 h., bewoond door 32 huisgez., uitmakende
eene bevolking van 167 inw., die zieh voor een klein gedeelle met de
visscherij op het Haarlemmer-meer generen. In vroeger tijd waren
hier ten minste vijftig schippers woonachtig, die met hunne vaartui-
gen en schepen längs de Maas, de Waal en den Rijn allerlei koop-
waren tot naar Nijmegen voeren; dan deze zijn thans tot op een zeer
klein' getal vermindere!.
De Herv., die er 79 in getal zijn, onder welke 45 Ledematen ,
maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Leyden, ring van
Noordwijk, behoort. In de eerste dagen na de Reformatie deed de
Pastoor van Homade aldaar des voormiddags de dienst voor de Hervormden
en des namiddags voor de R. K. De eersten behoorden
echter later tot de gem. van Sassenheim, tot dat bun, op den 19 Mei
1608, door Geeommitteerde Raden toegestaan werd, een eigen Predi-
kant te beroepen, mit? zieh in geenerhande manier der geregtigheid
van de kerk van Sassenheim te onttrekken en aldaar hunne dooden
te begraven. De eerste, die in deze äfzonderlijke gem. het leeraar-
ambt heeft waargenomen , is geweest J ohannes B ocardds of B okkard ,
die voor een der grootste Godgeleerden van zijnen tijd gehouden werd,
en in het jaar 1609 naar Dordrecht vertrok. Sedert 182b, na het
overlijden van den Predikant S teven A drianos B uddingh , hetwelk den
26 November 1824 plaats had , heeft deze gem. geen afzonderlijken Pre-
dikant meer gehad, maar de dienst wordt thans door eenen Hulppre-
diker verrigt.
De R. K., die hier 78 in getal zijn, onder welke 52 Communi-
kanten , worden tot destat. van Sassenheim of Oude-Ade gerekend. ■—
Men heeft op dit eil. eene school.
Het d. de K aag ligt 2 u. N. 0 . van Leyden, 3 u. N. W. van
! Woubrugge, op de westelijke punt van het eil.
Het is ligt te bevroeden , dat dit d., hetwelk door zijne ligging van
alle gemeenschap met andere plaatsen le lande verstoken is , weinig
door vreemdelingen wordt aangedaan. Dit is dan ook alleen in den winter
het geval, als wanneer het bij besloten water door vele sebaat-
senrijders , vooral uit Leyden, bezocht wordt; waarom dan ook hier
de gewoonte heerscht, dat telken winter de eerste schaatsenrijder,
die hier uit Leyden aankomt, voor dien dag, om niet, in de herberg
op wijnonthaald wordt.
De kerk, die eenen spitsen tören , van klok en uurwerk voorzien,
doch geen orgel, heeft, en niet zeer groot is, was vöör de Hervorming
slcchls eene kapel, die onder de kerk van Warmond behoorde. In
het jaar 1798 werd aan den kerkeraad toegestaan eene collecle door
ondersclieidene plaatsen van Holland te doen, ten einde de kerk, die
door hoogen ouderdom zeer bouwvallig was, uit de ingezamelde pen-
ningen te herstelleri. In het jaar 1830 heeft deze kerk weder herstel-
lingen ondergaan.
K A i , 197
Het wapen van de Kaag bestaat uit een schild van zilver, waarop
een kaagschip met roode zeikn en fok , en achter op een vlaggetje is
KAAG (DE), duinvallei in Kennemerland, prov. IVoord-Holland,
arr. Haarlem, kant. Beverwijk, gem. en 5 u. W. van Heemskerk.
Deze vallei beslaat eene oppervlakte van ruim 20 bund. De grond
is er van een zeer goeden aard, bestaat meest uit wetland, en is het
eigendom van Jonkheer L ucas B o r e e i , woonaehtigte’s Gravenhage.
KAAG (DE CORNELIS), voorm. läge waterachtige landvlakte in
de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-Holland, arr. Alkmaar, kant.
en gem. Schagen, welke na de afdamming en droogmakiag van deze
streek niet meer bestaat.
KAAG (LAGE DIJKERS-), voorm. läge waterachtige landvlakte,
prov. Noord-Holland. Zie L agedijkers-K aag (!)•
KAAG (DE NEER), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem. Barsingerhom-Kolhorn-
en-Haringhuizen; palende N. aan den Wieringerwaard, 0 . en Z. aan.
den Westerkaag, W. aan de Neskaag.
KAAG (DE NES-), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar, kant. en gem. Schagen, W . en N. aan de
Zijpe; palende N. 0 . aan den Kaagpolder , Z. aan de Miede, de Oude-
Kaag en Schagen , Z. W. aan de Zand-Vermten.
KAAG (OOSTER) , pold. in de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem. Bar sing,erhorn-Rolhorn-
en-Haringhuizen; palende N. aan den Wieringerwaard , 0 . aan de
Hemme, Z. aan den Leker-polder en den Hoogelandsche-polder, W.
aan de Westerkaag.
Deze polder, beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakta van
179 bund. 3b v. r. 22 v. eil., waaronder 177 bund. 10 v. r. 9 v. eil.
schotbaar land, telt 40 h., waaronder 9 böerderijen , en wordt door
molens van het overtollige water ontlast.
KAAG (DE OOSTER), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov.
Noord-Holland, arr. Alkmaar, kant. gem. Schagen; palende N. aan
de Meer, 0 . aan den Slikvender-polder, Z. aan de Schagervaart,
W. aan de Wester-kaag.
KAAG (DE OÜDE-), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar, kant. en gem. Schagen; palende N. aau de
Nes-kaag, 0 . en Z. 0 . aan de Mieden, Z. en W. aan de Meer.
KAAG (DE SCHRING-), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov.
Noord-Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem. Barsingerhorn-
Kalhorn-en-Haringhuizen; palende N. aan de Oostervaart, 0 . aan Kol-
horn, Z. aan den Were-polder , W. aan de Hemme.
Deze pold., beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
91 bund. 3b v. r. bl v. eil., waaronder 89 bund. b7 v. r. 12 v. eil.,
schotbaar land, telt 90 h., waaronder 4 böerderijen, en wordt door
eenen molen , van het overtollige water ontlast.
KAAG (DE WESTER-), pold. in de vrije heerl. Schagen, prov.
Noord-Holland, arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem. Barsingerhom-
Kolhorn-en-Haringhuizen; palende N. aan de Neer-kaag en den Wieringerwaard
, 0 . aan de Ooster-Kaaar. Z. aan den Hooalandsche-polder ,
W. aan de Nes-Kaag.
(1) Evenecns zoeke men de oyerige met Kaag zamcngestelde woorden f welke hier niet gevoiden
werden, op de woorden van onderscheiding.