JOSEPH (ST.), voorni. fort in <Staals-Vlaanderen, in bet overam—
Lacht van A x e l, prov. Zettland, arr. Goes, kant. A x e l} gem. Koe-
waclit, deel gemaakt liebbende van de linie forten en schansen , tij-
dens de Nederlandsche beroerten in de zestiende eeuw , door de Span-
jaarden, tot verdediging van Axelerambacht aangelegd , op zoodanigen
afstand längs den toen bestaanden zeedyk, dat de tusschenbeide gelegene
ruimle, aan die sterkten onderling tot gordijn strekte, en daar-
■uit kon bestreken worden, zoodat de landing , lusscben de forten,
niet dan hezwaarlijk en met veel gevaar kon worden ondernomen. Na
de verovering van Hulst door Prins Fredbrik Hendrik, in 1643, zijn
deze verdedigingspunten aan den Staat gekonien, van toen af van lie-
verlade vervallen en later geheel gesiecht.
Het fort St. Joseph lag in den pold. van Oudbeoostenblij, 'westwaarts
van het fort St, Jacob, aan het einde van den. zeedijk , juist in den
hoek op het vcreenigingspunt van dezen dijk , ‘ en dien , welken de
pold. Oud-Beoostenblij van den Moerspui-polder scheidt. Het is thaps
bouwland geworden , doch de grachten, waarin het fort besloten lag
zijn nog zigtbaar.
JOTTO-TOENDO , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java t
resid. Soeiabaya.
Er is aldaar een gemetseld bad, dat het water ontvangt uit den
berg, waar het bad tegen aan ligt, aan die zijde versierd met beeiden
en nissen, alsmede fraai loofwerk.
JOÜKE-ST.OOT, water, prov. Friesland, kw. Zcvenwoudeji, griet.
Utingeradeel en Smallingerland. Zie Sioeke-seoot.
IODRE, de Joure of de Jouvver, in het Oud-Friesch IIijowr of Iino-
Were, vl., prov. Friesland f kw. Zevenwouden, griet. Hasketland,
arr., kant. en 2 u. N- W., van H e crenre en 3 u 1^. ,ten 0 . van da
Lummer en 5 u. N. Q. van Sloten.
Volgens sommigen zpude. de naam van dit ylek afkoinstig zijn yan,
het Friesche woord Jonwer, hetwelk haver beteekent, vermits, ypl-
gens het getuigenis van oude lieden, dit vlek gebouwd is op eene
plaats, daar weleer een hayerkamp was j mee.r .waarschijnlijk is het,
dat de plaats heeft geheeten Hibwera (lees Hiae.wera), lietgeen in het
Oud-Friesch beteekent overhaal, overzet, en dat deze plaats dien naam
heeft gekregen, om dat albier een belangrijke doortogt beslaat van
Overijssel, Drenthe en van de oostelijke streken van Friesland, naar
het westelijke gedeelte dier provincie en de stad.Sneek.
Jobre pleegt pudtijds slechts eene buurt te zijn, waaryan de bewo-
ners tot het d. Westermeer behoorden , alwaar zij , hunnen kerkgang
en hegraafplaats hadden. Door aanbouwing en toeneming der inwo-
ners is het allengs van een klein beginsel opgekomen.- Het was reeds
in de zestiende eeuw yrij aanzienlijk, zoodat er reeds in 14^6 eene
weekniarkt werd vastgesteld, door Grietman en genieene regt in Has-
ker-Vijfga , bij Iiaad der Prelaten ; terwijl hct in 1623 reeds met andere
bijzondere regten begunsligd was, als van het houden van jaar-
markten ehz., geschonken door den Prelaat van Hasscha en bekrachtigd
door het Bourgondisch bestuur. Na dien tijd is de plaats nog vergroot.
Thans te.lt men er 332 huizen, allen voorzien van meer of min groote
tuinen doorgaans van 130 tot 140 voeten (40 tot 43 eil.) lengte,
rekenende men tegenwoordig het getal der mwoners op 2400. Het
aanzienlijkste deel van dit vlek is eene d u b b e le en bijna regte s t r e e k
huizen of breede straat, znidoost- en noordwestrwaarts loopende,
evenredig gebouwd , tcr. lengte van ongeveer 900 treden , zynde de
breedte tusschen, de huizen aan het noordwesteinde 24 of 23 treden,
aan tet zuidoosten wat kleiner. Ook zijn de straten , m het jaar l o i ö v
zeer net bevloerd met balsteenen, met voetpaden längs de huizen van
klinkertsteenen, zoo net als men in eenige stad z ie l: ook worden zij
niet minder zindelijk onderhouden ; terwijl de Midstraat, in 1841 met
klinkerts vervloerd is. Behalve deze D u b b e le s tr e ek vindt men m het
noordooslen nog 31 huizen, strekkende zieh in de lengte genoegzaam
tot de helft der D u b b e le s t r e e k ; en deze huizen worden verdeeld
in drie deelen , met name h e tO u d e -S la g s t e -Z a n d , het N.i e u w e -
Zand en het O u d e -Z a n d , bcoosten de Schipsloot, en zyn waar-
schijnlijk zoo genoemd geworden, omdat ze op eene met zand ge-
vulde plaats gebouwd zijn. Tot aanmerkelijke versiering dezer plaats
dient de groote kolk, die gemaakt is in het jaar 1614 , daar men by
h«t inkomen door eene valbrug, tegenover de herberg ot het tol-
huis, invaart, in welke kolk de Hamburgervaardcrs, als in eene
veilige haven , overwinteren , benevens meer andere groote schepen,
hier te hais behoorende. Daarenbovea vindt men hier nog verschei-
dene straten en Stegen, O p sla g en genaamd , en tot gemak der in-
woners dienende , om het hont en andere aangebragte waren uit de
schepen te ligten en in hnnne huizen te bergen. Yan verre vertoont
zieh dus het dorp zeer aanzienlijk en bet zou zulks nog meer doen ,
zoo niet het gezigt door" het omringende geboomte gebroken werd. Aan
de oostzijde loopt de groote dorpstraat tot nabij den toren van het
d. Westermeer , welke aan de zuidzijde van den weg naar Heerenveen
en aan de oostzijde van dien naar de Lemmer Staat, omgeven door
de hegraafplaats yan het vlek,
De inw. viuden meest bun bestaan in binnenlandschen handel in
boter, kaas granen , vee , paarden , varkens , voorts in koloniale
waren , in uurwerken , in schrijnwerkerswaren , koper- eh blikslagers-
werk enz.; ook heeft men er twee scheepstimmerwerven , yrier bazen
reeds in de vorige eeuw de lef naging, dat zij zeer fraaije en suelzeilende
koffen konden vervaardigen, zoo als er thans ook nog tweemast-,
schooner-, kof- en groote tjalkschepen gebouwd worden; voorts touwslage-
rijen, 1 houtzaagmolen , 1 linnengarenfabrijk, door een paard gedreven
wordende , 1 garentwijnderij , 1 looijerij , kastenmakerijen, waar- bij
duizende stoven ter verzending gemaakt worden, 2 pottenbakkerijen,
waarvan de eene inzonderheid beroemd is, wegens de dengdelijkheid
en de netheid van het vaatwerk, waarom bet zelfs tot in Noord- en
Zuid-Hoiland verzonden wordt;; nog 2 tabakskerverijen, 1 cichoreifa-
hrijk, 1 koren- of pelmolen, 6 grofsmederijen, uurwerkmakerijen, waar
men Friesche klokken yervaardigt, welke zoo deugdelijk zijn, dat er
jaarlijks bij honderden naar Holland en zelfs buitenslands gezonden worden,
alsmöde goud- en zilversmederijen. Yolgens geschiedkundige aan-
teekeningen moet te Jobre de eerste aardappel in Friesland gepoot zijn en
van daar het.eerste Friesche, marktschip te Amsterdam zijn aangekomen.
Yo6r dp yeesterfte , in het midden der vorige eeuw, had men hier
eene voorognje beestenmarkt, gelijk nog is af te leiden uit de dubbele
rij palen, dje ten getale van 4 0 , met hunne dwarsstukken, op het
Noordwesteinde, ter wederzijde der D u b b e le s t r e e k , staan. De
jaarmarkt en de najaars beestenmarkt wordt gehouden op den laatsten
Donderdag in September , en de voorjaars heestenmarkt den tweeden
Donderdag in IVIej. Weleer kwamen hier wekelijks zoo veel beesten
ter markt, dat men telkens eene lialve ton boter van de. melk kernde j
4oeh thans is dit. minder aanzienlijk.