Onder de wetenschappelijke iuriglingen koint eerst in aanmerking
de L a tijn s ch e s c h o o l, in de Nieuwstraat, waar vroeger door
eenen Reclor, eenen Conrector cn ■vier Preqeptoren onderwijs werd
gegeven; terwijl later bet getal Preceptoren op twee, en in het jaar
178S tot op een verminderd werd. i'hans zijn er een Rector, die
te.vens Conrector is; terwijl er het onderwijs door zeven leerlingen ge-
noten wordt. In een vertrek van de Rectorswoning, welke naast het
schooIgebonw Staat, is de S ta d s B o c k e r ij, welke evenwel niet
uitgehreid is.
Het uitmuntend S t e d e lijk I n s t i t u u t v o o r o p v o e d in g en
o n d e rw ij s , in een fraai gebouw, nabij den IJssel, Staat aan een
plein, de Koommarkt genaamd, waardoor het immer door versehe
lucht omringd wordt. Het is ruim, luchtig en fraai gebouwd, en bezit
eenen zeer grooten luin en plaats voor uitspanningen en ligchaamsoe-
feningen. De leer-, eet-, slaap- en ziekenzalen laten niets te wenschen
overig. Het onderwijs, dat hier in allerlei vakken en lalen gegeven
wordt, het teekenen, de mnzijk, het dansen, schermen en behan-
delen van het geweer niet uitgezonderd, Staat op eenen zeer hoogen
trap. Men telt er ruim 70 leerlingen, Yoorts heefl men er eene
K o s t s c h o o l v o o r J o n g e ju f v r o u w e n ; eene T e ek en sch o o l,
met twee Onderwijzers; drie S t a d s s c h o le n , zijnde allen dag- en
avondscholen, als: eene in den B r o ed e rw ijk , met een gemiddeld
getal van 180 leerlingen, eene in den B o v enw ijk , met 1 5 0 . leerlingen
en eene in den B u it e n w ijk , met 200 leerlingen ; eene
S la d s s c h o o l voor minvermogenden , met ruim 570 leerlingen;
twee W e e sh u issch o len , met 30 leerlingen; eene School der Isr
a e litis ch e g em e e n t e , met 60 leerlingen ; een D ep a r tem en t
d er M a a tsch ap p ij : Tot Nut van | tAlgemeen, dat den 3 JanuariJ
1820 opgerigt is en 100 leden telt, met eene H e rh a lin g sch o o l,
waarop aan 100 leerlingen en wel des morgens aan de mannen en
des namiddags aan de vrouwen, tusschen de kerklijden , in het le-
zen, schrijven en rekenen wordt les gegeven; eene L e e s b ib lio -
t h e e k , welke 600 nuttige werken bevat, die de geringere klasse
om niet leest; een G e z e ls ch a p van j o n g e l i e d e n , onder de zin-
spreuk: Ontwikkeling is ons doel, opgerigt in Januarij 1841 en 9 leden
teilende; eene A fd e e lin g der Maatschappij to t b e v o r d e r in g
d er to o n k u n s t , in 1835 opgerigt, met 50 leden, en een N a tu u r -
k u n d ig C o lle g ie : Tot- oefeniny, met 10 leden.
Kampln is de geboorteplaats van den Godgeleerde AlbertusPighius,
j" 26 December 1542, als Proost van St. Jan te Utrecht, in onder-
scheidene werken bewijzen van zijne bekwaambeid nalatende.
Van den W ijsg e e r Henrik van Kämpen, f in 1 4 6 0 , na eerst
Onderkanselier der Hoogeschool te Keulen en daarna Hoogleeraar in
de Aristotelische wijsbegeerte te Leuven te zijn geweest.
Van den R eg tsg e le e rd e Mr. P ieter B ondam, geb. 2 6 December 1 7 2 7 ,
•f 6 Maart 1 8 0 0 , als Hoogleeraar in de Regtsgeleerdheid te Utrecht.
Van den Gene eskundige Herman Cruser, uit de zestiende eeuw.
Van de G e s c h ie d s c h r ijv e r s : Quirinus Crrysochorus, die na het
midden der zestiende eeuw leefde, en Evert Moulin , geb. 5 April 1768,
•f den 27 November 1842, die zieh, door het schrijven van de Karn-
per Kronijk, aan de geschiedenis der stad en provincie verdienstelijk
heeft gemaakt.
Van den N e d e r d u it s c h c n D ich te r Franciscus Martinius, geb.
11 Junij 1611 , •}• 14 Januarij 1653, als Predikant te Epe.
Van den L a tijn sch en L e t t e r k u n d ig e Steven Wunand Pighius,
geb. in 1520, t 16 October 1604, als Kanunmk en Scholaster te
Xanten. ■ • 1;' ■ ■ ■ . ,
Van den Oo ster sche T a a lg e le e r d e Johan van Kämpen, geb. om-
streeks 1490, + te Friburg, den 7 September 1538, na Leeraar in de
Hebreeuwsche taal aan het Collegie van Busleide , te Leuven, te zijn
^ Van den L n it e n a n t -A d m i r a a l Jan W illem de Winter, geb.
in 1761, t 2 Junij 1812. » i
Van den B o uw k u n d ig e Jean Cluysenaer, geb. in de laatste neitt
der achttiende eeuw. .
Het’ eersle, hetgeen wij aangaande de eigenlijke geschiedenis van
Kämpen vermeld vinden , i s , dat die stad in -het begin der veertiende
eeuw in eeneh ‘oorlog was gewikkeld met de Oost-Friezen van Wes-
tergoo, 'en dat beide parlijen zieh, om eeneh zoen te treffen, aan
de uilspraak van den Graaf.van Holland onderwierpen.
E e n i g e jaren later, toen Jan van Diest, de vijf en veertigste Bis-
schop van Utrecht, zieh bijna afhankelijk gemaakt had van Willem I I I ,
Graaf Van R o lla n d , moest Kämpen een ongenoegen , hetwelk deze te-
aen het Sticht had opgevat, bezuren met hem jaarlijks 300 ponden
1225 guld.) te belalen; en deze cijnsbaarheid is misschien ae reden
geweest, waarom de stad, in het jaar 1336, in de verpandiug van
Overijssel aan den Graaf van Gelder niet werd begrepen.
In het jaar 1361 vervielen die van Kämpen in oorlog met Willem,
HeerDdn Bronkhorst, en de stad Zutphen , die eene som van 1700 oude
Schilden (2380 guld.) van hen vorderden , welken zij ontkenden schuldig
te zijn , dan eerlang kwam men overeen , om het geschil aan den Bis-
schop van Utrecht en den Hertog van Gelder te onderwerpen , Ziehet,
nog in hetzelfde jaar -, door hunne uitspraak ten einde braglen. Om-
trent denzclfden tijd deelde Kämpen met de overige hanzesteden, in
eenen oorlog, tegen den Koning van Denemarken, en het was van
die stad, dat eene vloot der bondgenooten uitzeilde, om de kusten
van dat rijk te verontrusten.
Taeo Herbern van Putten, in het jaar 1375, eenen krijg tegen de
Kampenaren had aangevangen , namen deze, door den Bisschop en
die van Zwolle en Deventer geholpen, zijn kasteel in , maakten hem
zelf gevangen en wilden hem niet ontslaan, dan onder beding van
volstrekle slecbting van het slot Puttenstein , thans de Poll genaamd.
Op het einde der veertiende eeuw leed de burgerij veel afbreuk
' van Heer Arend toe Boecop( I ) , Rigler van de Veluwe, die met de
stad in onmin was en zieh niet liet bevredigen , dan nadat men hem ,
zijn leven lang, eene jaarlijksche som van honderd gouden Keurvor-
stengulden had toegelegd. •
Gedurende den oorlog tusschen de Holländers en Oost-Friezen , leden
de Kampenaars veel afbreuk van de eerstgemelden, die hun
sebepen en goederen ontnamen; doch , in vergelding-, zieh van een
groot aantai Hollandsche schepen verzekerd hebbende, troffen de Kampenaars
, in het jaar 1400 , een verdrag met Albrecut van Beijeren,
Graaf van Holland, waarbij deze hen, voor den tijd van twintig jaren,
wederom de vorige tolvrijheid en tevens ontheffing van het strandregt
in zijne landen toeslond, ten zij hij binnen dien tijd hun de geledene
schade met 20,000 nobelen (80,000 guld.) vergoedde.
(!) Van dezen bestaat nog eene M. S. Kronijk.