geschiedt, en van den 20 September tot uiterlijk-’Sl Deeember, als
wanneer zij moet gesloten zijn , mag gedreven worden, worden lus-
schen de 40 tot 30 schulten gebruikt. Behalve de bovenvermelde
49 pinken, varen er nog 3 visschersbooten , die in het voorjaar en
in den herfsttijd op schelvisch iiitgaan , en zieh nu en dan ook onle-
dig houden mel garnalen te visschen. Men vindt er ook twee scheeps-
timmerwerven in de kom der gemeente. Op deze worden* de pinken
gebouwd , welke over rollen op het strand of in zee worden gebragt.
Het kalcfateren dezer vaarluigen geschiedt op strand.
DeHerv., die hier ruim 3200 in getal zijn , onder welke 1000 Ledema-
len , maken eene gem. u it , welke tot de klass. van Le yden , ring
van Noordwijk, behoort. De eerste, die in deze gem., na hare af-
scheiding van K a t w i j k - a a n - d e n - R i j n , het leeraarambt heeft waar-
genomen , is geweest Josias Heinsius, beroepen in 1399 , en naar Delft
vertrokken in het jaar 1606. Het beroep is eene collatie van den Am-
bachtsheer. De kerk, welke in vroeger tijd aan die van Valkenburg on-
derhoorig was, en daarna aan die van K a t w i j k - a a n - d e n - R i j n ,
was vöör de Hervorming aan den H. Andries toegewijd. Noch het jaar
der Stichling, noch dät van hare eerste dienaars of Priesters vinden
wij vermeld. Zij was voorheen echter een groot en rnim gebouw. In
het jaar 1871 werd zij van alle kerkgereedschappen en sieraden be-
roofd, en in 1872 is zij, inet een groot gedeelte van het door de
Spanjaarden uitgeplnnderde dorp, geheel afgebrand. Na het jaar 1374
werd zij voor een gedeelte herbouwd , van welke herbouwing en over-
blijvende bouwvallen door den Schrijver Adriands P a rs , in zijne Kat-
wijksche oudheden, eene afbeelding is medegedeeld. In 1694 werd
zij andermaal, zoo op de grondslägen van den bouwval als anderzins,
zeer veel vergroot en verbeterd. Hetzelfde heeft in 1709 wederom
plaats gehad, toen de kerk de helft is vergroot geworden. Het tegen-
woordige Hervormde kerkgebouw, waaraan de overblljfselen der ver-
woestihg nog zigtbaar zijn , is in eene goede orde en zeer n e t, doch
hoewel thans van binnen eene vrij groote ruimte gronds beslaande,
kan zij echter de talrijke gemeente niet bevatten. Er is ook eene
kerkeraadskaitter. De groote hooge kerktoren , die in de Spaansche
önluslen, bij het verbranden der kerk, is staande gebleven, en inzon-
derheid de spits daarvan , was vöör een tiental jaren in eenen bouw-
valligen en gevaarlijken staat, welke, door den orkaan van 29 November
1836, zoo zeer verergerde, dat, ter voorkoming van schade
en onheilen, daarin behoorde te worden voorzien ; waarom, bij de
herstelling in 1837, de spits afgebroken en de toren vervolgens met
eene bouten kap of koepel, rondom van eene houten balustrade voorzien
, is gedekt geworden, welke bekoepeling in 1838 heeft plaats
gehad. De toren heeft van binnen een goed uurwerk en twee klokken
en van bniten wind- en uurwijzers. De groote klok is van het jaar
1394 en heeft bovenaan , in de rondte, dit öpschrift:
3fn. iiefbt. accort. üföattaicß. taort. Ijunrfj arianj.
tarnrii#. d a c ^ . ßotß. ßercßmeiftBr*?. itiiim.taEgeinaert.
gaet. v
Op eenen tweeden regel staat:
in- trebEnter» 1594»
De kleine klok is van het jaar 1706, en heeft dit öpschrift :
VlGIlATE ET ORR ATE DEO CONFIDENTES. 1706.
(d. i.: Geleovigen waakt en bidt God). Deze kleine klok wordt geluid
K A T .
«on ..tf nre en voorts eön uur vöör het aangaan der godst
H f f i S C . « * « t e . , « “ a« » p de
K pül van het land of de kust opmerkzaam te maken, ,
Er woont hier slechts eön R. K. huisgezin, nit 6 personen besUande,
onder welke 3 Communikanten, en ödn Israelitisch hpisgezin, van
4 C T e e f t te K a t w u k - aan- Z e e een Weeshuis , hetwelk men is bedeliiden
der zeelieden , stunrlieden , geburen, Burgemeesteren, kerke-
en anderen welke te zamen het beslu.t namen, om deze arme
weezen en die er verder mogten volgen, uit hunne eigene winsten en
middelen haringtonnen enz. te onderhouden , alsmede dat een legelyk
Ä S zoude bijbrengen. De ingezamelde g>f>en voor deze
. , V U J oo in het iaar 1617. eene somme van 809 gulden
Ä Ä Ä « ä * > ' « r i s s i vers (20 cents). Deze raenschlievende Stichling, is in later tijd door
den zepen des Hemels bekroond , en vele vromen en mdddad.gen ver-
maakten aan dit huis, bij uiterste w i l a l s anderzins aanzienlijke g ften.
S S S S schijnt, in het jaar 1618, volbouwd te zyn; aUhans
aan de zuidzjjde, boven de kleine poort, vindt men dit öpschrift.
G od koomt den arme
WEESEN TE BATEN ,
• DIE VAN VADER EN MOEDER
STN VERLATEN.
A nno 1618.
Doch doordien dit Godshuis geene renten had, en de lasteni aan-
vroeiden , verzechten de Gezworenen en Weesmeesters den Raden van
den huize van W assenaer , om den afslag van den bu.tenv.sch,
welke door de Ylielanders en anderen aldaar op het strand te koop
gebrap-t werd, ten minsten prijze te mögen aanbesteden, en
overschot tot onderhoud van het v o o r n o e m d Weeshuis te inogen gebrmken,
waarop door gemelde Raden, ten voordeele van het Weeshuis in
dato 28 Februarij 1620, zekere keure gemaakt werd, welke den 4Fe-
bruarij des iaars 1626 vermeerderd en veranderd is. F r e d e h i k H e n d r i k ,
Prins van Oranje, alsmede het huis v a n W a s s e n a e r zelf, gaven daaraan
hunne toestemming den 7 van voornoemde maand en jaar, en J V L a r i a
v a n R e i g e r s b e r g e n , Vrouwe van beide de Kalmyken en het Hms het
Zand, deed dit insgelijks, op den 17 Januarij 1639. In het jaar 1687
hebben Weesmeesteren dit geboilw aan de oostzijde met een lange
steenen muur in welke eene aanzienlijke poort tusschen twee pilaren
geplaatst is, voorzien. Op de pilaar ter regterzijde staat het wapen
van den toenmaligen Heer en Vrouw, en daaronder A n n o ; op die der
linkerziide is afgebeeld de H. Geest, in de gedaante eener duif, uit
de wolken nederdalende op eenige gekmelde en met de banden ten
hemel gehevene of uitgestrekte kinderen, en daaronder lbb7 -
Ook heeft men te K a t w i ik - aan- Z ee een H e ilig e -g e e s th u is ot Gast-
h u is , dat ziine stichting verschuldigd is aan H ugo van S w ie t e n en
zijne echtpenoot L uitgard K laasdocrter van B oscrhuizen , die er, ten
jare 1481 het gebouw toe gaven, met drie bedden en hun toebehoo-
ren, benevens ander roerend huisraad van tin-, koper- en houtwerk.