KARTESANA of Kartesani , vl. in Oost-Indie, op bet Sundasche
eil. Java. Zie Kartasana.
KARTHUIZER-KLOOSTER, voorm. kloost. in Jmstelland, buiten
de Haarlemmerpoort der stad /Amsterdam. Dit kloostcr, hetwelk ook
genaamd werd de Havbn der Zaligheid of het Konvent tan de Haten
der Zaligheid van St. Andreas , gesticht door Hertog Albrecht van
Beijeren , volgens sommigen in het jaar 1368, volgens anderen in
het jaar 1377, en volgens nog anderen in het jaar 1393, welk laatste
gevoelen het waarschijnlijkst is. In het laatstgenoemde jaar werd het
door denzelfden Hertog begiftigd met de rente van het Gouden water
en de maat. Het moet een zeer ruim klooster geweest zijn , en was
zoo prächtig gebouwd, dat Christiern I I , Koning van Denemarken, een
zwager van Keizer Karel V , toen hij zieh, in het jaar 1321, te Amsterdam
bevond , aldaar zijnen intrek nam. Ook werd het van tijd tot
tijd met aanzienljjke voorregten begunstigd , zoo Steide F ilips I I , Koning
van Spanje, het in het jaar 1360 vrij van de pacht, die de
stad Amsterdam van den wijn en het hier mögt helfen.
Toen er den 27 September 1366 te Amsterdam eene opscbudding
ontstond, bij gelegenheid dat Ebbe Kaarden , weduwe van Pieter Dirks-
zoon in het Vlasvat , in de Nieuwe kerk in stilte begraven werd , wilde
het gemeen dit klooster heimelijk omver werpen, doch als dit met goede
woorden belet werd, riep een uit den hoop, » laat ons naar de Kart-
» huizers gaan, gisteren aten wij bij de Minderbroeders vleesch, nu
n zullen wij bij de Karthaizers visch eten.” Terstond hierop liep deze
verwoede menigte de Haarlemmerpoort u it, brak het Karthuizers-kloos-
ter open , sloeg de glazen , en de beeiden in de kerk , benevens wat
hun voorkwam, in stukken , vernielde ook de boeken en bleef er den
geheelen nacht etende en drinkende van hetgeen men er vond.
Toen W il l em v a n L üm ey , Graaf van der Mark, Amsterdam geblok-
keerd had, legerde het krijgsvolk zieh in dit klooster , en toen hij
het beleg raoest opbreken, werd het uitgeplunderd en in brand ge-
stoken. Naderhand is het niet weder opgebouwd, maar het gedeelte,
dat er van was blijven staan, tot eene herberg' verhuurd. Bij de
vergrooting van Amsterdam, in het jaar 1609, was het overgeblevene
gedeelte van het K a r t h b iz e r - k l o o s t e r het eenige oude gebouw, dat
binnen de stad werd getrokken ; zijnde de gezegde herberg later tot
burgerhuizen vertimmerd. Een gedeelte van dit klooster werd tot een
kerkhof geschikt, hetwelk thans nog den naam van K a r th u iz e r s -
k e r k h o f draagt, wordende eene längs de’ znidzijde loopende straat,
de K a r th u iz e r s t r a a t genoemd. Een ander gedeelte van dit klooster,
nu aan de zuidzijde van die straat, liebben de Regenten van het
Weeshuis , als bezitters van de goederen van het K a r t h b iz e r - k l o o s t e r ,
aan de Regenten van de Huiszitten-armen, aan de Oude- en Nieuwe-
zijde, verkocht, die daarop , in het jaar 1649, het Weduwenhof
hebben gesticht en daarin vele armen, voornamelijk uit de zoogenaämde
V u ld e r s h u i s j e s , overgebragt^ vermits deze huisjes, met de uitleg-
ging en verandering der stad, in den weg stonden en alzoo de armen
verplaatst moesten worden.
KARTHUIZER-KLOOSTER, voorm. kloost. in Delfland , prov.
Zuid- Holland, buiten de Waterslootspoort der stad Delft.
Dit klooster, hetwelk ook S t . B a r th o lom e b s - k l o o st e r - t e - J ehbzalem
of ' het H b is - v a n - S t . - B a r th o lom e b s werd genoemd, is gesticht in het
jaar 1430, door F r a n k v a n B o r s s e l e , Graaf van Oostervant. In het
hegin der zestiende eeuw is het door den Prior B a r t r o l o m e b s S treng
aamnerkelijk verbeterd en met nienwe gebouwen vergroot Destijds werd JTS versierd met een f r a a i groot altaarsluk met deuren doo
den vermaarden Kunstschilder P ie te r Aartsen , anders gezegd Lange
P .ER vervaardigd, en verbeeldende van binnen den Heiland aan het
kruis’- op de deuren van binnen zag men een kersnacht en de drie
Köningen ; buiten op de deuren de Evangelisten Dit heerlyk gedenk-
teeken der kunst is in den beeldenstorra van het jaar |1366 dom J
woede van het gemeen , ten eenemale vermeld. De Schilder moest,
tot zijne uiterste droefheid, deze vernieling beieven daar hij zieh
door deze kunststukken eenen onsterfelijken naam dacht na te laten.
Het verdriet, hem daardoor veroorzaakt , ging menigmaal zoo verre
dat hij, zieh te veel uitlatende wegens deze ongeoorloofde mamer van
handelen, in gevaar van zijn leven was.
Nadat dit kloost. omtrent honderd en veertig jaar gebloeid had ,
is het in detoenemende beroerten dezer landen mt vrees, dat het
iDdien Delft ooit met eene belegermg bedreigd werd, den vijand tot eene
sterkte kon dienen, op bevel van de Regering dier stad tot den grond
toe gesiecht. Er bestaat evenwel nog een boerenhuis of bouwmanswo-
ning, fegenwoordig nog bekend, onder den naam van het O b d e - k lo o s -
t er of de K a r t h b iz e r s - w o n in g . Deze wonmg heeft aan de zuidzijde
eene gracht, welke een eind wegs westwaarts en dan weder noordwaarts
en eindelijk onder door eene steenen brug, gelegen op den gemeenen
riiweg naar het Westland , de Karthuizers-beul genoemd , m de Maas-
landsche-vaart uitwatert. Deze is de. gracht geweest, die weleer ron-
dom het klooster liep, waarvan het voornaamste gedeelte achijn ge-
staan te hebben ten noordwesten van voorgemelde womng, waar men
de weilanden door vele heuvels en hoogten ongelijkvormig ziet, en
waarin men even onder de oppervlakte der aarde, de steenen en het
puin van grondslagen gewaar wordt. Ook vmdt men in de huizing
en op de werf van voormelde woning nog eenige stukken en brokken
van kerktegels en zerken op sommige , van welken, naar het getui-
genis van den Heer D. v a n B l e i j sw i jk (1), oude en uitgesletene letteren
gezien worden.
KARTHUIZER-KLOOSTER, voorm. kloost. in de Langstraat, prov.
Noord-Braband. Het plagt slechts een weinig buiten de stad Leer-
truidenberg, aan de westzijde van de Donge, te staan , d ie , eer zij
nog hären loop veranderd had, hetgeen in het jaar 1481 schijnt ge-
schied te zijn*, de scheiding was tusschen Geertruidenberg en Raams-
donk , en behoorde , naar alle waarschijnlijkheid, tot de heerl. Geertruidenberg,
ofschoon de grond, waar het gestaan heeft, thans onder
Raamsdouk ligt, en tot den Karthuizer-polder behoort. Dat bet yroe-
ger onder Geertruidenberg behoord heeft, komt te meer waarschijnlijk
voor, omdat het oudtijds h e t Hois d e s Borgs v a n S t. G e e r t r i i i genoemd
werd. Het was gesticht door W il l em v a n D b iv e n v ö o r d e , Ridder, Heer
van Breda, Geertruidenberg, Dongen en Oosterhout, Thesaurier van
W il l em III, doorgaans de Goede genaamd, die Graaf was van Holland
en Henegouwen. Het werd in het jaar 1331 of 1333 op zekeren heu-
vel gebouwd,' en aan de H. Moedermaagd M a r ia toegewijd. Na de
Hervorming is dit klooster gesloopt, en de afbraak daarvan gebruikt
tot het bouwen van het Groot-Prinsenhof te Geertruidenberg. De Mon-
niken, zieh naar elders moetende begeven, verlegden zieh te Breda,
doch daar niet kunnende verblyven, verspreidden zy zieh alom.
(1) Beschrijving van Delft , blad r. 388.-*