beroemd gemaakt. Gedurende de twee en vijftigjarige praktijk (van
1644 tot 1696) van Mr. Knelis , gelijk men hem in de wandeling
noemde, heeft hij wonderen in de geneeskunde gedaan. Hij werd uit
alle oorden door lijders bezocht, welke meest allen genezen of aan-
merkclijk van hunne pijnen verligt huiswaarts keerden.- Ook C ats
spreekt van hem in zijnen Trouwring, en wel in het vers: Gebrek gerieten
om een huwelijk te vorderen. In genoemd vers wordt Jisp nog Gisp
geheeten. Zijne voorouders waren ook reeds door gemelde knnst, die
zij te Jisp hadden uitgeoefend, vermaard geweest. Onder anderen
noemt men Mr. Willem Taamszoon, bijgenaamd den IJteren Duim,
die reeds in de zestiende eeuw leefde ; diens kleinzoon Mr. Jacob
Ploe6 , de vader van Mr. Cornf.lis Ploeg, enz. Nog in het begin de-
zer eeuw woonden er in Purmerende afstammelingen van Mr. Corne-
lis Ploeg.
Op den 21 April 1667 werd dit d. door eenen zwaren brand ge-
teisterd, waarbij omtrent ISO h. -vermeld werden. Het was echter
kort daarna weder zeer welvarend en tot Wormer bebouwd, zoodat
men er in 1687 419 huizen telde. Het d. is een bestraat voetpad ,
dat aan de noordzijde van de vaart ligt. Ook de zuidzijde is bebouwd
en aan die zijdc staan de kerk en het gemeentehuis. Naar de zijde
van Wormer loopt het d. in eene zuidelijke strekking.
Den 24 Mei 1329 werd er voor den Hove van Holland, door de
steden Amsterdam en Alkmaar, met de dorpen Wormer en J isp een
accoord getroffen , om eene sluis te leggen in . den Beemster-dijk, nabij
Knollendam , waarbij die steden aannamen, de sluis voor hare rekening
te onderhouden , mits daarvoor eene vrije doorvaart hebbende.
Het wapen van J is p bestaät in eenen gouden lepelaar op een veld
van azuur. Men wil den oorsprong van dit wapen afleiden van eene
gcwoonte , die vele bewoners van dit d. aankleef'den , en die oudtijds
vrij algemeen schijnt geweest te zijn. De voornaamste tak van bestaan
was toen aldaar de vischvangst op de meren ; in het westelijke deel
van dit voormalig groot dorp lag men zieh, wel is waar, grootendeels
toe op de veeteelt en den landbouw, doch in het oosteinde vond men
niet dan visschers. Deze nu hielden tot htm vermaak, gelijk men
nog heden ten dage op de vischmarkten wel ooijevaars aantreft, lepe-
laars, dewijl, gelijk bekend is, dit soort van vogels zeer begeerig naar
visch is, en men daarmede gereedelijk in Staat is hen te voeden. Alzoo
zij vele dezer vogels, hetzij uit vermaak of om andere redenen , in
groot getal verzorgden en aanhielden« wil men, dat het wapen daar-
van ontleend is. Oude Schrijvers althans geven eenparig dien oorsprong
op , ofsehoon anderen willen, dat die te vinden is in de
menigte van lepelaars, welke in vroegere tijden , toen ons land meer
poelen en meren had, zieh in menigte, inzonderheid in het Jisper-
veld, ophielden.
JISP (DE) of G is p , water in Kennemerland, prov. Noord-Holland,
dat, uit het Zwed voortkomende , in eene oostelijke strekking door
Jisp gaat, van daar naar de Wormer-Ringsloot loopt, en zieh door
den watermolen , de Br a n d emo l e n geheeten , daarin ontlast.
Vroeger, lang vo6r de bedijking, strekte dit watertie zieh tot. Nek
uit, doch bij de verwijding van liet Wormer-meer geraakte het ooste-
lijke deel van dit watertje in het meer verzwolgen.
JISPER-GANS-SLOOT, water in Kennemerland, prov. Noord-IIol-
land, dat, onder den naam van de N oorder-G anssloot , uit de Merke
voortkornt, van daar, eerst in eene noordoostelijke, vervolgens in eene
oostetijke strekking voortloopetfde enr allengs breeder werdende, bij de
Sluissioot den naam van J i s p e r -G a s s s l o o t aanneemt, waarna liet, weder
versmallende, door eene dwarssloot zieh met de Gouwsloot vereenigt,
die weder in de Melksloet uitloopt, en door de Nekkersluis in de
Wormer-Ringsloot zieh ontlast. , „ „ ,
J1SPER-SLUIS (DE), sluis in Kennemerland, prov. Noord-Holland.
Zie O oster- s m i s . .
JISPER-VELD (HET>, streefe lands in Kennemerland, prov. Noord-
Holland, arr. Hoorn, kant. Purmerende,. gem. Jisp.
JISPER-WEG (DE), weg in de W esler-Beemster, prov. Noord-
Holland, loopende van den Kanaaldijk, nabij de Ooster- of Jisper-
sluis, in eene noordelijke rigting, tot dat hij bij, den pold. Mijsen ,
gem. Sebermerhorn, tegen den Ringdijk stuit.
IJSSEL (DE), de O ude- I J ssee of de G eldbrsche- I J ssel , ter onder-
scheiding van de Hol l a nd s c k e- I J s s e l , oudtijds S aea of I J so l a , in
het Lat. I saea of I s e a , riv., die in het Munstersche ontspringt, en
bij Dinxperlo in ons vaderland dringt. Hij stroomt längs Doetinchem
naar Doesborgh, waar hij zieh met den noordelijken tak van den R ijn
vereenigt; voorts zijnen loop noord-en westwaarts rigtende, maakt hij
de grensseheiding uit tusschen de provincien Gelderland en Overijsscl,
hespoelt Zutpben, waar hij de B e r k e l , Deventer, alwaar hij de
S c hi p b ee k opneemt; vliet voorbij Hattem, alwaar hij de Gr i f t
ontvangt, en verdeelt zieh, na de stad Kämpen bespoeld te hebben,
beneden die stad, in drie hoofd-armen, van welke de regter arm het
Kamper-eiland van Mastenbroek scheidt, en zieh met twee monden ,
het Ga ns endi ep en de Ge e s t , in het Zwartewater ontlast. Het
No o rd e r d i e p ’ of de middelste arm is in het jaar 1837 gedempt,
terwijl de linkerarm zieh door bet Regterdiep en den Ketel, die met
zeer vele kosten bevaarbaar gemaakt , nitgediept en verbeterd is, in
de Zniderzee stört. De laatste vorlenging of bekribbing is geweest ter
lengte van 900 Nederlandsche eilen en de geheele bekribbing heeft
eene lengte van 5200 eilen uit den groenen wal. Het eerste dijkregt
längs den I J ssel , van het Middinger-hek tot Hulsbergen aan den berg,
is van het jaar 1 3 7 0 , en jnist dertig jaren vroeger was een dijkbrief
gegeven van Hattem tot den Zalksehen-dijk.
De IJssel neemt alle jaar in bevaarbaarheid toe, en heeft van alle
onde rivieren den regelmatigsten afloop, welken afloop nog zeer gering
i s , als bedragende, over eene lengte van 123,664.5 Ned. ell. (van af
Westervoort tot aan de Paardenboer), bij eb 9.423 eil. en bij vloed
9.580 eil. Deze vloed wordt eerst ontwaard tusschen het Katerveer
en Wijhe, soms tot Deventer. Over deze riv. liggen eenige fraaije
bruggen, als: scbtpbrnggen, te D o e s b u r g , D e v e n t e r en Zut -
p h e n , en eene vaste houten brug, te Kämpen, behalve vele groote
veeren op de tusschen liggende pnnten. Het A. P. — 0 stellende,
is de hoogte :
bij Wes tervoort 9:456 eil., de breedte i 120 eil.
» Do e s b o r g h 0.683 » »- » i 98 «
» Z u tp h e n 4.103 >v » » ± 95 «
» D e v e n t e r 2.928 » >v » i 95 »
» Ka t e r v e e r O.iüi0.3 2 0 » » * + 175 »
» Ka,rlPe n |b i] lb >e,i0 .^ 2 ” ” * van 213 tot 120 eil,
» We s t e r v o o r t heeft men eene diepte van .+ 1.83 eil.
nn nnno drnnm van 4- O.RiHil fill, tfl .