Het eil. behoorde tot Aardenburger-Ambacbt; werd gerekend groot
te zijn ruim 3048 bund. (1). Hierbij waren voorzeker de Tienhonderd,
een deel der nu gevloeide Zwarte-polder , en de I duinvalleijen gerekend
, maar niet het oostelijk deel van St. Jans-polder of Metten-Eije.
In de twaalfde en dertiende eeuw schijnt het mede tot het vaste
land behoord te hebben, maar daarvan afgescheurd te zijn geworden,
door de watervloeden van dat laatste tijdperk; ja zelfs zoo afgespoeld,
ook door latere vloeden , dat het niets meer dan het O u d e -L a n d ,
met het dorp Kadzand beVatte. Gelijk in het E ie a n d - v a n -K a d z a n d
vele adellijke leenen en achterleenen lagen , zoo hebben daarin ook in
oude tijden vele kasteelen en bürgten gestaan, die echter, deels door
de herhaalde plunderingen , aan welke het blootgesteld was , maar nog
meer door de overstroomingen , door welke het eiland geteisterd en
bijna geheel verzwolgen werd, verdwenen zijn, en die bij de herdij-
kingen niet weder hersteld zijn geworden.
Op het einde der dertiende eeuw bij de onlusten van den Vlaam-
schen Graaf G u id o v a n D a m p ie r r e met F io r i s V , Graaf van Holland,
landde J a n v a n R e k e s s e in het L a n d - v a n - K a d z a n d , plunderde en ver-
brandde het, in het gezigt der Vlamingen , zonder dat deze het beletten
konden, en keerden, na het aanregteu van geen kleine verwoesting,
rijkelijk met buit beladen , terug.
In het jaar 1303 vielen de Zeeuwen , onder W ie e em , zoon van
J a n II , Graaf van Holland, in het L a n d - v a n - K a d z a n » en vermeiden
daar alles te vuur en te zwaard. Dapper vochten de Vlamingen,
eenige jaren daarna, onder aanvoering van Guv v a n R i j s s e e , een broeder
van L o d e w i ik I , Graaf van Vlaanderen , in het E ie a n d - v a n - K a d z a n d ,
tegen de Engelschen ; doch zij werden geslagen en hun aanvoerder
werd gevangen genomen.
In het midden der-veertiende eeuw hadden weder hevige gevechten
in K a d z a n d plaats, tusschen de Vlamingen, onder R i j k e n b d r g , en de
Engelschen. In het jaar 1406 werd het L a n d - v a n -K a d z a n d afgeloopen
door de Engelschen , die den 22 Mei met eeDe geduchte vloot het
Zwin binnengeloopen waren. In het jaar 1484 deden de troepen van
den Aartshertog M a x im i l i a a n , tegen wien dat gedeelte van Vlaanderen
toen in opstand .was, het een dergelijk lot ondergaan. In latere tijden
had dit eiland soms wel door groote inlegering te lijden ; maar niet
van eigenlijke plundering. -
I)e Spanjaarden en daarna de Franschen zochten steeds in hunne
aanslagen op Sluis, zieh van het L a n d - v a n - K a d z a n d te verzekeren. In
het jaar 1708 bij den inval der Franschen mislukte hun dit. Er was
toen eene gewapende magt bij de bevolking, bij welke van eenen
Ritmeester Joos R is s e e o w , als Revelhebber der ruiterij, loffelijke
melding gemaakt wordt. Het gelukte hun echter in het jaar 1747,
onder L o ew e n d a h e , en in 1794, onder den Generaal M o r e a d . Ook
vroeger bij het hernemen van Sluis, door Prins M a d r it s , in het jaar
1 6 0 4 , begon die Vorst met het bezetten van het L a n d - v a n - K a d z a n d (2),
hebbende toen zij ne Hoogheid, zoo als uit bijzondere aanteekeningen
blijkt (3 ), vernacht op eene hofstede , in de Vierhonderd-beoosten-
ter-Hofstede, tegen dat gehucht gelegen , thans bewoond door J ak o b
R i s s e e d w .
(I) Zie Jakivoh , E to t present de la Rdpublfque des Province! U n ite , Tom. I I , pag. 380.
! 2 ) Zie Hu n n iu s, Zeeuwsche B o ise, pag. 33.
i 3 | Uit eener, omiooper, toebeioorende aan de wren tan Abraham- nn H ri.ru , te Zuidzande.
r Door het bedijken van den Grooten-St.-Anna-polder, in 1640, werd
bet L a nd - v a n - K a d z a n d met het L a n d - v a n -G r o e d e vereenigd • toen
Nieuwerhaven in 1742 bedijkt werd, raakte het ook mz l O o stbu rg
cn omstreken vereend, welke gezamenlijke ländert , in 178 8 , door het
leffgen van den Kapitalen-dam en het opwerpeh van den Bäkkers-
dam , aan het vasteland werden gehecht Het eiland was van het
Noordoosten naar het Zuidwesten, omtrent twee uren gaansdan^, en
van het Noorden tot het Zuiden, omtrent even zoo breed. Het eiland
■was oudtijds veel grooter, doch de zee heeft er sedert meer dan de
helft van weggenomen. De vloed heeft e r , van wege den lageren
srond, groote kracht, inzonderheid bij noordwestelijke stormwinden ,
en is niet dan door geweld van dijken en dämmen te keeren , Waar
tegen de zee echter nu en dan zoo sterk opgejaagd wordt, dat zij
voor den drang der golven bezweken. '
In den deerlijken watervloed van het jaar 1682, liepen in het L a n d -
v a n -K adzan d , de P o l de r - v a n -T ie n h o n d e r d , de Z a n d p o ld e r -
van - h e t-R e tr a n eh ernen t , cnz. onder. Naderhand heeft K a d z a n d
nog meer geleden. De Oostduin, die zieh aan deji kant van de Noordzee
met eenen hoek uitstrekt, was in het begin der vorige eeaw nog een
half uur gaans hreed van het land tot aan de zee, doch het Strand en
de duin zelf zijn sedert zoo aanmerkelijk afgenomen, dat er tegenwoor-
dig van de duin naauwelijks iets meer overig is. De diepte nadert
allengskens tegen den wal van het land. De zware dijk die men hier in
1719, tot eenen slaper gelegd had, werd nu dagelijks van de volle zee
bespoeld. K a d z a n d werd hierdoor zoo zeer gedrukt, dat het ondersehei-
dene jaren de lasten niet opbrengen kon. De Raad van State had het
voorlang vrijheid van verponding verleend, mits het geld, dat er anders
van kwam, behalve nog'drie gülden van ieder gemet, tot ver-
betering der zeeweringen besteed werd. De Tienhonderd en Zwarte-
polders, de Wulpen-polder, Oud-en-Jong-Breskens, aan K a d z a n d gelegen,
genoten gelijke vrijdommen , mits hun aandeel in het beloop
der zeeweringen dragende. Thans kosten de zeeweringen nog groote
sommen, maar door betere constructie en misschien door andere oorza-
ken, verliest men sinds meer dan eene halve eeuw geen grond meer. Het
eiland K a d z a n d is zeer vruehtbaar en brengt kostelijke tarwe voort.
Na de hereeniging met het vaste land zijn de grenzen van het L a n d -
v a n -K a d z a n d N. de Noordzee; O. het midden van St. Jans-polder,
bedijkt in 1832; de G r o o t e -S t . -A n n a p o ld er , ook het Dröoge
genoemd; d e K l e in e - S t . -A n n a - p o ld e r , beide laatste bedijkt in
1 6 9 0 , en de C ra n e -p o ld e r , bedijkt in 1794; Z. de A u s te r litz p
o ld e r , bedijkt in 1804; de ü iom e d e -p older-, bedijkt in 1827,
en het nog onbedijkte deel van het C o x ij s c h e - g a t , en W. het
Zwin.
Na deze vasthechting aan het vasteland is ook de naam van L a n d - v a n -
K a d z a n d , hoewel ten onregte, gegeven aan Nieuwvliet, Oostburger-
Ambacht {Oostburg, Groede, Breskens, en Sehoondtjke); later nog heeft
men er ook onder begrepen , IJzendijke, Biervliet en Hoofdplaat, of-
schoon de inwoners dier streek zieh niet zoo gaaf weg -onder de Kad-
zantenaars teilen. Ja de vreemdelingen noemen het gansche vierde
distr. van Zeel and, het Land-van-Kadzand, ofschoon de bewoners van
Sluis , Aardenburg en omliggende dorpen zieh geenszins daarloe rekenen.
Sommige willen dat K a d z a n d van ouds tot Zeeland behoord heeft.
Eerlijds heeft er de Bisschop van Utrecht eenig regt over gehad. Men
vondt er toen eene Benediktijner-proosldij, die lang vernietigd is geweest,