bad, voorts om het altaar te voorzien van drie ponden was envlas T
en de kerk in rake en dake te houden, waarvoor dan de kerspellmgen
als van ouds hunne dooden mögen begraven. De begeving van de pas-
torij stond aan het klooster Zwartewater of Manenberg, in ¿alland.
De tegenwoordige kerk te I J h o b s t , is een fraai gebouw, in 1823 ge-
beel nieuw opgetrokken. De oude kerk, die geheel is afgebroken,
was een onaanzienlijk gebouw, ter wederzijde door een laag aidafc
vergroot. Onder het koor der oude kerk was een grafkelder, laatste-
lijk behoorende aan het adellijk gestecht d e Y os van S t e e nw i jk , welke
ook nu in de nieuwe kerk gevonden wordt, hoewel dit geslachl thans
een graf heeft op de burgerlijke begraafplaats. Kerkelijk is I J horst
met het naburige de Wij«k, in Drenthe r verbonden, waardoor de ker-
kelijke gemeente zeer groot is. De collatie behoort half aan de higen-
geerfäen van I J h o r s t , en half aan de stemgeregtigden onder de Wijk,
die ieder afzonderlijk hunne stem uitbrengen, na te voren daarloe za-
men geroepen te zijn. De Predikantswoning is een goed, in 1840
nieuw gebouwd, huis, midden in eenen grooten en vruchtbaren h o i,
zeer aangenaam bij de Reest gelegen. Men heeft hier geen toren , maar
een klokkenbuis met eene klok. In 1818 was er nog eene tweede,
maar deze gebarsten zijnde, is toen verkocht, daarop stond.
jB a r a fiten iß rjtjefißten /
fce t e ö n e l bart üec SÖorfi: ijeeft mi öaen ggetcn.
m c € € £ % % % . ' 3 2 , , l
Het o u d e k e r k h o f , w a a r o p d e k e r k S t a a t , t h a n s d e b u r g e r l i j k e beg
r a a f p l a a t s , i s e e n g r o o t p l e in m e t r a s t e r w e r k o m z e t .
Men heeft te I J h o r st , sedert 1807, eene afzonderlijke school, welke
in dat jaar gebouwd is, en gemiddeld door een getal van 80 leerlin-
gen bezocht wordt, zijnde er in 1840 eene nieuwe school gebouwd.
IJHORST-EN-DE-WIJK., kerk. gem., prov. OverijSsel, klass. van
Zwolle, ring van Hasselt. _ r|
Zij heeft eene kerk, te I J h o r s t e n telt 1!j00 zielen , onaer welke
700 Ledern aten. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft
waargenomen, is geweest de bekende C onradbs B r o d e r i u s v a s N id e k ,
die in het jaar 1608 herwaarts kwam , en in het jaar 1620 overleed.
Het beroep geschiedt door de geerfden zoo van I J horst als van de
Wi j k , ieder voor de helft.
IJKEL (GOED-YAN-) of G o e d - v a n - I k k e l , ook wel, hoewel verkeer-
delijk G oed- v a n - E y k e l gespeld, pold. in de bar. van Breda, prov.
Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. Oudenbosch, gem.
Etten-en-Leur; palende W. en N. aan de Scheiloop, O. aan het
Kibbelvaartje, Z. aan de Palingstraat en den Trippen-polder.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene ^oppervlakte van
153 bund. 92 v. r. 11 v. eil., waaronder 134 bund. 27 v. r. 89 v. eil.
schotbaar land, en heeft eene opene uitwatering op de Hoevensche-
Beernden. Hpt land ligt omtrent gelijk met A. P. Het polderbestunr
hestaat uit eenen Dijkgraaf, die tevens Penningmeester is , en eenen
Gezworene. .
IJLAND (HET), suikcrplant. in Wederlands-Guiana, kol. Suriname,
Zie E iland (H et ) .
IJ LESPIJKERSTEDE, boerenplaatsin het JVesterkwarfier, prov. Groningen,
arr. en 4 u. W. van Groningen , kant. en 2 u. Z. W. van
Zuidhorn, gem. en 5 min. ten W. van Grootegast. _ j
Tegenwoördig bezit de eigenaar van deze plaats de collatie van de
kerk. gem. Grootegast-en-Doezum. Zij beslaat eene oppcrvlakte vah
3t bund. 49 v. r. 65 v. eil., en wordt thans in eigendom bezeten door
den ßurgemeester J ohahhes H a v in g a , woonachtig te Grootegast.
JIL1TRANG, d., in Oost-Indie , op het Sundasche eil .Java, resid.
^ IJMBER, geh. in het Land van ’s Hertogenrade, prov. Limburg.
^'iJMENTIL, naarn, onder welken het geh. E n d m a t i l , in het Wes-
terlewartier, prov. Groningen, bij sommige Schrijvers weleens voorkomt.
IJMEREN, buurs. in de Over-Betuwe, prov. Gelderland. Zie E im e r e n .
IJNEN (11UIS-YAN-OP-), voorm. adell. h. in den Tielerwaard, prov.
Gelderland, Benedendistrikt, arr. en 3 u. Z. W. van TW , ^ n t . en
2 u. Z. ten 0 . van Geldermalsen, gem. hst-en- Op-IJnen, 11» min,
N. W. van Op-IJnen. _ .
Terplaatse, waar het gestaan heeft, ziet men thans een burgerhms.
De daartoe behoord hebbende gronden, beslaande eene oppervlakte van
2 bund. 55 v. r. 10 v. eil., worden thans in eigendom bezeten door
een fruitenier, die het huis bewoond.
IJNEN (NEER-), beerl. in den Tielerwaard, prov. Gelderland,
Benedendistrikt, arr. Tiel, kant. Geldermalsen, gem. Waardenburg;
palende N. aan de heerl. Waardenburg en Meteren, 0 . aan Est, L. W.
aan Op-IJnen, Z. aan de Waal, W. aan de heerl. Waardenburg.
Deze heerl., bevat den P o lde r -v an-Ne e r - IJn en , en een gedeelte
van de U i t e rw a a r d e n - v a n -Wa a r d e n b u r g - e n -N e e r -
I J n e n , en daarin het d. Ne e r - I J n en , benevens eemge verstrooid
liggende h. Zij telt eene bevolking van 420 inw., die meest bun be-
staan vinden in den landbouw.
De Herv., die er wonen , behooren tot de gem. Waardenburg-en-
Neer-IJnen , welke in deze heerl. eene kerk heeft.
De R. K., welke men er aantreft, worden tot de stat. van Va-
rik gerekend. — Men heeft in deze heerl. eene school.
De dagelijksche heerl. N e e r - I J n e n had altijd dezelfde bezitlers als
i U.Jooj Waardenburg./^ Echter was aldaar een huis gelegen, C l in g en b u r g
y genoemd, waarvan een tak van het geslacht van C o c k bezitter was,
die den naam van C o c k v a n N e e r - I J n e n voerde, en deswege ieenpligtig
aan Waardenburg was. Het schijnt, dat Heer G i j s b e r t C o c e v a n
Neer-IJnen, Ridder, dat huis omtrent 1350 bouwde, en hetgeen aan-
merkelijk is, hij wordt in twee brieven, van 1360 en 138 9 , zoon van
W i l l e m v a n M a lb o r g genoemd. Hij en zijne nakomelingen voerden het
wapen van Chatillon k trois marteaux de sable en chet (d. i . : met
drie zwarte hamers in het hoofd).
Het d. N eer- I J n e n , ligt 3J u. Z. W. van Tiel, 1^ u. Z. van Geldermalsen
, ix. L. van Waardenburg.
De kerk is van eenen toren en een goed orgel voorzien.
Door den watervloed , van Januarij 1809, heeft dit d. vecl geleden.
Nadat men den vijftienden had vernomen, dat de Waaldijk bij Loenen
was doorgebroken , begon elk een met alle magt alles aan te wenden
töt behoud van vee en goederen. Sommige bewoners, van afgelegene
zwakke huizen verlieten di e , en begaven zieh naar elders , de vloed
kwam echter langzaam op, en vertooude zieh niet voor den 21 , blij-
vende ook tot den 28 daaraanvolgende zeer laag. Dit was nu ook
de oorzaak, dat vele menschen, die in afgelegene en wijd en zijd
verspreide huizen woonden ondernamen om daarin te blijven. Toen
dus de vloed hooger werd waren velen van de gelegenheid verstoken,