KADIPAN , rijk en st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes.
Zie K a u d ipa n .
KADIRI of K a d ib e , resid. en riv. in Oost-Indie, op het Sundasclie
eil. Java. Zie K e d ir i .
KADISEPPIR, d. in Oost-Indie, op het Sandasche eil. Java, resid.
Soeraliarta, in de vallei van Silot.
KADOE of K e d o e , resid. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, tusschen 7° 10" en 7' SO" N. R., 127° 39' en 128° 9" 0 . L.;
palende N. W. aan de resid. Baglen , N. 0 . aan Samarang, 0 . aan
Soerakarta, Z. 0 . en Z. aan Djocjokarta.
Deze resid. beslaat eene oppervlakte van 723 vierkante palen, en is
verdeeld in twee ads. res., M a g e lan g en T e in a n g o n g , die ieder
een regentschap uitmaken.
De resid. K adoe wordt door meer dan honderd rivieren in alle rig-
tingen doorsneden , welke echter, zoo door hären Sterken stroom in
den regentijd, als wegens hare ondieple in den Oost-mousson , bijna
geheel onbevaarbaar zijn. De voornaamste zijn : de S ir a ij o , de
P r o g o , de B o g o w o n to , de N g e llo o f E l o , d e L o t o o t , de
G a lo g , de S am a r a n g , de D j in k in g , de K r a s s a k , de P a b e l-
l a n , de G e n d a l, de S e l in g s in g en de S n ew o .
De warmtegraad is e r , door de hooge ligging, gematigd; echter
kan bet er bij stilte heet zijn. De danapkring is er zuiver en wordt
door geene moerasdampen besmet. Daar deze resid. in het midden
des lands lig t , zijn er de winden , die uit de Zee-van-Java en uit de
Indische-zee waaijen, reeds gedeeltelijk getemperd en minder schadelijk
dan aan de strandresidentien. Het luchtgestel is er dan ook gezond ,
hetwelk uit de vermeerdering der bevolking blijkt.
De voornaamste bergen zijn: de M a rb ab o e , de S e n d o r o , de
S o em .b in g , de M e r a p i, de T id a r , en de T r a jo em a a s .
De heuvelachtige bodem is er vulkanisch en wclligt de vruchtbaarste
van geheel Java. De meeste der gronden zijn rijkelijk van water
voorzien , terwijl de omringende bergen, welke de dampen tot zieh
trekken , ook aan de hooger gelegen streken, eene heilzame vochtigheid
verschaffen , die er de groeizaamheid zoo zeer bevordert, dat de landinan
ook daar nog rijst kan oogsten. De voornaamste voortbrengselen , die
de grond oplevert, zijn: rijst, turksch-koren, kapas (katoen), peper,
katjang, klapperolie, velerlei eetbare wortelen , b. v. oebie en ketel-
la h , sirie, suikerriet, de zoo zeer gezöchte KadoeSche tabak , : welke
voor de beste op-geheel Java wordt gehouden, doch in 183 7 , door
eene uitbarsting van den Merapie, veel geleden heeft; Havanna en Ma-
nilla tabak, en onderscheidene Europische groenten, aardappelen,
aspersien, kool, boontjes, erwten, peulen, postelein , roode en witte
beetwortelen , knollen , artisjokken , enz.
Van vruchten vindt men hier: de annanas, doekoes, mangies,
vele soorten van jamboes, chinaasappelen , blumbing , enz., terwijl de
koele berggronden heerlijke aardbezien opleveren , welke de beste Hol-
landsche in geurigheid zeer nabij komen. Het getal koffijboomen in
deze residentie wordt op nagenoeg zestien millioenen gerekend, van
welke ruim 9,000,000 ponden koffij worden geplukt; de eenigzins op-
klimmende, terrasachtig gelegene velden , van eene min of meer roode
kleur , uit aarde en zanddeelen bestaande, met kleiachtige stoffen
rijkelijk doormengd , leveren het beste suikerriet op, met welks berei-
ding zieh 13 kleine fabrijken bezig honden. Ook indigo wordt hier
geteeld en toebereid , alhoewel slechts tot hiertoe in geringe hoeveelheid.
In het gebergte, ten Zuiden van Minoreh, wordt eene soort van kalk
depraven, welke zeer geroemd wordt. Voorts drijven de inboorlingen
eenen winstgevenden handel, met eene zekere soort van fraaije matjes
voor stoelcn en ander gebruik, welke vooral in de priester-dessa P e s a n -
tren vervaardigd worden van de bladen eener zekere plant, pandan
genaamd, die längs de boorden der sawavclden in grooten getale in het
wild groeit. De paarden van K adoe zijn groot, sterk, vlug en welge-
maakt, en maken eenen aanzienlijken tak van uitvoer uit.
ln 1834 had zij eene bevolking van 323,199 zielen, waaronder 92
Europeanen, 1711 Chinezen, 30 Acabiercn en 20 Slaven.
Onder de merkwaardigheden, die in deze residentie bijzondere aan-
dacht verdienen , behooren de bouwvallen van den vermaarden tempel
van Borobodo, in het distr. Minoreh; het graf van den Hoogepries-
ter P akbmbabah-W in d o - S o k n o , en de overblijfselen van een tempelge-
bouw te Pringapoes,. in het distr. Lemöeijang.
K adoe stond vroeger onder het beheer der Vorsten van bet Padgan-
sche en Materamsche rijk , en werd eéfst zeer laat en brokswijze aan
de Europeanen onderworpen. Nadat namelijk de Engelschen in 1812
den oorlog tegen den Sultan van Djocjokarta, P a k o e iio ew o n o I I , meer
bekend onder den naam van Sultan S e p o e k , gevoerd hadden, en deze,
door hen overwonnen zijnde, naar Amboina werd verbannen, op het
tijdstip, dat P a k o e bo ew o n o IV , bekrnd onder den naam van S o e so e -
H O E S A N B agoes , Keizer van Soerakarta was, kwam het grootste ge-
deelte van dit landschap onder Europeesch bestunr; terwijl de Neder-
landers, in 1824, door het inlijven der Djabarangkasche-landen, welke
vroeger onder de Solosche en Djocjosche Vorsten stonden, en nader-
haud, in 1830, na het eindigen van den oorlog, door den Djocjokar-
taschen Prins D ie po N egoro tegen het Nederlandsch bewind gevoerd ,
nog andere gedeelten daaraan onderworpen hebben.
ln het jaar 1822 verzamelde zieh in deze residentie, bij de rivier
de Ngello , eene rooverbende, welke onder aanvoering van zekeren K e b to
W id i jo io , afgezetten Demang van Minoreh, verscheidene dorpen in
Magelang en Probolingo overrompelde. De Resident, daarvan kennis
bekomen hebbende , trok dadelijk met de weinige Europesche ambte-
naren, de geringe bezetting en een aantal inlanders, de roovers te ge-
moet. Bij Sangraban en Menagoo gelukte h e t, op den 27 en 28
Januarij , hen aan te treffen, en , vooral ook door den troüwen bijstand
van een twintigtal inlandsche bnrgers en Soldaten, te verslaan, zoodat
de hulp van Samarang toegesneld , bestaande in een detacbement Hu-
zaren en 160 Inlandsche Dragonders, alleen nog te stade kwam, om
het land te doorkruisen. Spoor van de uiteen gejaagde benden was
eehter nergens meer te vinden.
Den 27 en 28 December 1822 had er op het oostelijke gedeelle
dezer resid. eene hevige aardbeving plaals ; men gevöelde in den tjjd
van 30 uren 18 geweldige schokken, waarvan de voorlaatste, door hare
op- en nederwaartsche beweging, de sterkste en Vcrscbrikkelijkste was.
Deze aardbeving had eene strekking van het Oosten naar het Westen,
en rigtte verbazende verwoestingen aan.
In deze resid. is in 1843 eene plaats ontdekt, waar gezegd wordt
eene schoone marmersoort in groóte lioe'veelheid aanwezig te zijn.
KADOE-GEDE, distr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Cheribon, reg. Koeningan.
In dit distr. hebben in April van het jaar 1842, onderscheidene
mstortingen van bergen en inzakkingen van den grond plaats gehad,
VI. D e e l . 14