Het d. Kestbiien ligt 5 u. N. W. van Nijmegen , 3 u. N. N. 0 . van
Tiel, aan den Rijndijk. Men tclt er in de kom van het d. 26 h.
en 150 inw.
K estereh behoort zekerlijk onder de mcrkwaardige dorpen van de
Bctuwe. De naam duidt reeds op eene hooge oudheid, wannecr men
haar van C astra (legerplaats) vvil aileiden. Dan was misschien de
Romemsche bürg te Rhenen (Grinnis) en de legerplaats in de Betuwe
^ ?.en 9 dit op meer andere plaatsen naar boven sebijnt geweest
te zijn. Edoch voor de oudbeid van bet dorp heeft men nog een
tweede bewijs in bet Amblshuis van Neder-Betuwe hier gelegen, waar,
tot op den huidigen dag, de dijkstoel vergadert, en cenraaal in vroe-
gere jaren door de Heeren van het Ambt en de Ambtsjonkeren de
vierschaar gespannen werd, en zelfs werd het regt van klaring, waarop
men zieh bij elders gewezen vonnissen, bij name die van Over-Betuwe,
beroepen konde, aan deze plaats gewezen. Toen was de eiken- of lindeboom
hier nog de plaats, waaronder, naar oud-Balaafsche gewoonte, de
regtsspraak geschiedde. Men verkoos toen den vrijen kemel boven zieh
als men eene uitspraak deed over leven en dood, en in elke Vöörko-
mende twistzaak beslisscn moest, wien het regt toekwam, alsof men
daarmede bedoelde nader onder het oog des Alziendcn te zijn, dat de
harten der regters doorschouwtj terwijl het aan een iegelijk mensch
geoorloofd was op het plein onder den eiken- of lindeboom te staan,
en de uitspraak aan te hooren.
De Ilerv. kerk is vrij oud. Zij heeft eenen toren met eene fraaijc
spits. In het jaar 1844 is deze kerk van een sierlijk orgel voorzien,
zijnde een geSchenk van Mejufvrouw M. W . D r e i je r , een der gemeen-
leleden. Het is voorzien van twee handklavieren, een aanhangend
pedaal en achttien gehalveerde registers.
De kermis valt in den laatsten Zaturdag in September. — Nabij
dit dorp heeft men een zeer mcrkwaardige hooge woerd (1).
Bij den watervloed van het jaar 1809 werd dit dorp fei geteisterd,
en verloren eene oude vrouw en een kind het leven. In 1820 leed
het ook veel door afloop.
KESTEREN (POLDER-VAN-), pold. in de Neder-Beluwc, prov.
Gelderland, distr. Nijmegen, kw., arr. en kant'. Tiel, gem. Kesteren;
palende N. aan Lhede en Oudenwaard, 0 . aan Op-Heusden Z. aan
Ochten , W. aan Aalst.
®cze P ° ld . beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakto van
59a bund. 28 v. p. 55 v. eil., alles schotbaar land; telt 90 k., waaronder
18 boerderijen, en wordt op de Linge van het overtöllige water
entlast. Het polderbestuur bestaat uit twee Poldermeesters, eenen Se-
cretaris en eenen Ontvanger.
KETANEN, d. in Oost-IndiS, op het Sundasche eil. Java, res. Soe-
rabaija, reg. en 15 palen van Djapan, op eene hoogte.
Men geniet van daar een zeer schoon uitzigt op de omliggende
bergen en valeijen ; een helder stroomend water loopt met een zwaar
gedruis over groote steenen nevens de Passangra heen. Op deze plaats
worden eenige oudheden gevonden, onder anderen eene waschbak (bad-
kom) en eenige beeiden, alles in het front voor de verblijfplaats ge-
rangschikt. De weg van liier naar Djapan loopt meest door bosch-
achtige districten, alwaar weinig bevolking is.
(1) Zie O. G. H b l d r ik g , Wandelingen (er vpsporing van B a tm ß dh e en liameinsche oudheden,
legenden e n z b l. 178.
KETANJE, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, res.
Soerakarta.
KETEL (DE), d. in Delßand, prov. Zuid-IIolland. Zie Kethel (De).
KETEL (DE) of het Keteldiep , een der monden van den IJssel,
bij Kämpen, prov. Overijssel.
Dit water loopt in eene zuidwestelijke rigting tusschen den Vossenwaard
en den Kattenweerd door, om zieh in de Zuiderzee te ontlasten. Het is
met zeer vele kosten bevaarbaar gemaakt, en is thans, na de afdam-
ming van het Noorderdiep, de eenige bevaarbare arm van den IJssel;
en is dit zelfs bij laag water. In 1840 heeft de stad Kämpen meer
dan honderd veertig duizend gülden hieraan te koste gelegd, door bet
daarstellen eener vaart, tusschen twee regtlijnig in zee loopende krib-
werken, ter lengte van 3300 eil. Dit werk, dat in zijn geheel meer dan
300,000 gülden heeft gekost, behoort tot een der groote werken van onzen
tijd, en wekt de bewondering van vele vreemdelingen, die het komen zien.
KETEL (DE), pold. in de heerl. Niervaart, prov. Noord-Braband,
Vierdq distr., arr. Breda, kant. Zevenbergen, gem. Klundert} palende
N . en O. aan den Kleinen-Noord-en-Slikpolder, Z. aan den Bloemendaal-
sche-polder, W. aan den Lokkers-polder. * .
Deze landen liggen gemeen met den L o k k e r s - p o l d e r en de
L a n d e n - ö p - d e - P l a a t , in e6nen dijkring, en beslaan, volgens
het kadaster, eene oppervlakte van 49 bund. 85 v. r. schotbaar land.
Men telt er 3 h., waaronder 1 boerderij. De landen worden van het over-
tollige water ontlast door eene steenen sluis aan de oostzijde van den
Veerweg, bij de Klundert, genaamd de Wächt e r -v an-Bl o emen-
d a al , en door eenen houten wachter bij den Oostbeer van de buiten-
werken aldaar. Het polderbestuur is hetzelfde als dat van den Bloe-
mendaalsehe- en daarmede in uitwatering gecombineerde polders. .
RETEL (DE), oeverwerk op de regterzijde van het Reitdiep of de
Hunse, prov. Groningen, bestaande uit palen en keisteenen, J u. ten
Z. O. van de Zoltkamp.
KETEL (HUIS-VAN-DE-), adell. h. te 's Gravenhage, prov, Zuid-
IIolland. Zie Brederode -(Huis-vas-).
KETELDIEP, een der monden van den IJssel, bij Kämpen, prov.
Overijssel. Zie K e te l (De).
KETELDUIN (HET), hooge zandduin, prov. Noord-Holland, ten N.
van da Zijpe, welke thans niet meer aanwezig, doch bij verschillende
en vooral Noordweste stormwinden, over de Zijpe verstoven is, zoodat
men er nog slechts overblijfselen van ontdekt. Deze duin was vooral
bekend bij de zeelieden en deed zieh duidelijk voor, als hebbende eenen
witten dubbelen top.
KETELER-MEER, voorm. water, prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Tietjerksteradeel, Z. van Tietjerk, dat met de L o uwsme e r
in verbinding stoud, doch thans drooggemaakt is.
KETEL-POLDER (DE), pold. in de heerl. van de Zwaluwe, prov.
Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. Zevenbergen, gem.
Hooge-en-Lage-Zwaluwe ; palende N. aan den Klaver-polder, 0 . aan
het Oostgors, Z. aan de Korte-Bloken , W. aan den Grootenweg der
eerst.e klasse , no. 7.
Deze pold., een gedeelte van den Roijalen-polder uitmakende, beslaat,
volgens het kadaster, eene oppervlakte van 1 9 0 bund., waaronder
10 bund. schotbaar land. Hij heeft eene steenen sluis , in den Grootenweg
der eerste klasse, no. 7 , nabij den Binnen-Moerdijk , wijd 1 eil.
1 palm. 3 duim., voorzien van eene drijfdeur, waardoor hij op de